Prologue Mari Nara
Mijn naam is Mari Nara. Dochter van Shikamaru Nara en Temari Nara. Vandaar de naam Mari, wat een afkorting is van Temari. Ik lig op het dak van ons huis. Iets wat ik vaak doe als ik geen missies heb, en even alleen wil zijn, of wil nadenken. Ik ben een denker, net als mijn vader. Gelukkig heb ik zijn luiheid niet geërfd, daar erger ik me soms dood aan. Maar behalve dat is mijn vader echt iemand om naar op te kijken. Hij was de eerste Chunin van zijn vrienden, en is nu nog steeds een goede Jounin. Mijn zwarte haar en mijn Kekkei Genkai, zijn nog twee dingen die ik van mijn vader heb geërfd. Natuurlijk lijk ik niet helemaal op mijn vader. Mijn innerlijk lijkt vooral op die van mijn moeder. Waar ik erg tevreden mee ben. ‘Mari!’ hoor ik opeens een stem. Ik schrik en ga meteen overeind zitten. Het is Sasuke sensei, en zoals gewoonlijk had ik hem niet horen aankomen. Hij zucht diep. ‘Blijf altijd alert!’ zegt hij streng en ik knik even. Sasuke is een strenge sensei, maar ik heb wel respect voor hem. Hij is na de Hokage waarschijnlijk de sterkste hier in de leaf. En ookal had hij de leaf vroeger verlaten en verraden, de Hokage vertrouwde hem volledig. Wie was ik dan om dat vertrouwen in twijfel te brengen? ‘Ben je klaar met dagdromen?’ vraagt Sasuke sensei en ik knik weer. ‘Goed dan. Naruto wilt team 8 over een half uur zien. Zorg dat je op tijd bent,’ zegt hij en een seconde later is hij weer weg. Een nieuwe missie? Eindelijk! Ik hou van deze missies. Wat mee helpt, is dat ik mijn team echt leuk vind. Team 8 met Emi en Kaito Uzumaki, de tweeling. Emi was een lieve meid en sterk ook, al zou ze dat zelf misschien nooit inzien. Zij lijkt meer op haar moeder. Kaito is ook erg sterk en pikt alles bijna meteen op. Hij lijkt meer op zijn vader. Beide aardig en onze samenwerking verliep meestal wel goed. Natuurlijk waren er soms onenigheden, en dan vooral tussen Kaito en mij, maar verder ging alles prima. Ik ben blij met het team waar ik in zit, en zou ze dan ook niet voor andere willen ruilen. Ik zucht diep en sta op. Als ik nu niet weg zou gaan, zou ik nog echt te laat komen ook. Ik loop naar binnen waar mijn ouders in de woonkamer zitten. ‘Ik heb een missie, ik weet niet wanneer ik weer terug ben,’ deel ik ze mee. ‘Oke lieverd, veel plezier!’ zegt mijn moeder en na ook een knikje van mijn vader loop ik het huis uit, richting de Hokage.
Er zijn nog geen reacties.