[NL] Vliegende bonen en open kastdeuren
En technisch gezien is dit niet heel erg Perciver-ish, maar het is Oliver met Wesley en ik wist niet precies waar ik dit anders kwijt moest.
(En sorry voor de titel. Mijn titelkunsten zijn ook nog roestiger dan normaal, gheh.)
Oliver Wood was vijftien toen hij zijn eerste echte crush had. Hij was nog een slechtere luisteraar dan gewoonlijk in die tijd, want er waren opeens twee keer zoveel dingen die hem zo erg konden afleiden dat hij in de verte begon te staren zonder iets op te merken van wat er om hem heen gebeurde. De eerste reden voor zulk gedrag was hetzelfde als altijd - Quidditch - maar de tweede was iets wat hij zo goed het ging probeerde te verbergen. Jammer genoeg was hij daar niet erg succesvol in, zoals onder andere bleek uit het feit dat het zijn beste vriend maar twee dagen kostte om te merken dat er iets mis was.
“Hé!” riep Wesley, precies op het moment dat Oliver door iets kleins op zijn voorhoofd geraakt werd. Oliver werd ruw weggetrokken van zijn gefilosofeer over sproeten en hoe die constellaties van sterren konden vormen. Hij keek naar de ziekmakend groene Bertie Bott’s All Flavoured Bean die op zijn schoot was beland en verplaatste zijn blik daarna naar Wesley, die twee meter verderop op zijn eigen bed zat.
“Gooide je dat nou net naar me?”
“Ja,” gaf Wesley onbeschaamd en een tikkeltje verontwaardigd toe. “Het was mijn goed recht. Ik praat al twee minuten tegen je en ik weet bijna zeker dat jij er geen woord van hebt gehoord.”
“Natuurlijk wel,” antwoordde Oliver in een reflex.
“Echt?” Wesleys opgetrokken wenkbrauw was net zo indrukwekkend als zijn oog-handcoördinatie wanneer het erom ging Oliver te bekogelen met snoep. “Vertel me dan eens waar ik het over had.”
Oliver aarzelde. “Quidditch,” gokte hij. Hij had geen flauw idee, maar aangezien ongeveer de helft van hun gesprekken daarover ging, had hij een vijftig procent kans toch gelijk te hebben.
“Ik klaagde over het kwaadaardige genoegen dat McGonagall schept in het opgeven van huiswerk. Als ze jou Quidditch opgeeft, ben ik jaloers.”
Oliver zuchtte. “Sorry.”
Wesley sprong van zijn eigen bed, zette twee stappen en liet zich op zijn buik vallen aan het voeteneinde van Olivers matras. Hij maakte het zich gemakkelijk en staarde Oliver aan op een manier die hem nerveus maakte. “Ik mis iets, of niet?” vroeg Wesley. “Nu voel ik me een slechte vriend. Vertel op, wat is er?”
“Niets.”
“Niet zo negatief. Ik weet zeker dat er tenminste wat stro in dat hoofd van je zit.”
Oliver probeerde zijn voet in Wesleys gezicht te duwen in vergelding, maar Wesley lachte en ging overeind zitten, waardoor voor Oliver zijn doel nastreven meer moeite werd dan het waard was.
“Weirdo,” zei Wesley.
“Jij vroeg erom,” wierp Oliver terug.
“Helemaal niet. Ik vroeg je volkomen serieus wat er mis was. De geur van jouw sokken is heel erg mis, maar niet wat ik bedoelde.”
“Zoals ik al zei, er is niets aan de hand.”
Wesley was een moment lang stil. “Je vindt iemand leuk.”
Olivers mond viel open. “Wat? Hoe wist je dat?”
“Merlin, ik heb gelijk?” Wesley grijnsde en rechtte zijn rug, klaar voor een uitgebreide ondervraging. “Wie is het? Is ze ouder dan wij?”
Oliver klapte zijn mond dicht. Hij voelde zich stom dat hij daar met open ogen in was getrapt. Nu was er geen enkele mogelijkheid meer om alles te ontkennen. Hij trok zijn knieën omhoog en sloeg zijn armen om zijn benen. “Ik wil er niet over praten.”
“Oh, kom op. Geef me tenminste een beschrijving. Je mag vaag zijn, als je wilt.”
Oliver besefte dat hij hier vroeger of later toch niet meer onder uit zou komen, dus was dit waarschijnlijk het beste aanbod dat hij zou krijgen. “Stel me vragen. Ik zal antwoorden met ja of nee.”
Wesley ging enthousiast in op de uitdaging. “Oké. Is ze blond?”
“Nee,” antwoordde Oliver, eventjes opgelucht dat dit zo simpel was.
“Een brunette?”
“Nee.”
“Rood haar?”
Oliver aarzelde. Wesley grinnikte.
“Cool. Eens zien… oogkleur. Bruin?”
“Nee.”
“Blauw?”
“Ja.”
Wesley fronste. “Zit ze hier op school?”
“Ja.”
“Hebben we überhaupt meisjes met rood haar en blauwe ogen, dan?”Oliver haalde zijn schouders op en Wesleys frons werd dieper. “Het is geen geest, toch? Soms kun je hun haarkleur niet zo goed zien, maar gast, dat lijkt me niet gezond.”
“Nee! Bah.”
“Gelukkig.” Wesleys frons verdween op slag. “Zeg, heeft deze persoon toevallig sproeten?”
“Ja,” gaf Oliver met groeiende tegenzin toe.
“Een bril?”
“Ja.”
“En het is een Gryffindor? Uit ons jaar?”
Oliver zei opnieuw niets, en opnieuw nam Wesley dat op als instemming. Dit keer werd Olivers stilte echter niet door aarzeling veroorzaakt, maar door angst die zijn keel dichtkneep. Wesleys vragen waren veel te gericht om willekeurig te zijn, en sowieso was er inmiddels aan de hand van de antwoorden geen verwarring meer mogelijk. Het waas van paniek dat ervoor zorgde dat Oliver niet meer helder zag werd pas verbroken toen Wesley hem tegen zijn arm bokste.
“Hé, gast. Er is geen reden om nu te gaan hyperventileren. De wedstrijd tegen Slytherin is komende week zaterdag pas.”
“Ja, maar ik- Percy-” Hij viel stil, want eigenlijk had hij geen idee wat hij precies wilde zeggen. Wesley greep met een overdreven gebaar naar de rechterkant van zijn borstkas en maakte zijn ogen zo rond als schoteltjes.
“Het is Percy? Mijn God, Oliver, dat had ik nooit geraden. Volgens mij wordt de schok me te veel. Mijn hart!”
“Je hart zit aan de andere kant, idioot.”
Wesley verschoof zijn handen een stuk naar links. “Oh, inderdaad. Ik dacht al even dat het echt gestopt was te kloppen.”
“Dankje,” zei Oliver, waarmee hij hun gesprek opeens een veel serieuzere toon gaf dan het tot dat punt had. Hij pakte de All Flavoured Bean die nog steeds op zijn schoot lag op en rolde het dingetje heen en weer tussen zijn vingers.
“Is er, eh-” Wesley liet zijn handen in zijn schoot vallen en nam Olivers ernstige houding automatisch over. “Is er iets waar je over wilt praten?”
“Nee, niet echt.”
“Oké. Maar je weet dat het helemaal normaal is, toch? Dat er niets mis met je is?”
Oliver rolde halfhartig met zijn ogen. “Joh, dat probeerde ik je vanaf het begin al te vertellen.”
“Goedzo,” zei Wesley grijnzend. Hij stak zijn hand uit. “Dan wil ik nu graag mijn boon terug. Het was mijn laatste.”
Oliver sloot zijn hand om het groene snoepje en deed alsof hij ten diepste verontwaardigd was over dat verzoek. “Absoluut niet. Alles wat je naar mijn hoofd gooit is van mij.”
Wesley gaf geen verdere waarschuwing voordat hij Oliver tackelde en probeerde zijn hand open te wurmen. Oliver vocht zo goed het ging terug, maar toen hij uiteindelijk met de slappe lach van zijn eigen bed werd geduwd en op de vloer belandde, voelde hij vooral opluchting. Een duidelijker bewijs dat Wesley niet opeens bang zou zijn hem aan te raken had hij niet kunnen krijgen.
“Oh, ew.” Wesley gleed van het bed en hield iets voor Olivers neus dat inmiddels groen, plakkerig en om een of andere reden harig was. “Ik neem mijn woorden terug. Dingen die ik naar jouw hoofd gooi mag je houden.”
Oliver lachte alleen maar harder.
Reageer (3)
awwh yeah WESSSS
1 decennium geledenAaah, dit heeft me helemaal vrolijk gemaakt. (Wat een prestatie is tijdens de examens!)
1 decennium geledenWesley die goed reageert, schattige oliver.. Wat moet er nog meer zijn? Percy! Ja, percy uiteraard, maar een beetje percyloosheid kan ik voor deze keer wel aan (: Maar dus: jeej, je schrijft weer, dat maakt me blij.
WESLEY!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
1 decennium geledenYAAAY GOOOO WES!!!!
Een zinnigere reactie krijg je niet want ik word even overmand door wesley-feelings
(Op de een op andere manier dacht mijn mobiel dat ik wespen wilde schrijven ipv wesley. Wat jij met deze informatie moet weeg ik niet, maar misschien wilde je dit altijd al weten )
En je merkt helemaal niet dat je woorden.org hebt gebruikt
En u ga ik weer verder met wesley-feelings hebben
*sluit zich op op haar kamer met een berg chocolade*