00.2
Wazig keek ik voor me uit. Waar ik precies heen ging was me een raadsel, maar veel maakte het niet uit. Een maand was het nu geleden. Een maand was ze dood. Ze had een auto ongeluk gehad. Het was mijn schuld. Tenminste zou voelde het, we hadden ruzie, ze was boos naar huis gereden, te boos. Ze had niet goed opgelet. Midden in de nacht werd ik op gebeld, mijn wereld leek stil te staan. Zodra ik was bijgekomen, had mijn moeder me naar haar toe gebracht, ik was te geschokt om te rijden. Ik wist nog precies hoe ze daar lag, mijn kleine meisje, gebroken. Overleven deed ze niet, ik wist het meteen. Voorzichtig was ik naar haar bed gelopen, pakte haar hand en kon alleen maar zacht zeggen dat het me ongelooflijk speet. Ik wilde haar troostten, maar in plaats daar van leek zij het nodig te vinden om mij te troostten. Ze had gezegd dat het haar speet en dat ze van me hield en altijd zou blijven doen, dat ik me niet schuldig zou moeten voelen. Ik had gezegd dat ik ook van haar hield en dat het mijn ook speet. Toen begaf haar hart het, een lange piep liet dat blijken. Een laatste zucht was alles wat ik nog hoorde. En weg was ze. Mijn Eleanor weg. voor altijd. Een maand en nog altijd hield de media er niet over op. Snapten ze dan niet dat ik het al zwaar genoeg had zonder hen? Dat ik niet elk moment herinnert wilde worden aan wat er gebeurt was. Ik werd al genoeg aan haar herinnert zonder hen. Best dom de simpelste dingen deden mij aan haar denken, hoeveel ze er van hield om door het park te lopen als het al licht begon te schemeren, hoeveel ze kon genieten van simpel weg een avondje films kijken, hoe ze weg dook in mijn armen als de film te eng werd. Alles leek perfect te zijn. Het leven was anders dan ik dacht. Mijn carrière liep niet meer lekker, de jongens wisten niet meer hoe ze zich moesten gedragen bij mij en eerlijk gezegd wist ik het zelf ook niet meer. Misschien moest ik er gewoon mee stopen, met alles. Weer schoot die gedachte door me heen, het gebeurde vaak de laatste tijd. Wat als ik nou gewoon en eind aan zou maken? Misschien kon ik haar dan eindelijk weer in mijn armen nemen, haar geur opsnuiven, en zacht door haar haar strelen. Verbaasd keek op toen ik zag waar mijn voeten mij hadden gebracht. Midden op een eenzame brug in hartje Londen. Het lot? Schoot door mijn hoofd. Misschien was het maar beter. Voor ik goed en wel wist waar ik mee bezig was, stond ik al op de rand achter de reling van de brug. Na een snelle blik onder me te hebben geworpen, schat ik dat ik op een hoogte van zo'n 14 meter zat. Een paar keer haalde ik diep adem. In en uit. Één voor één haalde ik mijn vingers langzaam van de reling, ik sloot mijn ogen alvast. 'Mooi uitzicht hé?' Verschrikt keek ik op, voor een seconde schoot Eleanor door mijn gedachten, de stem, haar stem. Maar wanneer ik op zij keek werd ik teleurgesteld. Met opgetrokken wenkbrauwen keek ik naar het meisje naast mij. Ze droeg een licht blauwe jeans met gaten, een beetje groot maar wel mooi. Daar boven droeg ze een te groot shirt met een half open vest. Haar haar zit in Knot, van achter rommelig, maar van voor zijn alle plukjes netjes wegwerkt met schuifjes. Op haar neus droeg ze een grote zwarte zonnebril, waardoor je haar ogen onmogelijk kon zien. Haar gezicht was werkelijk prachtig. Ovaal maar ook rond, met lichte natuurlijke blosjes op haar wangen. Ik heb geen idee waarom, maar ik voel me erg op me gemak bij haar. Wat heel raar is, omdat ik me de laatste tijd alles behalve gemakkelijk voelde, en we nog steeds op de rand van een hoge brug staan. 'Dus' zei ze half vragend.
'Wat doe je hier, ik sta op het punt om van een rug te sprin-' maar verder liet ze me niet uit praten.
'Als je echt zo graag wou springen, was je al wel gegaan, en aangezien je net verteld hebt dat je zelfmoord wil gaan plegen, ben ik in principe medeplichtig, wat dus wil zeggen dat ik je achteraan zou moeten springen'.
Terwijl ze het zegt laat ze zich zaken tot ze zit en klemt haar armen om de spijlen van de reling. 'Hoezo zou ik niet durven springen en waarom zou je achter me aan springen?'.
Met opgetrokken kijkt ze me aan 'Nou volgens mij ben je nog steeds niet gesprongen, en je springt van een brug af dus ga ik er van uit dat je niet kunt zwemmen, anders kon je beter van een gebouw af springen, tenzij je natuurlijk kunt vliegen'.
Ze zegt op zo'm serieus manier dat ik bijna begin te geloven dat ze het echt meent. 'Ik kan prima zwemmen'.
Zonder op te kijken zegt ze 'nou waar wacht je dan op spring'.
Uit het veld geslagen keek ik haar aan. 'Wat nou, als je graag wilt zwemmen hou ik je niet tegen hoor, weet wel dat het koud is en dat het erg zou waarderen als je het niet zou doen, wat ik moet natuurlijk nog achter je aan'.
Na een kleine stilte klopte ze naast zich 'Vertel waarom wou je dit doen?'.
Langzaam liet ik me ook zakken en kopieerde haar houding, en ik praatte. Ik vertelde wat er is gebeurd alles, tegen een wild vreemde, midden in de nacht op de rand van een brug. Nadat ik gesproken was, was het poosje stil waarnaar ze met een frons in haar voorhoofd zei 'Wat zou je er van vinden als jij haar was' verbaasd keek ik haar aan 'wat als jij haar was zou jij dan willen dat ze zelfmoord zou plegen?'.
Langzaam drongen de worden tot me door. ik schudde mijn hoofd eerst sloom daarna steeds sneller 'Nou wat doe jij dan hier '.
Met een simpel sprongetje hijst ze zich zelf op en klimt over de reling naar de andere kant 'kom'.
Ook ik klom ik over de rand. Rustig ging ik naast haar staan, genietend van het uitzicht en de stilte. Tot de stilte werd verstoort door een paniekerige stem. 'Louis' waar neer op keek zag ik dat er Harry, Niall, Liam en Zayn met een rot gang naar me toe kwamen rennen. Eenmaal mij vlogen ze me allemaal om de hals. Boos keken ze me even later aan 'Wat dacht je wel niet! waarom spring ik niet gewoon van een brug af '.
Geschrokken door hun uitval keek ik ze aan 'i-ik.... i-k'.
'Jij wat, dacht je dat je hier niemand pijn mee zou doen, we houden van je, dat weet je toch'.
Eindelijk dringt het tot me door 'sorry' zei ik beschaamd. 'Het is al goed, maar laat het niet nog een keer gebeuren, want dan sluiten we je echt op'. En voor ik het weet werd ik alweer plat geknuffeld. 'Wie was er trouwens bij je?', vroeg Niall toen we eenmaal in de auto zaten.
'Ik heb geen idee' zeg ik naar waarheid, ik weet haar naam niet eens. Ik wou haar bedanken voor alles, maar toen ik om heen keek was ze al verdwenen.
Die avond in bed dringt het met een schok tot me door. Voor het eerst in een maand. Voor het eerst in maand was ik haar vergeten. Die avond had ik niet aan Eleanor gedacht.
Er zijn nog geen reacties.