Season 3 Chapter 7
Enjoy!
Fabian
‘Een oorlog met het ijsvolk winnen we nooit’ zei Sandra terwijl we met z’n allen in het kleine hoofdkwartiertje van vuurdistrict 14 zaten.
‘Toen de oorlog voorbij was, waren er al veel vuurstrijders vermoord, maar dat stopte niet toen de oorlog voorbij was. Meer dan de helft van de vuur sturende strijders zijn vermoord of uitgehongerd, terwijl het ijsvolk steeds beter en sneller zich begon te ontwikkelen’.
‘Dus moeten we een plan verzinnen voor de mensen die geen vuur kunnen sturen’ zei Maltras.
‘Wapens kunnen ijs niet bevechten’ zei Joey.
‘Het is altijd beter dan met hun handen vechten’ zei Maltras.
‘Maar hoe gaan we zo snel aan zo veel wapens komen. We hebben hier helemaal niets om wapens van te maken’ zei Vera.
En toen wist ik waar we heen moesten gaan. Een plek waar duizenden wapens verborgen zouden liggen.
‘Ik weet waar we heen moeten gaan’ zei ik waardoor ik de aandacht van iedereen kreeg.
‘De villa van Hugo van den Loonsche-Duinen’ zei ik. ‘In hun kelders moeten nog duizenden wapens verborgen zijn’.
‘Dat zou inderdaad wel een oplossing kunnen zijn, maar de villa ligt erg dicht in de buurt van Faldatror’ zei de vuurkoning.
‘Net zoals we dit vuurdistrict over hebben genomen, vertrekken we in de nacht. Ik denk dat de villa verlaten is, want er is niets wat het ijsvolk ervan nodig heeft’ zei ik.
‘Het is te proberen’ zei Sandra. ‘We nemen een grote huifkar mee en laden hem helemaal tot de nok toe vol’.
‘We vertrekken vannacht’ zei Maltras. ‘Fabian of ik zal hier blijven om het vuurdistrict te beschermen’.
‘Ik weet precies hoe de villa eruit ziet’ zei ik.
‘Dan blijf ik bij het vuurdistrict’ zei Maltras. ‘Zorg ervoor dat jullie allemaal heelhuids terug komen’.
‘Beloofd’ zei Sandra.
Toen het begon te schemeren begonnen we aan onze tocht naar de villa.
We gingen met een klein elite team die bestond uit Vera, Sandra, Sebastian, Joey, ongeveer 10 vuurstrijders, een grote huifkar en ik.
De vuurstrijders trokken de huifkar mee en ik liep samen met Sebastian en Joey voorop.
‘Hoelang is het eigenlijk lopen?’ vroeg Sebastian.
‘Ongeveer een uur of twee’ zei ik. ‘En als we doorlopen misschien zelfs anderhalf uur’.
‘En je weet zeker dat er geen Bokkenrijders meer zijn?’ vroeg Joey.
‘Hoor ik nou angst in jouw stem Joey?’ vroeg ik plagerig. ‘Ik dacht dat jij mijn beschermer was?’
‘Ik ben niet bang, ik vroeg het me gewoon af’ zei Joey lachend.
De reis duurde langer dan ik had gedacht. Onderweg moesten we een aantal keer afwijken van onze route door verschillende ijswachters die door de bossen patrouilleerden.
Uiteindelijk zag ik de berg waarop ik meteen de verlaten villa zag staan.
‘Hoe kan dat nou, ik zie de villa ook’ zei Vera.
‘De betovering van de Opperster is waarschijnlijk uitgewerkt nu Hugo dood is’ zei ik. ‘Kom we gaan snel naar binnen, pakken zo veel mogelijk wapens en zorgen ervoor dat we weer weg gaan’.
We liepen het zigzaggende pad op en kwamen uiteindelijk aan bij de villa.
Ik duwde tegen de deur aan die met een krakend geluid open ging.
We liepen met z’n allen naar binnen en iedereen was dood stil. Slechts het geluid van de piepende wielen van de huifkar galmde door de villa.
In mijn ooghoek zag ik dat Vera ineens door haar knieën zakte, waarnaar ze hard begon te huilen.
Ik ging naast haar op mijn knieën zitten en zag dat ze voor een kleine bloedvlek zat.
De bloedvlek was waarschijnlijk nog van Lilly die hier vermoord was door de Bokkenrijders.
‘Kom, we gaan weer verder’ zei ik.
Ik hielp Vera omhoog en samen liepen we richting de deuren die aan weerszijde van de trap zaten.
Door deze deuren waren de Bokkenrijders vanuit hun schuilkelders gekomen.
‘Wij gaan door deze deur om de wapens te halen, jullie blijven bij de huifkar’ zei Sandra tegen twee vuurstrijders.
We liepen de donkere trappen af en kwamen uiteindelijk bij een grote ruimte aan.
Sebastian en Joey hadden ieder een fakkel aangemaakt en liepen voor ons uit.
En precies zoals ik al had verwacht, lagen er ontelbaar veel wapens. Van zwaarden en pijl en boog tot bijlen en knotsen.
‘Neem zoveel mogelijk mee als jullie kunnen en laad de kar helemaal vol’ zei ik. Plotseling galmde er een schreeuw door de kelder en iedereen draaide zich om.
Ik zag dat de deur nog open stond en zo te horen kwam de gil vanuit de hal van de villa.
‘Er is iets aan de hand boven!’ riep Vera.
Ik kwam direct in beweging en vloog door de kelder richting de trap, gevolgd door Joey en Sebastian.
Toen ik boven aan kwam viel mijn mond van verbazing open.
De twee vuurstrijders lagen met flinke verwondingen dood naast de huifkar.
Reageer (1)
Ofwel zijn ze aangevallen door ijsstrijders ofwel door bokkenrijders. en wat gebeurt er nu als ze boven zijn? degene die hen heeft aangevallen gaat volgens mij op een of andere manier er voor zorgen dat ze de wapens niet kunnen pakken???
1 decennium geledenja ik ben weer bezig met mijn theorieën.