Hoofdstuk 3
De volgende morgen werd ik wakker van de zon die in mijn gezicht scheen. Ik kroop de tent uit en maakte een ontbijt voor Charlotte en mezelf. Toen ik mijn ontbijt op had kleede ik me uit. Ik floepte uit mijn broek maar het leek of mijn shirtje vastzat. Ik gaf een harde ruk en het shirt schoot over mijn hoofd. "vreemd" dacht ik en dook in mijn bh en onderbroek de rivier in. Ik zwom stroomopwaarts. Toen ik weer boven kwam ontspande ik en liet me meedrijven met de stroom. Ik keek over mijn schouder en zag iets zwarts drijven. Ik pakte het vast en slaakte een gil. Dat ding hoorde bij mijn lichaam! Ik kon het voelen. Ik probeerde het te bewegen. Achter me zag ik het zwarte ding op en neer gaan. Ik klom op de oever en ging met mijn rug naar het water staan. Ik keek over mijn schouder en zag twee zwarte vleugels op mijn rug! Ze warn nog wel klein. Ongeveer zo groot als van die nep vleugeltjes die je in de speelgoedwinkel kan kopen. Dat was snel gegaan. Hoe kon iets zo snel groeien? Dacht ik terwijl Ik naar de tent liep en ik kleedde me om. Ik maakte twee gaten in een oud shirt en trok het over mijn hoofd en vleugels. Ik pakte een vest en trok het aan om te zorgen dat mijn vleugels er niet onderuit staken. Ik liep naar buiten en begon met opruimen van de tassen. Ik legde een paar schone kleren naast Charlotte en maakte haar wakker. 'Wakker worden ik heb ontbijt voor je en we gaan zo op weg.' zei ik en liep de tent uit. Zenuwachtig wachtte ik tot Charlotte naast me kwam zitten. 'Goeiemoergen, heb je lekker geslapen?' vroeg ze. 'Ja. Hier is je ontbijt.' zei ik en ik gaf haar een bord aan. Toen ze klaar was met eten zei ik 'Charlotte die vleugels zijn helemaal volgroeid. Zegmaar het zijn echt vleugels maar nog een beetje klein.' zei ik. Ik trok het vest weg en draaide me om. Achter me hoorde ik Charlotte geluidjes van verbazing slaken. Ze kwam naar me toe en streek over mijn vleugels. 'Hoe kunnen je vleugels zo snel groeien? Je moeder heeft het pas een paar dagen geleden gezegd.' zei Charlotte verbaasd. 'Ik heb geen idee. Maar laten we gaan.' zei ik. Ik trok mijn vest weer over mijn hoofd. Charlotte begon de laatste dingen op te ruimen, terwijl ik op de kaart keek. We hoeden nog maar een klein stukje. Hoogstens een dag op twee. Opgewekt stond ik op om Charlotte te helpen. Toen we klaar waren gingen we op weg.
We hadden al de hele dag gelopen en het was vroeg in de avond toen we even stopte. We hadden besloten pas ergens te gaan slapen als het echt donker was geworden. Tegen een boom geleund stonden we uit te hijgen toen ik een gorgelend hijgend geluid hoorde. Van schrik maakte ik een sprongetje. 'Wat is er?' vroeg Charlotte grijnzend. 'Hoorde je dat geluid dan niet?' vroeg ik. Ze schudde haar hoofd. Op dat moment sprong er een soort grote grijze neushoorn uit de bosjes. Het was geen normale neushoorn. Hij had rode ogen en grote klauwen aan zijn poten. Woedend kwam hij op ons af gestormd. In een refleks duwde ik Charlotte opzij en sprong haar achterna. 'Rennen!' riep ik en dat deden we. We renden voor ons leven. Voor me rende Charlotte en achter me hoorde ik dat gorgelende gehijg. Bang keek ik achter me. De neushoorn rende achter ons terwijl er groenigzwart kwijl uit zijn bek droop. Charlotte struikelde en viel bijna. Ze gilde. Opeens dacht ik aan mijn vleugels. Dit was niet het beste moment om te leren vliegen maar ik kon niet anders. Snel begon ik met mijn vleugels te klappen. Ik dacht aan de vogels die ik zo vaak had zien opstijgen in het park. Ik voelde hoe ik van de grond loskwam. Het was gelukt ik vloog! Ik greep Charlotte om haar middel. Een scheut van pijn tussen mijn vleugels. De neushoorn had me gekrabd. Ik gilde het uit. 'Gaat het?!' riep Charlotte bang. 'Soort van.' gromde ik tussen mijn tanden door. Ik voelde hoe het het bloed mijn kleren doorweekte. Ik verbeet mijn pijn en concerteerde me op het vliegen. Is die neushoorn er nog?' vroeg ik na een tijdje. 'Nee volgens mij zijn we hem kwijt.' zei Charlotte. Ik zuchtte van de opluchting maar ik durfde nog niet te landen. Voor mijn gevoel had ik al uren gevlogen toen ik begon te dalen. Ik kon er niets aan doen ik was gewoon zo moe en de pijn werd me teveel. Met mijn laatste krachten mikte ik op en struik die er zacht uitzag. We landde niet bepaald zacht maar ik kon me niet meer bewegen. Ik zag nog hoe Charlotte zich over me heen boog en mijn naam riep. Voordat ik mijn bewustzijn verloor.
Reageer (2)
Je stukjes blijven mooi. Het is echt leuk om te lezen, heel spannend en mysterieus.
1 decennium geledenIk vind het echt knap hoe allesomvattend je al schrijft! Je schrijft bijvoorbeeld niet de hele tijd zei of vroeg maar gebruikt ook gromde, riep en gilde.
Ik heb ook wat tips:
~ Probeer wat vaker op een nieuwe regel te beginnen, dit eigenlijk altijd als er iets gezegd wordt.
~ Omschrijf eens wat meer. Bijvoorbeeld hoe voelt Charlotte zich/wat denkt ze en hoe zit dit precies bij de hoofdpersoon? Voelt ze angst? Wat voor een angst waarom?
~ Je verhaal gaat in rasse schreden. Bij sommige mensen gaat dit automatisch, maar het is toch jammer als je zo snel gaat terwijl je een mooi verhaal als deze aan details kunt voorzien. Juist doordat je soms wat spannende elementen ertussendoor gooit (zoals nu met de neushoorn) blijf je lezen omdat het spannend is. Cliffhangers werken trouwens ook goed.
Spannend
1 decennium geleden