001
Een koude wind. Mijn handen trillen en het voelt alsof mijn vingertoppen er elk moment af kunnen vallen. ‘Hallo?’mijn stem klinkt trillerig. Geen antwoord. ‘Hallo!’ roep ik nogmaals. Weer geen reactie. Ik slaak een diepe zucht, maar ik geef niet op. Aarzelend tast ik met mijn handen in de duisternis. Shit, waarom zie ik nou niks. Het enige wat ik zie is zwart. Ik voel we grond onder mijn blote voeten. Ik herken iets, kriebels, sprietjes die tussen mijn tenen door heen te zien zijn. Gras. Ondanks de kou staat het zweet op mijn voorhoofd. Niks klopt, wat doe ik hier? Waarom ben ik hier? Mijn hoofd bonkt, alsof ik een steen tegen mijn hoofd heb aan gekregen. Of een nacht lang veel te veel had gedronken, nee, dat voelde anders. Voorzichtig zet ik een paar stapjes. Waarom loop ik eigenlijk op blote voeten, jezus, wat is dit allemaal. Mijn ogen zijn eindelijk een beetje gewent aan het donker. Maar het enige wat ik zie is gras. En sterren, heel veel sterren. Gek genoeg is het zo donker dat niet eens de sterren mij kunnen verlichten. Niet eens een klein beetje. Nergens zijn huizen te zien. Het lijkt een eindeloos weiland. Een weiland zonder enig leven, geen planten, geen dieren, geen huizen er omheen. Doodse stilte. Ik wil een stap zetten maar ik hoor iets. Een zucht, maar niet van mij. Stokstijf blijf ik staan.’Hallo!’ zeg ik luid. De zucht klinkt opnieuw. Een onaangenaam gevoel kruipt mijn buik in. Ik moet hier weg. De zucht verplaats zich. Het zit op de hoogte van mijn ogen. ‘Wie is daar!’ gil ik. Mijn stem galmt over het weiland heen. Mijn hart gaat tekeer, alsof hij overuren draait. Het geluid verplaatst zich weer. Het gekke is dat ik niemand hoor lopen. Alleen de zucht, dat duidelijk niet de wind is. Tranen springen in mijn ogen. Wat gebeurt er met me? Ik voel een hand op mijn schouder en draai me met een ruk om.
Er zijn nog geen reacties.