Dag 4. Alweer mijn broertje?
Ik werd s'ochtens wakker en had er meteen veel zin in. Naar de andere wolven, gezellig en natuurlijk fijn om met soortgenoten te zijn. Ik trok mijn kleren aan er rende zo hard ik kon naar beneden om te ontbijten en tas in te pakken om naar school te vertrekken. Maar voor ze naar school zou gaan zou ze nog heel even langs het teretorium van de wolven. 'van waar zoon haast Elsa?' 'ik wil snel op school zijn, ik vind dit de beste school ooit!' ' je broer niet, hij wil naar een andere school. Hij word gepest.' 'wat! doo wie?' ' een jongen met zwart haar en een lichte huid en nog veel groter dan jij.' ' een panter,'gromde ik. 'sorry zei je wat?' 'euuuww, nee hoor.' ik ontbijte snel en racete naar het wolven terijn
Toen ik daar aan kwam zach ik Anna zitten. 'hallo' 'hai', zij ze. ' ik haar panters,'gromde ik. 'nou wie niet?' 'ze pesten mijn broetje. Ik ram ze in elkaar.' 'wat??!!!! Als je dat doet dan help ik je. Echt waar.' toen kwamen Rick en Milou aan fietsen. 'helpen jullie de panters in elkaar slaan?', vroeg Anna strijdlustig. 'hoezo?', vroegen ze in koor. 'ze pesten mijn broetje.', zei ik. Aan hun gezichten kon ik zien dat ze geschokt waren. 'w..waarom zou je zo iets doen?', vroeg Milou. 'waarschijnlijk omdat ze oorlog met ons willen, ik bedoel haar broetje is een makkelijk slachtoffer. Als we gaan vechten dan word ons terrein er ook bij betrokken.' 'je hebt gelijk , zo heb ik het eigenlijk nog niet beken. Slim van je', zei Anna. 'maar als mijn broetje blijft gelet worden gaat hij weg van school of erger.' toen was het een hele tijd stil. 'we moeten naar school, laten we het er vamidag over hebben met de anderen er bij.'
Toen ze op school aan kwamen was het bijna tijd. Ze renden naar hun lokaal en gingen op de gebruikelijke plaats zitten. Tijdens de les kon ik maar niet opletten, ik zat steets met mijn hoofd bij dat mijn broertje werd gepest. Tijdens de pauze ging ik naar de school waar mijn broertje op zat. Ik keek over hun plein. Daar, daar stond mijn broetje tussen alle maal jongens en meisjes die hem sloegen en schopten en rot op merkingen maakte. Ik werd zo kwaad. Ik rende er op af en sloeg met mijn vuist vol tegen een jongen zijn slaap die bewusteloos op de grond viel. Iedereen hield op met mijn broetje slaan en schoppen. Iemand riep tegen mij:' hoe durf je dat te doen wolf.' 'hoe durven jullie mijn broertje te pesten,' 'nou presies hoe we het doen hè wolf?' 'dat is ook mijn antwoord panter.' ik keek hem uit dagend aan. Hij maakte een vuist om mij te slaan. Toen hij daar mee uithaalde werd hij tegen gehouden door de hand van Rick. 'blijf met je poten van haar af.' 'hoezo?' 'anders sla ik jou buiten weste hoor.' 'oeeeeei, wat worden wij nu bang hè? Klein wolfje. En hoe durf je dat meisje te helpen.' ' nou jullie zijn met zijn achten dan is het toch eerlijk als dat meisje ook sein krijgt of niet?' toen liepen de jongens boos weg. 'ik krijg jullie nog wel hoor lelijke onderkruipsels!' toen rende ze weg. Ik wende me snel op mijn broetje. Hij zat onder het bloed en het leek als of zijn neus gebroken was. 'gaat het?', vroeg ik bezorcht. 'hoe zou jij het vinden als je in elkaar werd geslagen door al die mensen die twee keer zo groot zijn als jij?' ' niet leuk... Rick meld de hele roedel wolven af en zorg dat er vervoer komt voor Pascal. Hij moet zo snel mogelijk naar ons terrein, daar kan hij niet aan gevallen worden. Ik meld hem op deze school af. Wees een beetje snel oké?' 'begrepen.', zie Rick en hij rende weg. Ik rende de school in op naar het kantoor van de directeur. Ik klopte op de deur en er werd geroept:'kom binnen.' ik deed de deur open en liep snel naar binnen. En zei:' Pascal Rozenburg is voor de hele dag afgemeld, hij heeft hele erge buikpijn gekregen en licht nu thuis ziek op bed. Ik moest dit door geven aan jou van mijn moeder.' 'Pascal Rozenburg ziek? Heb je een briefje?' ik slikte. Natuurlijk had ik geen briefje. 'nee daar had mam geen tijd voor, en binnen kort moet ze weer naar haar werk en moet ik voor mijn broertje zorgen dus mag ik als je blieft gaan, met deze ziekte kan hij niet alleen thuis zijn.' 'oké, je mag gaan. Als je belooft dat je de waarheid spreekt.' 'dat beloof ik. Maar ik moet nu echt dringend weg. Doei.' ik liep snel naar buiten en rende naar de plek waar k mijn broertje voor het laats had gezien. Daar stonden de nadern met een bakfiets en de andere fietsen. In de bakfiets lag Pascal. Hij keek me moe aan. Ik ze tegen hem:' alles komt goed hoor, wij zullen ons best doen om je zo snel mogelijk naar ons gebied te brengen. Daar ben je veilig.' ik stapte op mijn fiets en fietste zomaar mogelijk naar ons gebied.
Toen we daar eindelijk aan kwamen was mijn broetje half bewuste loos. 'jullie weren toch wat we moeten doen?' ze knikte alle maal en rende het bos in. Toen vroeg mijn broetje versuft:' wie zijn dat Elsa?' ' dat zijn mijn nieuwe vrienden die alles weten over de natuur en wolven, net als ik.' 'hoezo noemden die pesters jullie wolven en jullie hen panters?' 'dat...dat...dat kan ik niet zeggen sorry. Meschien later als ik toestemming heb van de anderen.' gelukkig kwam op dat momend kwamen de andere terug. Met allemaal kruiden en bladeren. Anna maakt een prakje van alle kruiden en lechte dat op de wonden van Pascal, en verbond het met de bladeren die er nog over waren. Pascal gilde:' dat doet pijn. Laat het ophouden zus!' 'sorry dat kan ik niet doen. Op deze manier word het het snelst weer beter. En het gaat nog wel pijnen doen we moeten je neus weer op zijn plaats zetten.' op dat momend sloeg ze heel hard op ed zijkant van zijn neus waar door hij weer recht stond. Pascal gilde nog harder. Het was niet aan te horen, vooral niet me de betere oren die je hebt als een wolf. 'laat hem ophouden!' zei Milou. 'ik denk dat we hem het best buiten westen kunnen slaan, anders zou hij nog meer pijn leiden dan nu.' ik knikte en sloeg mijn broetje tegen zijn slaap waar door hij buiten bewustzijn raakte. Ik ging in overleg met de anderen:' mag ik het hem vertellen dat wij wolven zijn? Hij zal alleen maar meer vragen stellen als hij het niet weet.' ' dat is een goed punt maar weet je wel zeker dat hij het nie door zal vertellen?' 'ja, dat weet ik zeker. Ik heb hem al genoeg dingen verteld die geheim zijn en nog nooit heeft hij er een verklapt.' na ongeveer een uur ontwaakte mijn broertje. ' w...w....waa ben ik?' 'het is goed hoor. Ik ben bij je.' toen lichte in eens zijn ogen op. En kreeg hij alles weer te binnen geschoten. 'mag ik nu wel weten wat het is met wolven en panters.' ik knikte en vertelde het hele verhaal wat mij gister ook werd verteld. Hij was sprakeloos toen ik hem alles had verteld. Ik zei uitijndelijk:' je mag niks hier over zeggen tegen niemand ook niet tegen pap en mam. Wel over dat wat e is gebeurt maar dan dat we naar een huisdokter zijn geweest maar dat we niks hoefden betalen. Oké?' 'ik snap het. Maa kunnen we nu naar huis? Ik wil slapen.' ik grijnsde naar hem en nam toen afscheid. We fietsten terug naar huis en toen vertelde hij het hele verhaal maar wel aangepast zo dat er niks over panters en wolven in voor kwam. En toen gingen we bijeen slapen.
Reageer (1)
Ga snel verder
1 decennium geleden