Mensen, dit is mijn laatste hoofdstuk voor nu,
ik ben morgen op vakantie en kan dus een tijdje niet schrijven.
Ik hoop dat julle het hoofdstuk mooi zullen vinden

Alle reacties en tips zijn welkom,
het liefds heel veel reacties :D

veel lees plezier

Fëanor :D

H6: Angel’s plan: Hoe lok je een Noldor elf?


‘Angel liefje, weet je het zeker?. Ik bedoel ik jouw conditie!’ bezorgd liep Draco naast zijn vrouw en probeerde haar tegen te houden, helaas elke keer zonder succes. Angel sloeg haar armen om zijn middel en kuste hem teder in zijn nek.
‘Het komt allemaal goed, we hebben het hier al over gehad. Ik ga terug naar de elfen woonstede aan de andere kant van de zee en neem de taak op me die de valar voor me hadden bedacht,’ Angel veegde het blonde haar uit Draco’s ogen. ‘Ik kom zo snel mogelijk weer terug, leg jij Faramir en Finwe in bed?’
Met ogen als engeltjes keek ze haar man aan en wachtte tot hij toe gaf, en nog geen vijf minuten later gaf hij ook toe.
‘Oke dan,’ zei hij met opeenklemde kaken. ‘Maar als een van die elfen je ook maar bedreigen, dan gaan ze het huis uit, en is de deal over, duidelijk?’ Hij stak een vinger in de lucht en keek alsof hij geen tegen spraak dulden.
‘Ja, heel duidelijk,’ Angel trok haar elfen mantel recht en glimlachte. ‘Het komt allemaal goed, ik beloof het.’ Ze hief haar armen in de lucht en blauwe vonken verschenen om haar heen, en toen was ze verdwenen.
Draco bleef alleen achter in de verlaten gang van het grote huis. ‘Ik heb hier geen goed gevoel over.’ Een zucht verliet zijn lippen toen er opeens voetstappen de gang in liepen.
‘Vader?’
Stilletjes was Angel ,zijn dochter, naar haar vader gelopen en sloeg haar armen om zijn benen.
‘Ja, liefje?’
‘Wanneer komen die vrienden van Mamma en zijn het echt elfen en hoe lang zullen ze hier blijven?’ verschillende vragen vuurde het jonge meisje op haar vader af dat hij door zijn knieën zakte en haar bij de schouders nam. Een kleine glimlach omsierde zijn lippen.
‘Lieverd, papa heeft geen antwoorden op al je vragen, omdat papa het zelf ook niet weet. Ik weet alleen dat mama is opgeroepen door een hogere macht. Maar kom, we moeten alles nog even door nemen met je broers en de jongste twee in bed leggen.’
En met het kleine handje van zijn dochter in de zijne, liep Draco naar de woonkamer.

Aman, raad van doom:
Fëanor liep ijsberend over de het gras, zijn armen over elkaar gevouwen terwijl zijn mantel achter hem aan gleed.
Hoe konden de Valar heb dit aan doen, van alle straffen die ze voor hem konden bedenken, niet dat hij een straf verdient had, kwamen ze met het idee om hem uit te leveren aan het nazaat van zijn aartsvijand.
Hem van een afstandje gade geslagen stonden zijn zonen. Zij stonden ongerust bij elkaar, en bespraken de woorden van Manwë in stilletjes met elkaar.
‘Hoe kunnen ze dit vader aandoen.’ Mompelde Curufin met zijn armen over elkaar geslagen. ‘Ze kunnen niet zomaar het gedrocht van Morgoth het recht geven om ons te spioneren.’
‘Heer Manwë doet alleen wat hem goed lijkt. Hij is niet kwaad gezind, en dat weet je Curufin.’ Maedhros keek zijn jongere broer boos aan. ‘En daarbij, ik heb Manwë om meer informatie over dat meisje gevraagd, Zij komt van goede huizen, en ze stampt af van de eerste mensen en van ons geslacht.’
‘Dat interesseert me niet, Nelyo. Zij is de vijand en verder niets.’
Maar Maedhros liet het er niet bij zitten en wilde hem de wind van voren geven maar zijn broer Maglor, die naast hem stond, legde een hand op zijn schouder. ‘Laat gaan Nelyo. Je kent Curufin. Hij is net zo koppig als atar.’
Maedhros zuchtte, zijn rode haren glansde in de zon terwijl de wind zijn haar punten in zijn gezicht blies. Hij geloofde niet dat Angel een kwaadaardige vrouw was. Sinds hij ooit gevangen was genomen door Morgoth en was vast geketend aan de Thangorodrim, had hij een vurige haat ontwikkeld voor de oude Valar en zijn orks. Maar na jaren in de hallen van Mandos te moeten hebben vertoeft door hun eed was hij veel veranderd, zo leerde hij van zijn grootvader medeleven en andere te vergeven. Zijn haat was nu niet naar het mensen kind gericht en ook gunde hij haar het leven te leiden die ze nu had, ook al was ze een afstammeling van Morgoth.
‘Nelyo, is alles goed met je?’
Maedhros was zo in gedachten verzonken dat hij niemand meer hoorde. Alle ogen staarde hem aan, zelfs Túrin en Nienor keken op.
‘Waar zit je met je gedachten?’ vroeg een van de tweeling. Maedhros jongste broer.
‘Ja, Nelyofinwe.’ Fëanor was gestopt met rondjes lopen over het gras en liep nu dreigend op zijn zoon af. ‘Waar zit jij met je gedachten.’
Grote zweetdruppels liepen nu of Maedhros gezicht terwijl hij zijn vader langzamer dichter beider zag komen. Zijn vader had een temperament en dat wist hij. Maar hij zou nooit tegen hem in durven gaan.
‘Atar, ik.’
‘Hij bedoelt, Fire boy, dat hij niet denkt dat ik de vijand ben.’
Die stem, die verschrikkelijke stem. Zodra de stem van Angel Feanors oren bereikte draaide hij zich snel om, sneller dan een hobbit die het woord tweede ontbijt hoorde. Hij stapte in de richting van Angel met een wijsvinger naar voren gewezen. ‘Jij,’ zei hij in de gemeenschappelijke taal. ‘Hoe durf je je te bemoeien met familie zaken. Ga terug naar je meester.’ Hij spuugde het woord meester uit met veel haat alsof het een vies woord was.
Een zucht verliet onhoorbaar Angels lippen. Ze kreeg nu al spijt van haar besluit, maar toch, dacht ze terwijl ze naar Fëanor keek met pret oogjes. Ze kon nog wel eens pret met die man beleven als haar plannetje zou werken. Ze rees haar hoofd omhoog en keek hem van uit haar ooghoeken aan.
‘Mijn meester?,’ spotte ze. ‘Terug gaan. Oh vast op de dag dat ik hem zal bevrijden, Nadat ik een manier heb gevonden om hem uit het niets weg te halen. De drie Silmarillen heb ik al. Dus het is een kwestie van tijd.’
Daar keek iedereen van op.
‘ De silmarils.’
‘Vaders juwelen. Heeft ze, ze alle drie?’
Het gefluister ging door het groepje elfen, het waren vooral Curufin, Caranthir en Celegrom die fluisteren en boze blikken op Angel wierpen. Fëanor stond er zelf verslagen bij.
‘Oja,’ ging Angel grijnzend verder, ze genoot van Fëanor’s haat en ongeloof. ‘Ik heb alle drie de silmarils in mijn bezit. Ze liggen opgeborgen in mijn manor, op een plek waar jij niet bij kan komen en ik ga ze gebruiken om ze aan mijn meester te geven.’
En dat had resultaat, haar bluf had Fëanor goed geraakt.
‘Jij kleine,’ heel even leek het er opdat Fëanor zou gaan aanvallen, maar op het moment dat hij een stap wilde zetten, verscheen er een vrouw achter Angel.
‘Fëanoro?,’
Een stem, zacht maar hoorbaar echode over het veld. Iedereen keek geschrokken om.
‘Moeder?’
Een elf met lange koper rode haren was stilletjes bij de raad van doom verschenen. Nerdanel, Fëanors vrouw, had van haar vader vernomen dat haar man te samen met haar zoons voor de raad van doom zouden verschijnen en was toen zo snel mogelijk vertrokken.
‘Fëanor?’ vroeg ze weer. Haar gezicht stond vol tranen. ‘Wat is er aan de hand.’ Haar ogen gingen van haar echtgenoot, die geen teken gaf van herkenning. om eerlijk te zijn, hij durfde haar niet aan te kijken voor wat hij had aangericht. Toen wende ze haar blik naar Manwë in de hoop dat hij haar zou kunnen vertellen wat er gaande was.
‘Curufinwe moet, om zijn eer weer wat te kunnen herstellen en de kans om ooit nog onder zijn volk te komen, samen met uw zoons en twee mensen, in training bij een mens van het geslacht Fingolfin, Curufinwe’s broer. Ook zij kreeg een test en is bereid die te nemen.’
Manwë wees met een vinger naar Angel en Nerdanel keek even op zij en bestudeerde Angel. Een kleine vrouw die niet groter kwam dan haar schouders. donker haar, zoals dat voor kwam in het geslacht van de eerste mensen, en groene ogen. Een tijd lang bleven de twee vrouwen elkaar aankijken, ze zeiden geen woord maar begrepen elkaar.
‘Ja ik zie het, heer Manwë,’ glimlachend wende Nerdanel zich weer tot Manwë. ‘Ik vertrouw op uw intuitie. Vrouwe ik hoop dat u mijn gezin goed zal leiden.’
Daarop moest Angel lachen, maar haar antwoord was serieus. ‘Natuurlijk, Als ik klaar ben zijn we hele goede vrienden.’
‘Daar twijfel ik niet aan. Feanor, alsjeblieft kijk me aan.’ Nerdanel liep geruidloos op haar echtgenoot af. Hij keek haar nog steeds niet aan. Maar liep haar strak voor bij.
‘Laten we dit maar doen, he?’
Met rechte schouders liep de elf zijn vrouw voor bij, zijn grijze ogen strak op Angel gericht. Zijn mantel wapperde achter hem aan.

Nelyo: Nelyofinwe: Maedhros naam in Quenaans betekend; derde Finwe
Atar: Vader in Quenaans

Reageer (2)

  • Glorfindel

    sneller dan een hobbit die het woord tweede ontbijt hoorde
    wat een leuke uitdrukking!

    1 decennium geleden
  • Whittaker

    NOOOH, DON'T LEAVE ME!
    Anyway, leuk hoofdstuk (: Moest heel erg lachen om de titel! ^^"

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen