Dag 6: 03-07-2014
Tijd
Ongeduldig wierp hij een vlugge blik op zijn horloge. Het is enige tijd geleden sinds hij zich hier bevond en nu beseft hij er meer eigenlijk veel meer moeite mee te hebben. Mocht er iets zijn hetwelk hem kon wegvoeren, zou hij er best over willen horen. Hij heeft op het moment immers niets om zich op te concentreren, enkel het eeuwige gevoel hetgeen zijn denkwijze tot zijn onnoemelijke plicht brengt.
Met enig ongeduld leunt hij tegen een muur, die is opgebouwd uit ruwe steen. Hij kijkt de verte in, beidend op zij n onbekende briefschrijver. Zelf weet hij de reden om op het bericht te responderen niet meer. Het is een mysterie voor hem. Hij vond het vrijwel zijn plicht zich in zijn positie te schikken.
Zo blijft hij op zijn plek. Nieuwsgierig, bewogen en hoopvol. Vrees heeft hij niet. Enkel verwondering, terwijl hij zich enkele keren bedenkt wie hem nou om hulp zou smeken. Het blijft curieus.
Hij is geen persoon om zich in moeilijkheden te storten. Wie hem geschikt vind om de superheld te spelen, is hem dus ook niet duidelijk.
Uiteindelijk besluit hij het op te geven. Het donker treedt in en hij wil het liefst gewoon weer richting huis. Hij heeft echter niet de mogelijkheid zich om te keren en zijn weg terug te beginnen.
Plots bevindt hij zich zo dicht op een vreemd figuur. Hierdoor struikelt hij terug tegen de muur en kijkt in een stel donkere ogen.
Precies op dit moment, de vreemdeling heeft zijn vingers uitgestrekt en reikt in zijn richting, schieten zijn ogen open.
Hij sliep. Hij sliep zo diep, hij heeft zijn wekker niet eens horen rinkelen…
Er zijn nog geen reacties.