W37

“Ze zijn te snel. Ik heb er drie, min of meer per ongeluk, gevangen in een koepel om het schip van Sky heen, dus dat zal wel snel kapot zijn.”
“En waar zijn Sky en de anderen dan?”
“In een kleinere koepel in het schip. En Tecna, Stella en Flora zijn bij twee jonge eerstejaars, die bewusteloos zijn, maar verder niet gewond. De andere eerstejaars zijn al op Red Fountain.”
“En je bent er zeker van dat er zwarte magie in het spel is?”
“Het kan niet anders”, zei Bloom. “Die twee eerstejaars zouden zwaar gewond moeten zijn, buiten hun schip, aangevallen door die monsters, volgens hun vrienden. Maar ze lagen in het schip alsof ze vredig sliepen.”
“Ik kom mee”, zei Griffin.
“Kom bij in de koepel, dan bent u veilig”, zei Bloom.
“Gaat u zomaar met haar mee?”, gruwde de lerares.
“Als Bloom mijn hulp vraagt in een serieuze zaak, ja”, zei Griffin. “Laten we gaan, Bloom.”

Bloom en Griffin verschenen tussen de twee schepen in. Griffin schrok vreselijk toen een paar monsters op hen af vlogen en tegen de koepel af ketsten.
“Ze zijn razend”, mompelde ze.
“Dat dacht ik ook al”, verzuchtte Bloom. “Wat wilt u eerst zien, de monsters in de koepel, Musa en Layla zwaargewond of de andere meiden met lichtere verwondingen en die twee bewusteloze jongens.”
“Die bewusteloze jongens”, zei Griffin. “Misschien kan ik aan hen en je lichtgewonde vriendinnen iets afleiden over die monsters.”
“Oké, daarheen”, wees Bloom. Samen vlogen ze in de koepel naar de anderen. Zodra ze in de grote koepel waren, liet Bloom de kleine verdwijnen.
“Bloom! Zijn de jongens in orde?”, riep Stella meteen.
“Ja, maar Layla en Musa niet echt”, verzuchtte ze.
“Laat me jullie wonden eens zien?”, vroeg Griffin. Flora toonde meteen haar armen. Griffin keek ietwat verbaasd. “Dat lijken me niet echt magische wonden.”
“Die jongens wel”, zei Tecna, en ze troonde Griffin mee naar de slapende jongens. Griffin boog zich over hen heen.
“Feeksen.” Ze keek op. “Bloom, zijn er nog anderen magisch gewond?”
“Ik denk het niet, tenzij die andere jongen misschien, die al op Red Fountain is.” Ze beet op haar lip. “Ik weet eigenlijk niet hoe het met Musa en Layla is.”
“Goed, ik probeer de schade te beperken. Ga Musa en Layla en breng ze hierheen, en breng de jongens ook meteen maar mee. En haal dan Saladin en Faragonda.”