026.
Waar moest ik naartoe? Rho had nu vast een hekel aan me, aangezien Temonné iedereen had wijsgemaakt dat ik Pi had gedood. Opeens voelde ik een koele vlaag wind lang me heen schuren. Ik keek opzij, maar zag niks. 'Hier boven,' hoorde ik een stem zeggen. Plots bungelde Pi's gezicht voor m'n ogen. Hij zat op m'n rug, maar ik voelde zijn gewicht niet... "Ik wil je heus wel helpen, dat had ik toch gezegd?"
"Soort van denk ik... Maar waar moet ik nu heen. Ik kan nergens heen ik ken niemand. En er zijn weinig wezens die ik kan vertrouwen."
"Ik ken nog wel wezens die te vertrouwen zijn. En ze zijn misschien ook bekent met je anatomy."
"Hoezo dat? Wat heb ik daar dan aan..."
"Je eigen lichaam beter begrijpen misschien?" Pi gebruikte me nu als een soort zwevende taxi. Terwijl hij dood was. En z'n ziel op me zat. Het was dus een raadsel hoe hij dat dan ging doen. Maar hij bracht mij ergens heen. Ben benieuwd waarheen... Ik landde voor een klein huisje op een heuveltje. Zodra ik neer was gekomen, deed een jongen de deur open. Toen nu toe was hij het wezen dat het meest weghad van een mens. Enkel zijn ogen. Die waren zo ijsblauw dat het onnatuurlijk leek. 'Wie ben je?' vroeg hij terwijl hij naar me toekwam.
'Dave,' antwoordde ik aarzelend.
Hij hield zijn hoofd schuin en bestudeerde me. 'Aangenaam,' zei hij vervolgens. 'Ik ben River.'
"Hmmm..." River keek mee heel bestuderend aan alsof ik een kostbaar schilderij was. "Wezens zoals jij komen niet veel voor. Eigenlijk bijna nooit."
"Ehm... Oke..." Zei ik terug.
"Je bent een mooi creatuur. Maar waarom ben je eigenlijk hier?"
"Dank je... En ehm... Ik ben hier omdat ik niet wist waar ik heen moest gaan. Een vriend van me zei dat ik beter hier heen kon komen."
"Ow. Wie, emm. Hoe heet die vriend dan?"
"Pi." Zei ik met teleurgestelde blik richting de grond.
'O, Pi heeft je gestuurd?' zei River verbaasd.
Hij deed een stap opzij en leidde me naar binnen. Het was een gezellig huisje vol prullaria en volgens mij antieke schilderijen. 'Mooi,' zei ik terwijl ik naar een schilderij op de kast staarde.
En toen viel mijn oog plots op een fotokader. En op die foto stonden River en Pi broederlijk naast elkaar. "Jullie waren wel heel bevriend met elkaar. Zie ik." Zei ik tegen hem.
"Ja. Ik ben eigenlijk wel benieuwd waar hij nu zal uithangen. Hahaha..."
"Ehm... Pi... Pi is dood. gegaan" Zei ik terwijl ik droog verder naar de foto's aan het kijken ben.
"Is Pi dood?" Hij stond achter me met verbaasde ogen. Ik kon het zien toen ik over m'n schouder aan het kijken was.
Reageer (1)
O.O en toen????
1 decennium geleden