Foto bij [001]

Ik zuchtte even gelukzalig terwijl de wind door mijn haren raasde, maar jammer genoeg vloog ik niet in de lucht maar zat op een paard richting een open plek waar ik Gandalf zou zien. Ik spoorde mijn paard nog meer aan toen ik er bijna was en sprong meteen uit het zadel en landde soepel op mijn twee voeten, gehuld in slanke lederen laarzen.
'Mijn hemel, Adèllyna' hoorde ik de rauwe stem van Mithrandir zeggen.
'Mithrandir' zei ik terug en boog mijn hoofd even. Hij leunde wat op zijn staf en bekeek me even toen ik een paar vlinders op mijn schouders voelde landen. Hij glimlachte even en ging toen zitten op een van de rotsen die er stonden. Ik volgde zijn voorbeeld en ging tegenover hem in kleermakerszit zitten. Een vlindertje vloog in mijn gezichtsveld en meteen stak ik mijn hand er naar uit en liet hem landen op mijn hand.
'Heb je nagedacht over mijn voorstel?' vroeg hij me toen nieuwsgierig.
'Niet echt'.
'Waarom niet?', ik keek naar hem op en zag hem met een verwarde uitdrukking op zijn gezicht naar me staren. Ik haalde mijn schouders op, ik had niet echt zin om voor oppas te spelen.
'Waarom vergezel je me niet?' vroeg hij me terwijl hij wat dichter naar me toe boog. Het vlindertje vloog weg terwijl ik spottend mijn wenkbrauw optrok.
'Ik ben niet dom, het zijn dwergen' ik haalde mijn hand naar beneden en legde die op mijn schoot, 'Die haten elven'. Zijn ogen begonnen te fonkelen,
'Je bent geen gewone elf'. Ik keek hem zuchtend aan en rolde met mijn ogen.
'Waarom accepteer je gewoon geen nee?'. Hij kreeg die vreemde trek om zijn mond die mijn ogen tot spleetjes liet toeknijpen.
'Maybe I just want you to spread your wings'. Ik keek hem emotieloos aan terwijl ik koud de alom bekende woorden door mijn lippen liet glijden.
'Daar doe ik niet meer aan, niet sinds de oorlog'.

Flashback

'Papa!' riep ik hard terwijl ik naar buiten keek en de grote troepen elven die aan kwamen marcheren. Mijn vader vloog snel naar me toe,
'Ik weet het lieverd' zei hij wat gejaagd. Ik zag mijn moeder aan komen rennen met haar wapens. Mijn moeder was een gewone Begaafde, mijn vader was de Gevleugelde Koning. Zijn vleugels waren wat groter en ook veel sterker dan die van andere. Hij pakte me op in zijn armen, waar ik me meteen in verstopte.
'Ik breng haar weg' zei hij tegen mijn moeder die naar me glimlachte. Ik stak mijn armpjes nog eens naar haar uit, die ze meteen toeliet en me nog een laatste knuffel gaf.
'Je zal je weg wel vinden lieverd' vertelde ze me met tranen in haar ogen. Ze keek even naar beneden waarna ze naar haar ketting keek, die eigenlijk voor mij was bedoeld. Mijn lot stond erin geschreven, mijn lot stond vast, en geen enkele gebeurtenis kon die veranderen. Het was een soort amulet, die zich zou openen wanneer ik er klaar voor was. Ze nam hem vast en rukte hem van haar nek. Ze nam mijn handje en legde hem erin, ze sloot mijn vingers eromheen waarna ze - ze kuste. Ze ging nog eens met haar hand over mijn bronzen krullen heen waarna een traan haar ooghoek verliet. Toen keek ze even naar mijn vader waarna ze hem een kus gaf.
'Ga'.
Mijn vader vloog meteen weg en hij vloog nog nooit zo snel. Ik verborg mijn gezicht in zijn om de snijdende wind te vermijden. We landden sneller dan ik verwacht had waarna ik snel rennende voetstappen hoorde. Ik keek op en ik keek recht in het gezicht van een oude man, me een lange grijze baard en een staf. Mijn vader zette me op beide voeten waarna hij mijn hand vastnam en me naar de man bracht.
'Lord Warryon' zei hij verbaasd.
'Het is dringend' zei mijn vader en het was alsof ze even met hun gedachten communiceerden.
'Mithrandir, ik smeek je, bescherm haar' en dat was alles dat mijn vader nodig had om de oude man, Mithrandir, over te halen. Mijn vader zakte naast me neer op één knie en legde zijn handen op mijn schouders.
'Heb geduld, je ware aard zal zich verhullen wanneer je er klaar voor bent, en of je nu vleugels hebt of niet, ik zal altijd van je houden' en hij drukte een kus op mijn voor hoofd die zo veel liefde bevatte dat de plek tussen mijn schouderbladen begon te tintelen. Hij stond toen op en vloog weg. Ik keek hem verbaasd na waarna mijn kleine beentjes zich voortbewogen en ik een stukje vooruit rende. Toen mijn vader ver weg was maar me nog kon horen riep ik hem nog één ding na.
'Ik zal je vinden!' riep ik hijgend. Ik bleef even staren naar de boomtoppen waar hij verdween.
'Ik zal je altijd vinden' fluisterde ik nog waarna mijn hand zich nog harder om de ketting kneep. En dat was het moment dat mijn vleugels zich uitklapten. Zoals de vleugels van een vlinder, wat vreemd was want andere vleugels leken op die van libellen en die waren gewoontjes, maar maar die van mij waren lichtblauw als de hemel en met prachtige lijnen erin gegraveerd.

Reageer (2)

  • DeroGoi

    Ik vind het geweldig!!!! Snel verder, want mijn abo en kudo heb je! X

    1 decennium geleden
  • Katalante

    Yay! Tot nu toe lekker origineel!
    Je hebt mijn abo en ik geef je ook nog een tip. Wat een feestje!
    Ooh en ik geef je een kudo :P

    Tip: het leest gemakkelijker als je elke keer als iemand praat, je een andere regel doet. Dus zoals dit:

    'Mijn hemel, Adèllyna' hoorde ik de rauwe stem van Mithrandir zeggen.
    'Mithrandir' zei ik terug en boog mijn hoofd even. Hij leunde wat op zijn staf en bekeek me even toen ik een paar vlinders op mijn schouders voelde landen. Hij glimlachte even en ging toen zitten op een van de rotsen die er stonden. Ik volgde zijn voorbeeld en ging tegenover hem in kleermakerszit zitten. Een vlindertje vloog in mijn gezichtsveld en meteen stak ik mijn hand er naar uit en liet hem landen op mijn hand.
    'Heb je nagedacht over mijn voorstel?' vroeg hij me toen nieuwsgierig.
    'Niet echt'.
    'Waarom niet?', ik keek naar hem op en zag hem met een verwarde uitdrukking op zijn gezicht naar me staren. Ik haalde mijn schouders op, ik had niet echt zin om voor oppas te spelen.
    'Waarom vergezel je me niet?' vroeg hij me terwijl hij wat dichter naar me toe boog. Het vlindertje vloog weg terwijl ik spottend mijn wenkbrauw optrok.
    'Ik ben niet dom, het zijn dwergen' ik haalde mijn hand naar beneden en legde die op mijn schoot, 'Die haten elven'. Zijn ogen begonnen te fonkelen,
    'Je bent geen gewone elf'. Ik keek hem zuchtend aan en rolde met mijn ogen.
    'Waarom accepteer je gewoon geen nee?'. Hij kreeg die vreemde trek om zijn mond die mijn ogen tot spleetjes liet toeknijpen.
    'Maybe I just want you to spread your wings'. Ik keek hem emotieloos aan terwijl ik koud de alom bekende woorden door mijn lippen liet glijden.
    'Daar doe ik niet meer aan, niet sinds de oorlog'.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen