Hoofdstuk 2. Flames
Haar handen rustte op het versleten hout van de vensterbank. Beneden renden twee meisjes over het binnenhof heen, de een wat meer teruggetrokken dan de ander. Ze voelde het aan. Haar handen trok ze nu terug en wat zwarte as bleef achter op de plekken waar haar vinger het hout had geraakt. Telkens weer waren er die gedachten over de brand, het moment dat het hele kasteel in vlammen opging. Wat er precies was gebeurt die dag herinnerde ze zich niet meer, het enige wat ze nog wist waren zijn ogen, de woordjes die hij zacht had gefluisterd en een pijnsteek. En nu stond ze hier, al meer dan honderd jaar hetzelfde lichaam, geen rimpel meer dan vroeger. Met een ruk draaide Diana zich om en haar jurk maakte een wapperend geluid. Het kasteel was gehuld in donker, maar het was niet nodig voor haar om licht aan te zetten. Elke steen, elke kier, elke kamer hier kende ze tot op de kleinste hoekjes. Haar groene ogen begonnen te prikken, haar handen klemden zich stevig tot vuisten. Nee, niet nu. Haar lichaam trilde een beetje en haar ogen prikten nog meer. Nee. Het leek alsof er iets barstte in haar ogen, maar toen was er een koude hand op haar schouder. “Rustig,” zei een stem.
Ik ontspande me weer. Langzaam draaide ik me om en keek met mijn nu rood geworden ogen in de zijne, het was weer gebeurd. Als er mensen in mijn buurt kwamen gebeurde het altijd, ik kreeg honger en had niet genoeg aan de dieren die hij voor me meenam uit het woud. Ik verlangde naar mensenbloed. Zijn armen lagen op zijn schouders en ik klemde mijn ogen dicht, schaamde me enorm omdat ik het weer niet tegen had kunnen houden. Ik legde mijn hoofd tegen zijn borst. Als normale mensen dit bij elkaar zouden doen hoorden ze elkaars hart kloppen, maar bij hem klonk er niets. Een eeuwige stilte. Net als bij mij.
Diana tilde haar hoofd weer op van zijn borst. Hoelang ze hier zo gestaan hadden wist ze niet, maar ‘tijd’ had voor hen toch geen enkele betekenis meer. Dorian greens enkel en pakte met zijn bleke hand een lange blonde lok van haar haren vast, rolde deze tussen zijn vingers door en liet de lok weer terug in haar haren vallen. Zijn hand streek zacht tegen haar wang, waardoor ze zich nu geheel ontspande. Haar ogen deden pijn, opnieuw, maar minder erg als eerst. Aan de wand van de kamer hing een halve spiegel waar ze in zag dat haar eerst rode ogen weer terug veranderden in hun normale kleur: groen. Een opgeluchte zucht rolde over haar lippen en ze glimlachte naar hem. “Bedankt..” Het enige wat hij naar haar deed was zijn hand nog een keer tegen die van haar aan te duwen, en vervolgens in de duisteren gang te verdwijnen.
Vlammen, alleen maar vlammen. Ik zocht naar een uitweg, maar die was er niet, niet meer. Een woedende kreet klonk door de zaal heen en ik drukte me tegen de muur aan. “Ik zal je krijgen!” Het was Isabella die dat schreeuwde, blind van woedde. Er zat een vlammenzee tussen ons in, maar nog altijd leek het alsof ze regelrecht door de vlammen zou komen om mij bij m’n keel te grijpen. Waarom kon ze het niet gewoon accepteren? Accepteren dat hij voor mij had gekozen? Mijn hoofd tolde door het zuurstoftekort wat ik kreeg, en de hitte was vreselijk. Mijn voeten deden pijn en de vlammen bereken mijn tenen. Mijn jurk vatte vlam. Plots was hij daar dan, regelrecht door de vlammenzee heen gekomen. Hij pakte me stevig vast en drukte me tegen de muur. Was hij boos omdat ik het tegen Isabelle had gezegd? Mijn hart klopte sneller toen zijn donkerbruine ogen recht in die van mij keken. Plots leek hun kleur wel te veranderen, en al snel waren ze net zo rood als de vlammen om ons heen. “Wat..” Hij drukte zijn vinger tegen mijn lippen en snoerde mij zo de mond. Ik moest mijn energie sparen voor wat er komen ging, al wist ik niet wat dat was. Mijn zicht begon weg te vallen en mijn ademhaling was onregelmatig. Ik voelde twee paar koude handen die zich om mijn keel heen sloten, en toen een pijnlijke steek. Mijn zicht viel weg en ik zakte slap in zijn armen.
Er zijn nog geen reacties.