Regendruppels tikten tegen het glas aan, terwijl ik ademloos naar buiten probeer te staren. Ik kon niet langer aanzien hoe ik mezelf gek maakte door al alleen naar hem te kijken. Zijn woorden raakten de buitenste snaar op de schaal van gevoeligheid. Woorden die hij uitsprak voordat hij vertrok en mij met mijn zorgen achterliet. Of ik hem nou juist dankbaar moest zijn, wist ik niet. En ik wist ook niet of hij dezelfde persoon is gebleven als toen ik hem kende. Er is natuurlijk veel veranderd. Er waren dingen waar ik voor had gevreesd. Ik wilde hem niet tegenkomen, ik wilde hem niet zien en ik wilde hem al helemaal niet terug.Hij had me zoveel pijn gedaan, zoveel, dat ik niet meer wist hoelang het duurde voordat ik er overheen zou komen. Voordat ik er overheen gegroeid was. Het enige wat me toen nog pijn deed, waren de stiltes die zich vormde om mij heen. Ik weet nog goed hoe het was om in die tijd alleen te zijn.
Dat was ook meteen een reden voor mij geweest om te verhuizen naar een andere stad. Ver weg van Robin, ver weg van mijn weggestopte gevoelens voor hem. Het begon te werken. Blijkbaar heb ik het al die tijd mis gehad. De dagen erna waren een ramp voor me. Ik heb me nog nergens thuis kunnen voelen, laat staan een goed huis te kunnen vinden. Een onlogische reden had het moeten zijn, als het steeds maar door Robin kwam. Helaas was het toch zo.
Ik keek op toen de voetstappen verdwenen richting de groots gebouwde hal, waar de lift in beweging kwam. Pfoe. Ik was even bang..
"Rose, gaat alles wel goed met je?" vroeg een wel bekende stem. "Je ziet eruit alsof je een marathon gelopen hebt." Misschien voelde ik me ook wel zo.
"Nee, het gaat wel, ik ben alleen een beetje moe van de reis, denk ik," legde ik uit. Eventjes om iets duidelijk te maken - aan mijn moeder.
Ik maakte een gebaar dat het niks was, om ervoor te zorgen dat ze het zou vergeten. Niet dat ik het snel zou vergeten, want de gedachte spookt nog net zo door mijn hoofd als net. Mijn moeder's blik kon je niet tegenspreken. Ik zette vlug een glimlach op mijn gezicht om haar af te leiden. terwijl ik vast vooruit liep, bleef mijn moeder me met een zichbaar wantrouwende blik aanstaren. "Kom je nog? Of wil je niet weten hoe onze kamer eruit ziet?" vroeg ik en wees naar de lift. Ze wist niet hoe gauw ze daarop in moest gaan, en beantwoordde haar vraag maar al te duidelijk. Ze wilde het net zo graag als zijzelf. Daar was ik nog blij om.

Het hielp om ervoor te zorgen dat ik wat afleiding zou krijgen. Of het binnen het hotel was of buiten, het maakte me vrijwel niks uit. Als ik maar iets te doen had. Ik negeerde het vervelende gevoel dat ik een paar minuten geleden nog gevoeld had en probeerde me te concentreren op de leuke dingen.
Ik kon elk klein detail opnoemen uit deze kamer om me te laten afleiden om het duistere gevoel weg te laten kwijnen in een ver diep gestopt hoekje.
"Het schemert, alweer," mompelde mijn moeder zacht. "We kunnen ook een stukje gaan lopen straks?" Ik huiverde bij het woord 'schemer', het deed me denken aan koude dagen waarbij de zon nooit een rol speelde en de mensen dikke kleren droegen. De tijd die ik juist wilde vergeten. Of durfde ik het niet?
We zwegen even; ik keek zwijgend naar de ondergaande zon. Ik wilde dat er een manier was om uit te leggen dat ik het niet zomaar kon vergeten. Dat hij een rol zou blijven spelen in mijn leven en gedachten. "Ja, laten we dat gaan doen," was mijn antwoord, toen ik mijn hoofd naar haar omdraaide.
Ik wist dat ik hier vrijwel onmiddellijk spijt van zou krijgen, maar ik wilde even ergens anders aan denken dan aan mijn opgekropte gevoelens voor Robin.

----

Ik denk dat hij het volgende hoofdstuk wel komt! Ik ben erg benieuwd wat jullie ervan gaan vinden.

Reageer (6)

  • Chantilly

    Super! Snel verder alsjeblieft!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen