Hoofdstuk 10

Mackenzie

'Wat is er?' vroeg ik verbaasd. Liam keek op en gaf me een klein glimlachje.
'Niets.' Hij drukte een kusje op mijn wang en trok me dicht tegen zich aan terwijl hij zijn lippen naar mijn oor bracht. 'Ik hou van je.' De fluistering bracht kippenvel over mijn gehele lichaam en deed me blozen. Duidelijk tevreden met het resultaat van zijn woorden liet Liam zichzelf weer op de bank vallen. Ik ging glimlachend tegen hem aan zitten en voelde al snel zijn armen om me heen. 'Vind je het eigenlijk niet een raar idee?'
'Wat?' vroeg ik.
'Je zal 18 jaar ouder zijn dan je broertje of zusje.'
'Wow,' zei ik zachtjes. 'Als ik klaar ben met studeren dan... dan zit hij nog niet eens op school.'
'Of zij,' zei Liam grinnikend.
'Of zij,' mompelde ik. 'Wow, ik moet echt stoppen met denken aan die baby.'
'Waarom?' vroeg Liam. 'Waarom vind je het zo verkeerd om een mening te vormen over de baby.' Ik zuchtte.
'Wel het was nooit echt makkelijk tussen mijn ouders en mij,' zei ik zachtjes. 'En ik wil niet dat mijn mening over hen hem of haar beïnvloed. Ik bedoel hij... zij... het is nog niet eens geboren en... wel...' Liam drukte een kusje in mijn nek.
'Ik begrijp het,' mompelde hij. 'Maar ik denk niet dat je daar bang voor hoeft te zijn. Je hebt een hele lieve en geduldige personaliteit.' Ik schoot in de lach.
'Ik geduldig?' vroeg ik. 'Ik word al chagrijnig als ik in de rij voor de supermarktkassa moet gaat staan!'
'Ik bedoel dat je geduldig bent met mensen,' zei hij glimlachend. 'Je was geduldig met mij.' Ik keek hem verbaasd aan. 'Toen ik niet tegen je kon praten en jij...' Ik legde mijn vinger over zijn lippen.
'Dat kon me echt niet schelen,' zei ik zachtjes.
'Ja, ma-ma-maar...' Liam haalde diep adem en zuchtte even. 'Je gaf niet op, bleef bij me en... niet veel mensen zouden dat gedaan hebben voor iemand die ze amper kende.' De manier waarop hij naar me keek deed me blozen. 'Je hebt de prachtige gaven om mensen te nemen zoals ze zijn en het mooiste in hen te zien.' Hij nam mijn gezicht in zijn handen en drukte zachtjes zijn lippen tegen mijn voorhoofd. 'Ik hou zoveel van je.'