Z&S 26
“Die prins Yvon wist duidelijk ook niet hoe hij het bevel moest overnemen”, zei koning August vergenoegd. Sybelle en Tansy keken elkaar verbijsterd aan. Had niemand het hem gezegd dan? “Hij heeft nochtans al behoorlijk wat ervaring, dacht ik.”
“Vader, prins Yvon is gevangen. Een paar van mijn strijders hebben hem tegen de grond gekregen, kort nadat de onderhandelingen gefaald hadden.”
“Echt?!” Koning August ontplofte bijna van vreugde. “Dan is de overwinning van de oorlog binnen handbereik! Waar is die Yvon?”
“Ik heb hem laten wegbrengen”, zei Tansy. “Ik was van plan hem meteen uit te horen. Ik heb al een idee hoe ik hem aan het praten krijg.” Koning August keek zijn dochter een moment verbaasd aan.
“Goed”, stemde hij in. “Het is jouw triomf, regel het dan verder ook maar.”
“Dank u, vader”, verzuchtte Tansy. Ze was moe, heel moe, ze snakte naar een moment rust, naar tijd voor zichzelf, maar haar plichten gingen voor nu. Ze bracht Lilou naar haar kamer en at snel iets, voor ze naar prins Yvon ging. Sybelle wilde volgen, maar Tansy hield haar tegen.
“Jij wacht hier, ik heb je straks misschien nog nodig.”
“Oh, oké”, zei Sybelle. Tansy aarzelde even, maar haalde de ketting boven.
“Het spijt me, maar je bent nog steeds gevangen.” Sybelle liet de ketting zonder protest weer om haar hals leggen.
“Tot de oorlog voorbij is?”, vroeg ze.
“Tot er vrede is”, bevestigde Tansy. Ze liep de ondervraagkamer in.
Tansy knielde neer bij prins Yvon. Ze legde een ketting om zijn hals en maakte de boeien los. Daarna ging ze op een stoel zitten en wachtte even tot hij bijkwam. Angstig keek hij om zich heen.
“Ga zitten”, gebood Tansy, wijzend naar een stoel tegenover zich. Aarzelend kwam prins Yvon naar haar toe.
“Alleen wij?”, merkte hij op.
“Alleen wij, ja. Maar beeld je niet te veel in, ik ben je de baas.”
“Denk maar niet dat ik iets zeg.”
Er zijn nog geen reacties.