Sunshine valley
Het is alweer twee weken geleden dat Roos hier in Dorset aankwam. Nog steeds zijn niet alle spullen helemaal opgeruimd.
Het verdriet is langzaam gesleten, en de woede is ook zover als weg. Haar vader is in ieder geval een stuk minder gestresst nou, en thuis heeft hij gewoon aandacht voor Roos. Thuis had hij dat nooit. Altijd alleen maar werken werken werken. Roos vind het wel vervelend om mee te helpen met de klusjes thuis, maarja... dat moet nou eenmaal. Thuis in Nederland hoefde ze nooit mee te helpen. Haar moeder deed dat altijd...
Over vier weken is de vakantie afgelopen. Ze is best zenuwachtig. Stel dat die kinderen niet langzaam Engels willen praten. Bij Sunshine valley, waar ze dankzij Jessey een baantje heeft van maandag tot en met zaterdag, weet iedereen dat ze uit Nederland komt en ze niet zo héél goed Engels kan. Ze praten allemaal heel rustig met niet te moeilijke woorden. Dat vind Roos heel fijn. Jessey en de andere werknemers zijn allemaal heel aardig en helpen haar om haar Engels te verbeteren.
Met Jessey praat ze gewoon Nederlands.
De paarden op Sunshine valley zijn ook heel lief. Haar lievelingspony is Jolly. Ze is een vijf jarige merrie en de ze kan geweldig springen. Ze is niet zo groot en lijkt heel erg op Bella. Blacky is haar tweede lievelingspaard.
"Zo, was het leuk om in het bos te springen met Jolly?" vroeg Jessey, toen Roos op Jolly het
erf op kwam rijden.
"Altijd!" riep Roos opgewonden terug.
Ze steeg af en haalde het zadel van Jolly's rug. Jessey verwisselde het hoofdstel voor het halster en zette Jolly vast op de poetsplaats.
Roos bracht het zadel en het hoofdstel weg en kwam terug met de poetsspullen. Ze pakte de rosborstel en Jessey begon de hoeven uit te krabben.
"We zijn ook nog even langs Harry gereden," zei Roos, "Ik heb hem de groetjes gedaan van jou en de anderen en jullie krijgen de groetjes terug.
Harry is de baas van het vogelpark, dat in de ene helft van het natuurpark ligt. De andere helft was verboden om te komen.
Een oude, demente dame die in het centrum van Dorset woont, zegt dat er een geheime kudde rondzwerft. Maar niemand gelooft haar. Ze denken allemaal dat ze gek is omdat ze ook een hele tijd in het gekkenhuis heeft gezeten.
"Misschien liegt ze wel helemaalt niet," spreekt Roos haar gedachten hardop uit.
Jessey zet de linker voorhoef van Jolly weer neer en klopt de hoevenkrabber op de grond uit. Ze gaat rechtop staan en kijkt Roos vragend aan.
"Die vrouw die zegt dat er een kudde rondloopt in het verboden deel van het natuurpark."
Jessey kijkt haar aan en zucht. "Dat kan niet. Dan zou de gemeente het weten. En dan nog... Alleen in het Noorden van Engeland leven kuddes wilde paarden!"
"Toch is het raar. Zoiets zeg je niet zomaar. Ze moet het ergens vandaan hebben."
Jessey gaat verder met de volgende hoef van Jolly. "Ze wil gewoon aandach," zegt Jessey, "Van de pers enzo."
Roos schud haar hoofd. "Toch ben ik benieuwd."
Jessey kijkt haar waarschuwend aan. "Ik zou er maar niet gaan kijken. Dat is verboden. Je kan een flinke straf krijgen en dat kan je vader er niet bij hebben."
Het is pas vier uur 's middags maar toch wil Roos niet langer in de stallen op Sunshine valley blijven. Ze heeft een plan...
"Ik ga naar huis, ik heb een beetje hoofdpijn."
Jessey kijkt op. "Oké tot morgen."
Roos trekt haar fiets uit het fietsenrek en hangt haar cap over het stuur, en bind haar zweep achterop de bagagedrager.
Ze stapt op en rijd het terein van Sunshine valley af. Ze zwaait even naar meneer Brown, die vriendelijk lacht en terugzwaait.
Roos vind meneer Brown erg aardig, en andersom ook. Het is een vriendelijke al wat oudere man. Die heel erg van dieren houd en vriendelijk is voor zijn klanten en personeel.
Tien minuten later parkeert ze haar fiets voor het prikkeldraad, dat het verboden deel en het deel waar je kunt wandelen, rijden met je paard en waar het vogelpark is van elkaar scheid.
Roos kijkt op het bord dat er hangt. 'Verboden toegang' staat erop.
Vlak achter het prikkeldraad begint een bos. De bomen staan zo dicht op elkaar dat je er niet doorheen kan kijken, en het bos is te groot om eromheen te lopen.
Aarzelend kijkt Roos naar het prikkeldraad. Hoe komt ze hier nou weer overheen? Ze denkt aan de tang die in het schuurtje in de tuin ligt. Ze kan beter morgen heel vroeg weer hiernaartoe gaan.
Met de tang...
Er zijn nog geen reacties.