Proloog.
''Jaycee, blijf staan.''
Natuurlijk deed ik precies het tegenover gestelde, rende ik zo hard als mijn benen aankonden weg. Ik had geen idee waarheen, kon niet meer helder denken omdat mijn hoofd spookte met gedachtes die er op dat moment door me heen gingen, wilde alleen nog maar rennen. Tot het pad ophield. Achter me hoorde ik het kraken van de dunne takjes die verspreid op het pad lagen, hoorde ik de wind suizen en een harde stem weerkaatste tegen de bomen. Een tevreden lachje, zij hadden gekregen waar ze al die maanden op wachtten. Mij.
Reageer (3)
Nieuwsierig! Verder
1 decennium geledenOk, ik ben benieuwd (:
1 decennium geledenWil je het zeggen als er een nieuw deel is? :x
x.
verderrr!
1 decennium geleden