H 2.2 - 8 jaar
Ik stond voor de deur met mijn spiderman rugzak in mijn handen en had een groene jas in de perfecte maat, van mijn ouders gekregen. Ik stond angstig te wachten op de taxi die me naar een nieuwe thuis zou brengen.
Ik kijk over mijn schouders als ik Jane en Michael het gebouw uit zag stappen en me vriendelijk toelachte.
'Je gaat het geweldig krijgen in je nieuwe huis. Eigen grote slaapkamer, met eigen badkamer,' sprak Michael. Een grote auto kwam de poort door rijden en stopte voor de deur.
Een vriendelijke jongenman stapte uit en liep naar me toe.
'Mag ik je rugzak?' vroeg de jongenman en stak rustig zijn hand uit, maar ik schudde mijn hoofd.
'Noah, dit is Albert, hij is onze chauffeur, als je hem de tas aangeeft legt hij het voor je in de kofferbak,' zei Jane die mijn hand vastpakte en me naar de auto begeleide.
Ik mocht in het midden zitten en ik straalde toen ik de inrichting achter me liet. Eindelijk was ik verlost van die vreselijke plek. Ik had eindelijk een familie die om me
gaf.
De auto sloeg af en reed de drukke snelweg op, weg van het kleine dorpje in Florida.
'Waar gaan we naartoe?' vroeg ik in het algemeen.
'We gaan naar je nieuwe huis in Sydney,' sprak Michael en haalde wat uit zijn tas. Een langwerpig apparaat waar het scherm op verlichten.
Een foto van een gelukkig stel stond op de voorkant.
Hij schoof met zijn vinger over het scherm en de foto verdween in een vrolijke baby.
'Wie is dat?' vroeg ik aan Michael, maar hij klikte op een knopje. Het verlichte scherm werd zwart. 'Dat is gewoon een foto van internet, ik vond hem schattig,' beantwoorde hij de vraag.
De auto stopte voor een enorm gebouw waar met grote letters 'Airport' op stond.
We stapte uit en ik kreeg mijn rugzak terug.
'Als we in Sydney zijn, koop ik nieuwe kleding voor je,' zei Jane die naar de bali liep.
Uiteindelijk zaten we in de lucht, en ik keek uit het raampje naar de witte wolken onder me. Het was een bijzonder gevoel om het land onder me te zien, in plaats van om me heen. Het vliegtuid was alleen van ons, van de familie.
'Noah, tijd om te slapen,' zei Jane en ik gaapte licht.
'Ik ben nog niet moe, ik..' Voordat ik nog wat zei viel ik in een droomloze slaap.
Na enige tijd werd ik wakker en zag ik dat het nog donker was. De straalmotoren waren zwak, maar nog wel te horen. 'Noah lieverd, heb ik je wakker gemaakt?' vroeg Jane die in nachtjapon tegenover me een boek aan het lezen was, stond op en pakte me voorzichtig op, zodat ik op haar schoot kon gaan zitten.
Ik lag tegen haar aan en voelde me veilig.
Ze streelde zachjes over mijn haar, tot ze stopte. Ze streek wat bruine haren weg en streek een pluk haar voor mijn ogen weg. Mijn bruine haren kwamen tot het begin van mijn kaaklijn, en er zaten een paar krullen in.
'Michael kom eens,' zei ze tegen de slapende man van achter die nu vermoeid opstond.
'Jane, het is twee uur 's nachts.'
Jane reageerde er niet op en schoof het plukje haar meer naar achteren. Ik wilde zien wat ze zagen, maar dan draaide ik mijn hoofd veel te ver naar een kant.
'Kijk,' zei Jane enkel en liet de apparte litteken in mijn ooghoek zien.
De litteken liep vanuit mijn ooghoek naar beneden en boog af naar mijn oor toe. Aan het eind zat er een klein bolletje dat er eerder uitzag als een moedervlek dan een litteken.
'Noah, hoe kom je aan dat litteken?' vroeg Jane, maar ik schudde al mijn hoofd.
Ik was bang dat het iets ergs zou zijn. Ik was bang om het te vertellen wat er vier jaar geleden gebeurd was.
'Als we in Sydney zijn, laten we het nakijken, misschien dat ze er wat aan kunnen doen.
Ik was moe en gaapte. Door de traan vulde mijn ogen zich met kleine tranen en ik viel tegen mijn nieuwe moeder in slaap.
Er zijn nog geen reacties.