Time flies- chapter 2
Opeens zat ik in een staat waarin je niet kunt wakker worden maar wel kunt nadenken. “Laat me alsjeblieft niet dood zijn” dacht ik “ik zou er alles voor over hebben”.
Plotseling kan ik mijn ogen open doen. De jongen met de alcohol adem staat voor me en kijkt me aan. Ik kijk een beetje duf om me heen. Plotseling komt hij dichterbij. “Wat dacht je ervan als ik een stukje met je meeloop” fluistert hij. “Dit kan niet” dacht ik in mezelf. “Dit is net gebeurd…”. Omdat ik nog zo zit na te denken zeg ik al ja voordat ik besef dat dit het domste antwoord is dat je kan geven. De jongen grijnst naar me en slaat zijn arm om me heen. Ik wil dit eigenlijk niet maar ik ga er niet tegenin aangezien ik nu weet dat hij geen grenzen heeft. We lopen de brug af. Ik zeg niks, ik durf hem geeneens aan te kijken. Hij vraagt om mijn telefoon nummer en ik geef het. Zo gaat het door totdat we minstens een uur hebben gelopen. Ik ben kapot maar ik durf niks te zeggen. De arm om mijn schouders verslapt steeds meer en plots valt de jongen neer. Ik schrik en pak zijn pols om te kijken of hij dood is. Als ik zijn hartslag voel weet ik dat het niet zo is. Ik besluit om hem te laten liggen en deze gelegenheid te pakken om te vluchten.
Ik heb nog nooit zo hard gerend. Als ik thuis ben is mijn gezicht helemaal rood aangelopen van het rennen. Ik stap naar binnen, doe de deur op slot , pak een glas water en ik ga op de bank zitten om alles op een rijtje te zetten. Ik ben dus net dood geweest maar toch weer tot leven gekomen. Als ik dit aan iemand vertel sturen ze me gelijk door naar een psychiatrisch ziekenhuis. Ik besluit dat ik nu beter een koude douche kan nemen voordat mijn hoofd nog meer rare dingen gaat denken. Ik loop naar de badkamer en kleed me uit. Dan zie ik opeens het cijfer 12 op mijn buik staan. Niet heel groot maar groot genoeg om het op te merken. Ik ga onder de douche en probeer alles om het eraf te halen, met zeep, scrub, een spons, maar niks helpt. Ik weet vrij zeker dat ik niet naar een tattoo winkel ben gegaan maar nu al deze rare dingen achter elkaar gebeuren weet ik niet meer wat werkelijkheid is en wat niet. Ik heb mijn kleren ondertussen al weer aangetrokken, want ik wil er verder niet meer over nadenken. Mijn hoofd tolt van alle dingen die daarnet zijn gebeurd. Ik kijk op de klok, het is nu vijf uur in de middag. Ik besluit om de televisie aan te doen en laat het staan op mtv. Na een halfuur ben ik in slaap gevallen.
Ik schrik wakker. Licht straalt door de gordijnen heen. Ik moet echt lang geslapen hebben. Ik fris me wat op en ga met twee boterhammen en wat te drinken aan tafel zitten. Terwijl ik probeer om een beetje goed wakker te worden gaat opeens mijn mobiel af. Een onbekend nummer. Ik twijfel of ik op zal nemen. Ik heb geen zin in nog meer gezeik. Maar als het mijn ouders zijn zullen ze wel geïrriteerd raken als ik niet opneem. Als ik net mijn mobiel wil pakken stopt hij al. Ik vloek, was ik maar sneller geweest. Dan wordt er nog een keer gebeld. ‘Hey, met Mike’. Mijn adem stokt in mijn keel. Ik ken deze stem. Dit is de jongen van vanochtend.
Er zijn nog geen reacties.