oke nu komt er iets anders in, namelijk draken rijders en elven. Caspian komt er later weer in

Raven pov:
Roran`s transformatie is begonnen, het heeft lang geduurd maar nu is het eindelijk zo ver. “Roran je moet je kleding uittrekken.”zeg ik snel. Met veel moeite doet hij wat ik zeg. Zodra hij uitgekleed is schiet zijn staart te voorschijn. Groot, zwart, pluizig en anderhalve meter lang. Zijn grote oren volgen en niet veel later is hij een zwarte vijf meter grote wolf. Hij gromt luid en begint aan me te snuffelen. “Wow het is eindelijk gebeurd. Ik ben een wolf.”roept hij dan luid. Selena, Bella, Edmund, Lucy, Susan, Peter en Caspian komen aangerend. Samen met alle soldaten van Narnia. Roran steekt zijn grote tong uit en geeft Susan een grote lik. “Iewww.”roept ze luid. Ik grinnik en klop op Roran`s poten. “Das mijn broer.”zeg ik kalm. Roran kijkt me met zijn grote bruine ogen aan. Ik knik kort naar hem en hij schudt verward zijn hoofd. Hij begrijpt het ook niet, waarom ik kalm klink terwijl ik vrolijk moest klinken toen ik het zij.

Peter en Edmund grijnzen breed als Roran Susan weer likt. Caspian kijkt me dromerig aan en Lucy en Trompoen zitten op het gras te praten. Ik voel iets in mij veranderen, het voelt alsof al mijn emoties zich diep binnen in mij terugtrekken. Op een plek waar ik ze niet kan voelen, alsof ik emotieloos moet zijn. Alsof er iets gaat gebeuren waar je geen emoties bij kan hebben. Mijn scherpe gehoor pikt de geluiden van wanhopige gebeden op. Hoge Vrouwe? Wat is dat en waarom hoor ik de gebeden en niemand anders? Ai wat als ik de Hoge Vrouwe ben, wat als ik krachten heb die niemand anders heeft omdat ik een beschermer ben of zo iets. “Peter wat is de Hoge Vrouwe?”vraag ik emotieloos. “Een legendarische krijger. Ze reist overal heen om werelden te verlossen van groot broeiend kwaad. Als het tijd is vindt ze een man, trouwen ze en blijft de man in zijn wereld om voor de kinderen te zorgen, als ze die krijgen. Als de Vrouwe sterft krijgt een van haar kinderen haar taak. Het kan een jongen zijn maar meestal is het een meisje.” Legt Peter uit.

Ik kijk naar Roran en zijn ogen vertellen me dat hij weet dat ik de Hoge Vrouwe ben. “Ik moet gaan. Jullie zullen me niet snel terugzien. Pas goed op Roran en zorg voor Caspian.”zeg ik kalm. Verbaasd kijken ze me aan. Weer die hulpeloze gebeden. “Ja, ja kom al. Man stop met bidden hoorde je de eerste keer ook al. Man ik haat dit baantje nu al.”zeg ik emotieloos met een vleugje ergernis. Roran zucht en kijkt me droevig aan. “Kijk niet zo, je weet dat ik moet gaan. Ik kan ze niet aan hun lot overlaten.”zeg ik snel. “Weet ik je bent de Hoge Vrouwe, je moet gaan.”zegt hij kalm. Ik knik en concentreer me. Ik poef weg en land in een meer. Proestend kom ik boven, van onder mijn natte haar kijk ik rond. Ik zie een groepje beeldschone wezens aan de linkerkant zitten. Vlak bij het bos met een gezellig vuurtje in hun midden. Aan hun oren te zien zijn het elven en ze zingen heel erg mooi. Zo te zien zijn het mannen, alle twintig.

Snel verander ik mijn kleding in een kort wit jurkje. Mijn zwaarden en boog kan ik zo te voorschijn halen dus het is geen groot probleem als ik ongewapend ben. Mijn haren worden spierwit en mijn ogen, te zien in het water, helderblauw. Ze zien er een beetje wazig uit alsof ik blind ben, dus het is misschien slim om te doen alsof ik blind ben. Snel tover ik een donkerblauwe doek tevoorschijn en bind die voor mijn ogen. Voorzichtig en half spartelend probeer ik vooruit te komen. Auw, die landing in het water was iets te veel voor mijn lichaam. Ik voel al mijn spieren nog van die rit op de paarden en de aanval van dat beest en nu voel ik overal zeker een hoop blauwe plekken. Plots ga ik kopje onder. Ik spartel heftig en kom met veel moeite boven water om luid te gaan schreeuwen. Mijn stem klinkt helder en zuiver zoals die van een elf. Hun gezang stopt en ik hoor hun kreten. Ik ga weer kopje onder en hoor een van de elfen het water in springen.

Ik blijf spartelen en voel plots sterke armen om mij heen. Ik wordt boven water getrokken en hap naar adem. Even later word ik aan land gehesen. Iemand tilt me op en legt me bij een warm vuurtje. “Ga zitten Niram, je bent nat. Trek droge kleren aan wij helpen haar wel.”zegt een elven stem. Meerdere handen raken me aan, en dat vind ik dus totaal niet prettig. Ik weet niet wie ze zijn en wat ze willen. De elf die mij gered heeft vertouw ik nog wel maar die andere niet. Een van hen verwijdert de doek voor mijn ogen en de andere mijn jurk. “Laat mij maar. Aan haar lichaam`s staal te zien vertrouwt ze jullie niet echt.”zegt een stem. Ik ruik een lekker ruikende geur en laat me droog wrijfen. Even later draag ik een warme elven broek, shirt en sokken. De elf legt me op iets zacht`s. Wow zichzelf, vast een speciale elf. Ik open mijn ogen en knipper even. Een wazig gezicht verschijnt voor me. “Volgens mij is ze blind.”zegt een jonge stem zacht. Ik sluit mijn ogen en als ik ze open doe zijn ze felgroen.

Ze kijken me licht verbaasd aan. “Auw.”zeg ik zacht. “Waar heb je pijn meisje?”vragen ze bezorgd. “Overal, die landing in het water is niet bepaald soepel gegaan. Had ik kunnen weten, is de eerste keer dat ik flits.” Zeg ik zacht. “Flits?” vraagt de elf die me vast houd, Niram. “Leg ik later wel uit, het is moeilijk uit te leggen. Misschien dat jullie er vanzelf wel achter komen.”zeg ik zacht. Ik ga rechtop zitten en hoor weer die gebeden. Geërgerd zucht ik. “Ja, ja kom al.”zucht ik. Ik sta op en wankel even. “Auw, ik heb een hekel aan tyranossen.”zucht ik. “Dat zijn mythes.”zegt Niram. “Ja, hier misschien maar in Narnia niet. Er zijn meer werelden, Niram.”zeg ik kalm. Weer gebeden en een hoop gegil. Gegil dat de elven ook gehoord hebben. “Te wapen we gaan kijken wat er aan de hand is.”zegt Niram. “Meisje blijf hier.”zegt hij bevelend. “Soldaten, magiers. Een draak en een rijder. Ze vallen een dorp aan. Veel vuur, bloed en Urgal`s.”zeg ik kalm.

Ze kijken me aan en pakken hun spullen in. “Ik ga mee.”zeg ik kalm. “Maar iemand moet op het Draken ei passen.”zegt een elf met blond haar geschokt. “Goed dan pas ik op het ei.”zeg ik kalm. Ze vertrekken en ik ga bij het gitzwarte ei zitten. Er lopen regenboog kleurige aders overheen. Ik haal het ei uit de bundel en leg het in mijn schoot. Zacht begin ik te zingen over een krijger met een grote taak. Over gevaren en mysteries en over vriendschappen en liefdes. Ik zucht even. “Ik heb mijn broer en mijn vrienden achtergelaten. Voor wat? Voor mijn taak als Hoge Vrouwe. Ik weet dat ik geen keus heb maar ik mis ze vreselijk. Ik weet zeker dat, als je uit het ei komt je, je rijder niet in de steek laat. Zo zijn Draken, moedig en vol met vriendschap en loyaliteit.”zeg ik zacht. Een barst verschijnt in het ei en een kwartier later komt er een draken kopje uit het ei. De schaal valt uiteen en de draak likt het vlies op. Met zijn grote groene ogen kijkt hij me aan.
Ik zucht en strek mijn hand uit. Meteen drukt hij zijn neus er tegen aan. “Wat ben jij een mooie draak. En je komt uit het ei dat gelegd werd door de oermoeder.”zeg ik zacht. Een zilverkleurig merkteken verschijnt op mijn rechter hand. Ik leg de resten schaal opzei en zet de draak op mijn schoot. “Sorry, Gwendar maar ik heb geen vlees voor je. De elven hebben ook geen vlees, ik zal straks aan ze vragen of ik mag jagen.”zeg ik zacht. Zodra ik Gwendar zeg hoor ik zijn geest in de mijne. Een uurtje gaat voorbij en dan komen de elven terug. Als ze Gwendar zien slaken ze een verraste kreet.”Mooi is Gwendar hé?” vraag ik zacht. “Gwendar?”vraagt Nirman verbaasd. “Leek me een mooie naam. En hij vindt dat ook. Zijn geest voelt verassend sterk aan.”zeg ik kalm. “Nu al? Dat is wel heel erg snel. Meestal gebeurt dat pas als ze een maand of vijf zijn.”zegt Niram verbaasd.

Ik knik kort. “Maar niet bij Gwendar. Hij komt uit het eerste ei dat gelegd is door de oermoeder van zijn ras. En vanwege mij ontwikkelt Gwendar binnen vijf maanden tot een volgroeide draak. En zijn opleiding hoeft maar heel kort te zijn.”zeg ik kalm. “Een opleiding is voor jullie beide zwaar en het duurt lang.”zegt Niram kalm. “Als hij kan vliegen leer ik hem de juiste vlieg manoeuvres en speciale aanvallen en verdedigingen.”zeg ik kalm. “Hoe? Je hebt geen vleugels.”zegt Niram verbaasd. “Nu niet nee, maar dat komt nog wel. Ik moeteerst even rusten en dan kan ik een korte opleiding doen. Magie is niet zo moeilijk. Ik zelf ben al zeer goed in magie zowel goede als slechte magie.”zeg ik kalm. “Kun je deze steen optillen dan?”vraagt een blonde elf. Ik kijk naar de kiezel steen die hij vast heeft en concentreer me. Zonder iets te zeggen laat ik het ding de lucht in zweven. Ik maak een beweging met mijn hand opzij en gooi de steen zo het water in.

Verbaasd kijken ze me aan. “Zonder iets te zeggen, Hoe heb je dat gedaan?”vraagt Niram. “Ik zij toch ik ben goed in magie. Non verbaal en verbaal. Ik kan zelfs het water bewegen als ik dat zou willen.”zeg ik kalm. Ik beweeg mijn handen omhoog en het water in het meer komt ook omhoog. Ik begin aan een reeks ingewikkelde bewegingen. Even late ris het water rustig en lig ik op Niram`s schoot te slapen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen