Mijn leven was niet altijd simpel. Als klein meisje kon ik onbezorgd spelen, met mijn vriendinnetjes, lekker maar wat doen.
Genieten van die tijd. Blij en vrolijk meisje die rondhuppelt. Maar kleine meisjes worden ook groot, dus ik ook. Het afscheid van mijn bassischool vond ik moeilijk. Ik wou geen deuren sluiten en al helemaal geen nieuwe openen, maar stiekem vond ik het ook wel een beetje spannend.

Toch moest ik een nieuwe deur openen, een deur van een groot gebouw met nieuwe mensen. Ik had me nog nooit zo klein gevoeld. Geen idee waar je heen moet, geen idee wat je te wachten staat, ik had gewoon geen idee. Langzaam went het, maar dat onbezorgde leventje was er niet meer. Werken, dat was wat ik moest. Lange dagen school. Na een half jaar ging het mis. Mijn vriendinnen bleken niet te zijn wie ik dacht. Maar dat was wat mijn hart zei, mijn hoofd bleef volhouden dat er niks aan de hand was, dat het mijn beste vriendinnen waren en ik niet moest zeuren. En gek genoeg luisterde ik naar mijn hoofd, iedereen luistert altijd maar naar zijn hoofd. Dat bepaal je niet zelf, het is gewoon te sterk. Het gevoel van alleen zijn werd erger en mijn angst groeide maar. Ik zag mijn vriendinnen als monsters. Huilen, ik huilde meer dan ik sliep. Elke avond in bed, s' ochtend bij het ontbijt, en een paar keer op school. Wie wilt zo leven? Op gegevemoment ben je daar klaar mee. Ik had het eerder moeten stoppen, maar ik had nooit door hoe erg het was, ik was ook veel te bang. Toen ik alles er uit gooide kreeg ik van alles de schuld, alles lag maar bij mij. Ik moest maar aan mezelf gaan werken. En nee, niet alleen mijn vriendinnen zeiden dat, ook de ouders van die meisjes. Ik moest misschien alles in mijn hoofd weer op een rij krijgen. Maar die meiden hadden een groot deel schuld, werd daar iets over gezegd? Dacht het niet. Mijn angst bleef, zelfs zonder mijn vriendinnen. Ik maakte nieuwe vriendinnen, echte vriendinnen. Maar als er elke keer als je langs je oude vriendinnen loopt een opmerking over je gemaakt word, neemt je angst alsnog een beetje toe. Ik had ook niet het lef me te verzetten of iets terug te doen. Ik sloeg dicht, keer op keer. Tot een bepaald moment. Een van de meisjes ging mij nare berichten sturen op school, ik was buiten, zij was binnen. Ik zag haar even later naar buiten lopen, ineens voelde ik geen angst meer. Ik was voor een keer niet de zwakke, niet dat huilende meisje, maar een keer het meisje die een grote bek gaf. Ik gooide al mijn woede er uit. Wat ik precies gezegd heb? dat weet ik niet meer, maar het voelde zo goed. Sindsdien voel ik me niet meer dat zwakker meisje, dat zielige lelijke eendje. Ik ben sterk, gelukkig. En bang? Mochten ze willen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen