Giovanny liep over straat en keek naar de bekladden huizen, waar met dikke rode letters, gebeden op stonden. Hijzelf nam nog een extra teug uit de drankfles. Kinderen die niet mochten drinken, kregen iedere avond een kruis om hun nek om te beschermen tegen de nacht.
Gio keek omhoog en zag dat er donkergrijze wolken over waaide. De wolken zagen er dreigend uit en het kon wel eens gaan onweren zo. Gio vervolgde zijn weg en bleef staan voor het enorme hek, dat toegang bood tot het enorme huis op de heuvel.
Het scheen dat het aan de achterkant een klif zat, dat uitzicht bood op een prachtig bebost landschap, maar het hek dat eromheen zat, was hoog en niemand kon bij de kliffen komen.
Giovanny trok zijn sjaal wat meer over zijn mond om de overtollige kou buiten te houden. Het begon langzaam kouder te worden. Het was eind oktober en de bomen verliezen hun bladeren.
Giovanny kende de kinderen van de huize Nightlock. Jongens van tien waren het toen. Ze zaten bij hem drie dagen op school, de rest van de dagen kregen ze thuis les van hun ouders.
Mevrouw Nightlock was een charmante vrouw, ze droeg altijd bloemenjurkjes en ze lachtte altijd. Ze vertelde dat ze eigenlijk zwanger was van een drieling, maar de derde was bij de geboorte overleden.

'Giovanny, kom je binnen spelen?

Het galmde door zijn gedachte en keek geschrokken naar de woeste tuin dat in zijn kindertijd nog vol leven en bloemen stond. Ze hadden verstoppertje gespeelt, maar nu hij zeventien was en zijn vrienden nooit meer had gezien, was hij alleen.
Hij wist nog dat hij vaak optrok met de jongen die Rhai heette.
Giovanny werd vaak gepest op school, omdat hij de zoon was van de barman, maar ze durfde me nooit uit de dagen, omdat Rhai al voor was.
Giovanny zuchtte en liep terug naar het dorp, als het hek langzaam opengaat. Giovanny draaide zich geschrokken om en keek naar de vrouw, gehuld in witte doeken dat als een jurk om haar lijf liepen. Ze had behoorlijk lang, donkerbruin haar en haar ogen waren een schitterende paarse kleur.
Ze stak haar hand uit om hem te verleiden.
'Giovanny, ik heb op je gewacht, kom bij me,' sprak ze in een zwoele fluistertoon, terwijl de nekharen bij hem overeind stonden.
'H..Hoe.. Hoe weet jij mijn naam?' riep de jongen naar de vrouw.
'Bij de eerst volgende maan, waarbij het dorp rood gloeid, zullen de meesters met de rode ogen, het dorp binnenvallen. Smeer drie druppels van je eigen bloed op elke deur, maak van hout een kruis. De onderkant het mes.
Doorboor hun hart, zo zal de maan zijn rode gloed verliezen en zullen jullie uit de duistere tijden verlost worden,' waarschuwde ze, waarbij ze gewoon zei hoe het dorp de wezens moest aanpakken.
Giovanny wilde nog wat zeggen, maar de vrouw was al verdwenen en de poort was gesloten. Giovanny dacht na en telde op zijn vingers wanneer de volgende rode maan zou zijn.
'Dat is nog drie dagen,' riep hij en haaste zich terug naar het dorp en opende gehaast de deur.
Zijn vader zat aan een tafeltje en bleef voor zich uit staren.
'Vader ik heb goed nieuw, ik weet hoe we de vampieren kunnen verslaan,' riep hij vrolijk, maar het was alweer snel verdwenen toen hij de tranen in de ogen van zijn vader zag.
Hij zei niets, maar zijn emotie was al genoeg. 'Wat is er vader?' vroeg Giovanny.
'Gio, ik moet je wat vertellen...


En ik denk dat je het niet leuk gaat vinden...'

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen