Hoofdstuk 3. Nieuwe Clankittens

De katten waren aangekomen in het kamp. De schildpadpoes en haar trouwe commandant trippelde als eerste het DonderClankamp binnen. Ze moest denken aan wat ze zag tijdens De Grote Vergadering. Zal ik dit met Regenpels overleggen? De medicijnkat wist meestal overal een antwoord op. Ze is heel kundig. Voor Vlekster een stap kon zetten racete Mistpoot naar haar leider. ''Wat is er Mistpoot?'' ''Het is Spikkelpels, ze heeft net drie kittens ter wereld gebracht!'' Mistpoot 's stem klonk enthousiast. ''Ooh, dat is heel goed nieuws! Ik ga meteen kijken'' informeerde de leider. De twee katten trippelde naar de kraamkamer.
Ze liepen naar binnen. Een lapjespoes zat op een mos nest. Ze keek trots naar haar drie kittens. Naast haar stond een lichtgrijze medicijnkat. ''Het is allemaal goed verlopen en Spikkelpels heeft drie kittens ter wereld gebracht'' snorde de poes. ''Dat is goed om te horen'' miauwde de Clanleider vrolijk. De eerste kitten was wit met een grote lichtbruine vlek op haar rug. De middelste kitten naast haar was donkerbruin gekleurd. ''Hij lijkt veel op z'n vader'' snorde Vlekster. ''Ja, Modderpoel zal wel trots zijn'' miauwde de poes vrolijk. Modderpoel en Spikkelpels hadden al heel lang samen een relatie, en nu heeft Spikkelpels eindelijk haar kittens ter wereld gebracht, gezond en wel. De rechter kitten was heel lichtbruin met een gele vlek op haar poot. Haar witte vlek zat op haar achterpoot dat tot net boven het einde van haar been liep. ''Ze zijn echt heel schattig'' vond Mistpoot. De moederkat snorde.