POV: Hope
Hope. Kan iemand me gewoon even vertellen hoe mij ouders zelfs op deze naam zijn gekomen? Al zolang ik me herinner breek ik daar mijn hoofd over, op iedere mogelijke plek. Deze keer is het in het bos, welja, zoals altijd eigenlijk. Wat ik doe in het bos? Niet te geloven dat ik dit zal zeggen: ik woon in het bos. Ja, ja inderdaad, in zo'n cliché huisje met lemen muren en een rieten dak. Dat is, volgens wat ik hoorde uit alle verhalen dat me ooit zijn vertelt, een typisch heksenhuisje. Ja, ik weet ook waarom dat zo is, op die manier zijn we direct verbonden met de natuur. Op de een of andere manier is het wel jammer dat ik bijna nooit bezoek heb, maar daar zijn ook zo zijn voordelen aan. Iedereen in het dorpje, hier net buiten het bos, heeft wel al eens om mijn hulp gevraagd. Maar dat maakt nu niet uit. Ik loop dus door het bos, op mijn dooie gemak. Dooie? Zeggen ze dat zelfs? Ah, je weet wat ik bedoel. Mijn bruine, lange jurk met een corset, hangt losjes aan mijn heupen. In de mand dat ik in mijn linker hand heb, zitten blauwe en rode bessen, kruiden en zo verder. Die heb ik voor twee heel belangrijke redenen. De eerste? Omdat ik ook moet eten en de tweede? Voor de zoveelste keer wil ik proberen die blauwe stressen uit mijn haar te halen. Ik ben er -helaas- mee geboren, dat is gewoon verschrikkelijk. Letterlijk alles heb ik al geprobeerd, ik meen het, kruiden, bessen... Alles wat ik kon vinden, niets hielp. Hoe kon ik zo dom zijn om mijn wapens thuis te vergeten? Ja, ik kan wel iemand - geen idee wat- laten doen en zo, of ze gewoon laten verstijven, maar dan kan ik niet weglopen omdat ik daarna nog te weinig energie heb. In gedachten verzonken wandel ik gewoon weer terug naar het huisje, dat lijkt me het beste zonder wapens. Ook de deur - die ik open, logisch, toch?- is van hout gemaakt. Zeventien jaar en alleen wonen. Hoe...? Ja hier is dat de normaalste zaak. Mijn ouders lieten me achter toen ze mijn krachten ontdekten. Dat was op mijn tiende verjaardag, sindsdien leef ik gewoon alleen, in het bos. Niets aan te doen. In mijn grote woonkamer - sarcasme dus, hij is klein en knus- steek ik de haard aan, morgen moet ik dringend achter hout. Mijn kleine kookpot zet ik op het vuur -in ieder geval erboven- en smijt er de blauwe bessen in. Samen met wat water laat ik het goedje koken terwijl ik een brood op mijn kleine tafeltje zet. Dit word weer een eenzaam avondmaal hé? Mijn gedachten gaan naar de trap als ik naar boven wandel. In de trapleuning - ook van hout- zijn mooie uitsnijdingen gemaakt, in thiban. Thiban is een soort geschrift... Er is één probleem, ik kan het niet lezen, nog niet. Ik zou echt doodgraag weten wat het betekent. Wilden mijn ouders mij een boodschap nalaten of is het gewoon iets nutteloos? Maakt niet uit, ik moet het weten. Vreemd genoeg wordt er op de deur geklopt, vast een dorpeling. Met alle snelheid waarmee ik de trap afstorm, val ik er bijna van. Hijgend open ik de deur. Dit is vast en zeker geen dorpeling.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen