Foto bij [1/6]

First piece.

[1]
Een jongen. Zo energiek. Zo vrolijk. Een jongen, zonder enig idee wat hem te wachten stond. Zonder enige idee wat hij allemaal zou aanrichten. Zijn verstand tegen zijn gevoel. Haar stem tegen die van hem. Ongehoord. Ongewild. Zonder enige keuze. Zonder enige macht over zijn eigen handelingen. Vertrouwd en belazerd. Gehypnotiseerd door de schoonheid. Door de verscholen macht in haar breekbare stem. De mate waarin hij zich gedwongen voelde ernaar te luisteren. De woorden een voor een tot zich door te laten dringen. Hij zat gevangen. Gevangen in de fluisterende gedachten. Haar zachte stem, haar zoete woorden, haar foute bedoelingen. Ze waren allemaal voor hem.
Alleen voor hem.
Ze was er vaak. Ze hield ervan. De aanwezigheid. Zijn verstand. Ze hield ervan met hem te spelen, hem zo te beïnvloeden dat hij nergens het slechte meer van in zag. Met zwoele fluisteringen, onschuldige woordjes, verlangende zinnen. Ze had hem helemaal om haar vinger heen kunnen wikkelen. Eén vinger en zóveel macht.


Heupwiegend liep hij door de tourbus, friemelde af en toe zenuwachtig aan de zoom van zijn shirtje en klopte telkens met zijn lange nagels op het harde oppervlak van het tafeltje, dat zich op de helft van zijn looppad had gevestigd, wanneer hij het voor de zoveelste keer voorbijpasseerde.
Zijn gezichtsuitdrukking was beheerst, gekalmeerd. Maar zijn gevoel was alles behalve rustig. De zenuwen gierden door zijn lijf, de adrenaline zorgde voor kleine trillingen. Onopgemerkt, maar toch aanwezig. Hij bekeek zijn medepassagiers in de bus. Hij kon niets anders over ze denken. Hij zag ze alleen als passagiers die met hem mee reisden. Ze waren vreemden voor hem geworden. Alles was vreemd geworden. Hij kon niemand meer vertrouwen. Niemand. Ook niet zichzelf. Alleen de stem gaf hem zekerheid. Ze vertelde hem alles. Ze vertelde de waarheid. De waarheid die de rest verborgen hield. Geen van allen in de bus was zo lief en aardig als dat ze zich voordeden. Het waren allemaal maskers. Allemaal bedrog. En zij had hem het licht laten zien. Zij had hem alles uitgelegd. Hoe het allemaal tegen hem was gericht. Een complot. Een grote samenzwering. Georg, Gustav, Tom, David. De crew en alle anderen. Ze wilden allemaal hém hebben. Ze lieten het niet blijken, ze gedroegen zich normaal. Maar hij wist beter. Hem was alles duidelijk gemaakt. Zij was haar redder. Zij vertelde de waarheid.
Een geërgerde zucht weerklonk door de bus. Tom keek hem aan, zijn ogen niet bepaald vrolijk gericht. Hij was het zat voor de zoveelste keer twee paar voeten langs te horen komen. Het begon op zijn zenuwen te werken.
‘Bill, hou eens op.’
Mompelend duwde hij zijn oordopjes verder in zijn oren en knalde het volume van zijn Ipod omhoog. Bill reageerde niet. Hij had het niet eens gehoord, hij was te afwezig om erop te letten. En als hij het wel had gehoord zou hij niet luisteren. Niet naar hem.
Zijn voeten brachten hem steeds heen en weer. Soms onopvallend, soms luidruchtig. Het getik ging gewoon door. Tot hij een ingeving kreeg. Een sluwe, duistere ingeving. Maar brilliant.
Hij vond het brilliant.
‘Dat is goed. Bill. Zie je, je bent veel slimmer. Pak het en verstop het. Breek het. Doe wat je moet doen. Je blijft ze een stap voor.’
De zachte vrouwenstem galmde in zijn hoofd, gaf hem dat extra beetje zekerheid om door te zetten met wat hij van plan was.
Zij wist het.
Dit was het.
En hij zou het doen.

Reageer (3)

  • MieleEend

    Bill hoort stemmetjes xD

    1 decennium geleden
  • WildIsTheWind

    Snel verder!

    1 decennium geleden
  • Glambert

    Super;)

    snel verder!!!

    xx C

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen