H 9 Thomas
Thomas zat achter zijn bureau en keek op de klok die al zeven uur aan gaf. Hij stond op, rekte eens flink uit en liep vervolgens naar de deur. Met snelle passen liep hij naar de slaapvertrek van Rhai.
'Rhai, het is al over zevenen,' zei hij met een verheffing, maar hij kreeg geen antwoord. Thomas liep de kamer in en zag dat Rhai er niet was. Het raam bij de piano stond open en de gordijnen waaide naar binnen toe. Als een speurt sloot Thomas het raam en schoof de gordijnen er weer voor.
'Rhai vervloekt, waar ben je,' zei hij tegen een lege kamer en liep de gang weer op als hij iemand van de trap hoorde vallen. Thomas bleef geschrokken staan en hoorde daarna niets meer.
Zo snel mogelijk liep hij de gang door en begon al een verbrande geur te ruiken. 'Thomas,' hoorde hij iemand roepen vanuit de kelder. Thomas rende naar de deur en zag ineens dat zijn broer op de grond lag. Delen van zijn armen waren gesheurd en rookte behoorlijk.
'Rhai in helsnaam, wat is er gebeurd?' vroeg hij en holp zijn broer naar de stenen bed.
Hij legde zijn broer op het bed en hij viel gelijk in slaap. He lichaam hield op met roken en hij zuchtte van verluchting en hoopte dat het niet erg is. Thomas stond op en liet zijn broer met rust.
Hij liep de trap op en keek naar de plek op de grond waar het nog behoorlijk rook naar verbrand vlees. Hij zuchtte en liep de kelder uit, tot hij de stem van Rhai hoorde.
'Thomas, het is mijn schuld..Ik was buiten en..' Verder kon hij zijn zin niet afmaken door een opkomende vermoeidheid. Thomas keek zijn broer geschrokken aan. 'Buiten, maar voor hoelang?' vroeg hij, maar nu wist hij dat hij geen reactie zou krijgen.
Thomas liep de gang door en zag Alchom met een rugzak bij de deur staan. 'Waar denkt u naartoe te gaan?' vroeg Thomas en Alchom schrok.
'Ik wilde wat gaan ontbijten in het dorp, aangezien jullie geen ontbijt serveren.' Thomas knikte toen hij iets te binnen schoot.
'Mag ik vragen of u ergens in geloofd? draagt u iets dat god aanbid?' vroeg Thomas en Alchom schoof zijn bril recht en zette zijn tas neer. 'Nee, ik ben niet gelovig, maar ik draag een keltisch kruis op mijn schouderblad.'
'U bedoelt getattoeeerd?' vroeg Thomas, waarbij de man voor hem knikt. Thomas had al zoon vermoeden dat hij iets van een geloofsvoorwerp zou dragen, maar hij had niet verwacht dat het ook nog op zijn lichaam zat.
Rhai moest gewaarschuwd worden, als hij bij kwam ten minste.
'Heeft u goed geslapen?' vroeg hij. Alchom was verast door de vraag.
'Ik heb heerlijk geslapen, zo'n luxe bed, ik heb geen jaren zo goed geslapen.' Thomas trok een wenkbrauw op.
Dit was de eerste persoon die zei dat hij geslapen had hier, sommige personen waren gevlucht of waren het slachtoffer, maar een persoon die de nacht doorgekomen was, was bijzonder hier.
De vorige logee, wilde al vluchten, maar Rhai had hem leeg gezogen. 'Je mag naar het dorp, maar als je ook maar wat zegt over ons, zal ik je afmaken. Is dat begrepen?' Thomas wikkelde zijn armen in elkaar en Alchom knikte dat hij het begreep.
'Mooi en ga, anders is er geen brood meer,' zei de jongenman tegenover de 32 jarige man. Alchom opende de deur en glipte er doorheen en sloot de deur achter zich.
Thomas liet zijn armen hangen en liep terug naar de kelder om te kijken hoe het met zijn broer ging, maar toen hij de trap af liep en naar zijn broer keek was er even een moment dat hij niet meer wist wat hij moest doen.
Reageer (1)
Wat is er aan de hand?!
1 decennium geleden