1.00
Twee uur. Twee uur wist ik het nu. Tik tak. De tijd stopte nooit. Maar ik wel. Twee uur en een kwartier. Mijn ogen werden glazig. Ik zag niks meer. Drie uur. De telefoon viel uit mijn hand. Drie uur en tien minuten. Ik viel op de grond, maar was er nog wel een grond? Drie uur en vijfenveertig minuten. Mijn leven was voorbij. T. Vier uur. Een zachte hand probeerde me wakker te schudden. Vier uur en tien minuten. De hand gaf het op. Vier uur en een kwartier. De hand was terug en legde een deken over me neer. Vijf uur. Voorzichtig kwam er iemand naast me zitten. Vijf uur en dertig minuten. Het drong tot me door. Ze was er niet meer. Ze kwam nooit meer terug. Vijf uur en tien minuten. Ik brak. Iemand sloeg zijn armen om me heen, en troostte me. Tranen vielen eerst langzaam en toen steeds sneller en met meer over mijn wangen, op haar schouders, waar ze een grote natte plek vormden. Het leek haar niet te deren. Zes uur. Ze begon zacht te praten. Ik luisterde niet. Zes uur en een kwartier. 'Het spijt me zo,' zei ze met een zachte stem.
Troostend wreef ze met haar hand over mijn rug. Zeven uur. Ze hadden het fout. Tijd heelde de wonden niet. De tijd zou haar niet terugbrengen. En ik wou niet verder. Acht uur. De armen verdwenen. Ze lieten me koud en alleen achter. Precies zoals ik me voelde. Koud en alleen, versteend Ik leefde, zij was dood. Ik ademde, zij niet. Ik sloot mijn ogen wachtend tot ik ook weg zou gaan. Langzaam werd ik opgeslokt door het duister, maar niet van de dood. Van de nachtmerries die vanaf toen elke nacht weer teug zouden komen. Dat was de laatste dag dat ik echt leefde. Mijn laatste dag dat ik nog sliep. Daarna ademde ik alleen, maar eigenlijk was ik dood. En de tijd. Tik tak. De tijd stopte nooit
Er zijn nog geen reacties.