School
Een aantal meiden kijken naar haar. Het meisje in het midden kijkt als laatste.
“Daar is ze weer!” klaagt één van de meiden. Ze zucht. Desondanks loopt het meisje waar het over gaat door. “Natuurlijk,” zegt ze kalm, al klinkt er duidelijk woede doorheen. “Ik zit hier op school. Weet je dat nog, of heeft jouw haarkleur jouw hersens aangetast?”
Het meisje slaat boos haar armen over elkaar heen. Het meisje in het midden knippert verbaasd. “Wat is er mis met blond haar? Dat heb ik ook.”
“Dat bedoel ik.”
Het meisje dat net gesproken heeft, loopt door. Ze laat het meisje in het midden verbaasd achter. “Ik snap het niet...”
“Ach, laat haar maar. Niemand snapt haar. Ze is gewoon een...”
“We zijn het echt niet met haar eens hoor!” begint een ander. “Ze wil gewoon opscheppen met haar cijfers! Dat is alles wat ze kan!”
“Ja! Ze kan niet eens áárdig doen! Ze is vreselijk!”
Een paar minuten later komen de twee meisjes elkaar weer tegen. “Zeg, wat bedoelde je nou met ‘blond’?”
Haar gesprekspartner – een donkerharig meisje van dezelfde leeftijd – zucht. “Dat je dat nou nog niet begrijpt, zegt wel genoeg lijkt me...”
“O, jij...” Het blonde meisje kijkt haar kwaad aan, maar doet dan haar kin omhoog. “Het geeft niet. Ik laat me niet verleiden tot een discussie...”
“O, wat ben je toch goed!” roept één van de meisjes die al snel naast het blonde meisje gaat staan.
“Ja, dat wou ik net zeggen,” mompelt het donkerharige meisje. “Alleen dan met een andere betekenis.”
“Zeg, laat haar eindelijk eens met rust!” zegt een tweede die ook bij het blonde meisje komt staan.
“Prima. Het zijn jullie die maar niet ophouden met praten over hoe slecht ik wel niet ben…”
Het donkerharige meisje wil weglopen, maar voor ze echt weg is, heeft de halve klas zich al rond het blonde meisje verzameld, luid pratend over hoe slecht hun klasgenote is. Het meisje zucht. “Dat bedoel ik.”
“Waar bemoeien jullie je mee? Kunnen twee dames niet eens een gesprek voeren zonder dat de halve school zich ermee gaat bemoeien?”
Iedereen kijkt naar de vreemde man die ongemerkt is komen aanlopen. “Natuurlijk bemoeien we ons ermee als onze klasgenoot lastig wordt gevallen door háár!” “Ja!”
De man knikt. “Want ‘klasgenoot’ kan niet voor zichzelf praten?”
Het blonde meisje slaat haar armen over elkaar. “Dat kan ik wel! Maar ik kan er toch niets aan doen dat anderen bezorgd om me zijn?”
“Oké, jullie horen het! Iedereen weg! Het gaat jullie niets aan!”
Verontwaardig gemompel wordt hoorbaar. “Waarom zou ik mijn vrienden wegsturen? Zij mogen hier toch ook zijn!”
De man kijkt het donkerharige meisje aan en haalt zijn schouders op.
“O, je snapt er echt niets van, hè?” roept het meisje.
“Niet als je me niet vertelt wat het is dat ik zou moeten snappen.”
“Lekker makkelijk om je te verschuilen achter de massa! Alsof ik zo een eerlijke kans heb om te vertellen wat ik wil zeggen!”
“Ik verschuil me niet. Deze mensen willen gewoon graag bij me zijn. Je kunt toch zeggen wat je wilt? Dat je dat niet doet, daar kan ik niets aan doen! Je hoeft niet jaloers op me te zijn, enkel omdat ik rijk en mooi ben!”
Het donkerharige meisje zucht en loopt weg. “Je bent onmogelijk!”
Een verontwaardig gemompel barst weer los. Het blonde meisje kijkt haar na. “Nou... Jij ook!”
Reageer (1)
Wel een mooi verhaaltje eigenlijk, ook precies met een diepere betekenis!
1 decennium geledenAl vind ik het wel moeilijk omdat je geen namen gebruikt, dat maakt het hier en daar ingewikkeld.