Dag 8. Anderen?
Ik deed mijn ogen voorzichtig open, maar door het velle licht gingen ze automaties weer dicht. Hekel aan dit velle licht dacht ik. Ik schudde mijn kop een merkte dat er iets om mijn nek zat. Ik deed mijn ogen open en zach dat ik een halsband om had met een penning er aan met een sijfer er op. 3526680 ( onhoud dit nummer goed). Hoe kan dat nou? Ik heb nooit een hals band gehad. Een seconde later schoot een luik open waar vlees uit kwam, ik liep er naar toe en herinnerde me toen pas waar ik was. Het Luik was nog steets open, ik dacht VRIJHEID en rende er op af maar vlak voor mijn neus ging hij weer dicht. Ik zuchte en at het vlees op. Er gng weer een Luik open maar dit keer kwam er een drink bak met water uit. Zonder er bij na te denken rende ik er op af en schoot er door heen, ik kwam in een nauwe ruimte waar een stuk of vijf mensen in zaten. Ze bewogen niet, ik gaf er een tikje met mijn klauw tegen aan maar ze bewogen nog steets niet, maar ik merkte wel op dat ze ijs en ijs koud waren het leek net of ze bevroren waren en dood..... Plotseling was er licht, het had een roodachtige gloed. Met het beetje licht dat ik had keek ik nog een keer naar de lijken. Ze hadden op hun boven armen alle maal een dier staan, ik zag zoizo al Een ijsbeer, een valk, een uil, een gnoe, een hert en een zeehond, waren dit andere mensen die konden veranderen? Plotseling bewoog het lijk met de zeehond op zijn arm, hij vroeg:' wat ben jij?' ik was verbaast, wist hij niet wat ik was, ik grijnsde. 'ik weet wel dat je hier bent! Ik kan je alleen niet zien....' zijn stem sterfte weg. Ik wou er een spelletje maken ik zei toen:' ik heb een raadsel als je het weet vertel ik je wat ik ben.' ' begin dan maar'.'
Je ziet noch voelt het, het heeft geen gwicht,
Je hoort nog ruikt het, en het licht
Achter sterren en de heuveltop,
En vult lege holen op,
Het komt eerst en volgt op slag,
Eindigt leven, dood gelach.
(voor dat je verder leest zou je meschien in de reacties achter willen laten wat je denkt dat het is? Al vast bedankt!)
Na een tijdje na denken weet hij het andwoord. 'ik weet het andwoord, maar beloof je dat ik het andwoord goed heb gezecht dat je dan zecht wat je bent?' 'dat beloof ik, ik zal me altijd aan mijn woord houden hoor.' ik gaf hem een knipoog maar besefte toen dat hij het toch niet had gezien. 'het andwoord is natuurlijk de duisternis.' (wist jij het?) 'goed geantwoord, nu mag je weten wat ik ben. Ik ben een wolf, een witte wolf om presies te zijn.' 'maar die besten zijn heel mooi!!!' ik zag hem verwondert kijken. Ik lachte zagt. Zo bijzonder is dat tog niet? 'dan weet je waarschijnlijk al wel wat ik ben. Wolven kunnen goed in het donker zien.' ' dat klopt.' ' ik ben ook een mooi beest hè?' 'ja hoor maar hou even je mond ik hoor wat.' Ik hoorde een deur open gaan en er verschenen mensen in. 'daar is 3526680. Grijp haar.' ik schrok en probeerde weg te komen. Maar het was al te laat. Mijn staart werd vast gegrepen en ik werd mee gesleurd naar achteren getrokken. Ik probeerde me los te rukken maar dat lukte me niet. 'waar dacht jij heen te gaan? Je moet vandaag op je vacht nog wat laten zetten hè?' ik gromde naar hem.' o, wat word ik daar bang van' hij zei meschien wel dat hij niet bang voor mij was, maar ik kon zijn angst ruiken. Niet heel veel later stond ik weer in de tatoeage kamer. 'zo daar ben je dus weer. Dit keer krijg je meer pijn, wees maar gerust.' hij pakte zijn spullen er weer bij en begon. Ik piepte het uit van de pijn. Ik stuurde via mijn gedachte naar hem ooit zal je hier spijt van krijgen. Hij negeerde wat ik had gezecht en ging gewoon verder. Na een half uur stond de buitenste lijn er op. Hij begon aan het midden. Maar dat deed hij niet met zwart maar met licht blauw. Dit deed nog meer pijn. Hij zei toen hij merkte dat ik dit pijnlijker vond:'voel het branden. Voel het branden.....' na een hele lange tijd dat een dag leek te duren was hij klaar. Hij stond op mijn linker schouder. 'als je weer een mens bent zal je net zoon een op je linker boven arm krijgen, verheug je daar maar op.' ik gromde en wou op hem springen toen er een lijn aan mijn hals band werd gedaan. Ik was woest, ik gromde naar de man die mij vast hield en viel hem aan. Hij lag binnen een mum van tijd op de grond. Ik beed toen de riem door en gooide ook de man van de tatoeages op de grond. Hij straalde doods angst uit. Ik hief mijn klauw op en krapte hem in zijn gezicht en zei:' dit is de tatoeage die ik aan jou geef.' ik sprong van hem af en rende naar buiten. Maar ik kon niet verder dan vijf meter, de halsband hield mij tegen. Ik krabte het, het had geen effect. Na tien minuten te hebben geprobeerd om hem los te krijgen lukte het eindelijk. De halsband schoot los en ik rende weer verder. Na vijf minuten te hebben gerend werd ik tegen gehouden. Er werd een verdoffings pijltje in me geschoten ik viel om en viel in slaap.
Ik werd weer wakker maar met dit keer een heel tuig om in plaats van een simpel halsbandtje. Ik was nog steets woest. Maar na enige tijd besefte ik dat het geen nu had. Ik kalmeerde en probeerde weer het zelfde als gisteren. Na twee uur te hebben ge oefend lukte het mijn beeld werd zwart. Ik belande in een tunnel aan het einde was lich. Ik rende er heen. Ik liep er in, een vel wit ligt en toen wat groens....
Hij zat op zijn plek op school. Hij dacht na over wat er gister was gebeurt en wat hij nu zou doen. Hij zou de liefe panters volgen naar hun plek en daar dan naar de leider van hun lopen om hem om hulp te vragen. De bel ging en hij was vrij. Hij liep naar buiten en zach daar een van de panters lopen. Wat een geluk dacht hij, nu hoef ik niet te wachten. Hij volgde de panter tot hij bij hun schuilplaats was. Daar ging hij achter een struik zitten om zich zelf moet in te praten. Na een tijdje was hij klaar en liep naar hun toe. Een panter zei:' wat is er kleintje? Ben je verwaald?' 'nee dat ben ik niet panter', zei hij zacht. De panter keek hem vol ongeloof aan. Hij zei toen tegen de andere panters:' we moeten hem doden, hij weet van ons geheim.' ze veranderden allen in een panter en om cirkelde hem. Ze kwamen steets dichter bij. 'stop!!! Blijf van hem af, hij is het zusje van de leider van de wolven.' daar stond de leider van de panters. 'maar...' ' niks niet te maren. Doe wat ik zeg, laat hem met rust.' de panters liepen stuk voor stuk weg. ' wat doe je hier? Je mag hier helemaal niet komen.'' 'ik kwam u hulp halen om mijn zus te bevrijden.' 'in dat geval denk ik dat iemand je wil spreken, volg mij.' ze liepen van de panters weg verder het bos in. Daar stond op een rots een wolf, tenminste een hologram van een wolf. 'Elsa??!!' ze keek naar hem en riep:' Pascal!!!' ze rende naar hem toe en sloeg haar poten over zijn schouders. Hij gaf haar een knuffel. 'hoe gaat ?' 'goed hoor, maar ik denk niet dat ik hier niet heel lang kan blijven. Dit is de eerste keer dat ik dit doe.' 'oké.' toen begon ze een beetje te vervagen. 'weedas hier morgen weer om vijf uur dan hebben we langer de tijd.' en toen was ze helemaal weg. 'ik denk dat je beter weg kunt gaan, je ouders zullen wel ongerust zijn.' hij knikte en liep weer terug naar school pakte daar zijn fiets en fietste weg. Tijdens de reis kon hij maar aan een ding denken. Hij had Elsa gesproken.
Reageer (1)
Mooi geschreven snel veder please
1 decennium geleden