Foto bij 7. More friends, I love you.

Het was niet helemaal volgens de wet om als twee minderjarigen in een huis te wonen zonder volwassene, dus kwam mijn tante af en toe eens kijken. Niet dat er zo veel te zien viel, we konden onszelf prima redden, hoewel ik het nu wel een stuk drukker had. Ze vroeg me wel eens of ik mama miste, maar dan zei ik nee. Ze was niet dood, ze was er gewoon niet. Ze woonde helemaal in het noorden van Nederland, bij haar vader. Ik had er geen problemen mee, eigenlijk had verder niemand er problemen mee, maar men bleef het maar vragen. Hoe kun je je moeder nu niet missen? Ik zie haar maar enkele keren per jaar. Ik gaf er nooit antwoord op. Als ze erg aandrongen, zei ik iets als ‘ik ben dat al gewend’. Daarna wilde ik het nooit meer zeggen. Ik wilde er niet eens aan denken. Het was zondag en David verwachtte dat ik iets lekkers klaarmaakte. Niet dat het iets uitmaakte, hij kwam toch maar om een uur uit zijn bed. Dus maakte ik spek en ei. Voor mij als middageten, voor hem als brunch. Het was de eerste keer dat hij niets zei aan tafel. Hij zei sowieso al niet veel, maar nu was het echt wel opvallend stil. “Ik ben gisteren nog even naar Eva geweest,” zei ik. “Oh.” Ik liet mijn hoofd hangen en zei al niets meer. Ik voelde me een beetje alleen, misschien zou het helpen om met iemand te praten. Misschien zelfs meer dan praten, ik moest iemand zien. Meteen dacht ik aan Leen, zij was al vier jaar mijn beste vriendin en zij deed dit constant bij mij, ze zou het vast niet erg vinden als ik zo maar even binnen kwam vallen. Ik had haar nog nooit gevraagd om me te troosten, om de simpele reden dat ik nooit verdrietig was. Maar wat ik nu voelde, kwam wel een beetje in de buurt. Ik zag eenzaamheid als een vorm van verdrietigheid. Mijn broer was alweer verdwenen, dus ik ruimde de tafel af. Er was geen afwasmachine om de vuile borden in te steken, dus spoelde ik ze af en stapelde ze netjes op en zette ze op het aanrecht. Toen verdween ik ook. Ik had me haar voordeur ingebeeld en nu stond ik erop te kijken. Ik hoopte maar dat ik de goede deur had, want ze woonde de ene week bij haar moeder en de andere bij haar vader. Ik hoopte dat ze bij haar vader was, maar ik was er bijna zeker van. Ik belde aan en gelukkig deed ze zelf open. “Jacintha?!” zei ze verbaasd. “Hoe ben jij hier geraakt?” Ik haalde eens diep adem en legde haar uit wat er was gebeurt met mijn vader. Haar lach verdween meteen en ze trok me mee naar binnen. “Zo begrijp je wel dat ik de tijd vond om even de busregeling te checken en naar hier te komen.” Ze onderbrak me en zei: “Je had me ook kunnen bellen,” maar ik wist dat ze blij was me te zien. “Jazzi, wat erg,” zei ze zachtjes en gaf me een lange knuffel. Ik glimlachte. “Hij maakt het goed, hoor. Het is gewoon, ik voelde me wat alleen.” Natuurlijk begreep ze me meteen. We gingen naar haar kamer en daar liet ze me haar nieuwe posters zien. Ze was er duidelijk erg trots op en vol jaloezie keek ik toe. Ze grinnikte bij het zien van mijn gezicht. “Hey sint,” hoorde ik haar broertjes stem vanuit de gang. Ik draaide me om en grijnsde naar hem. “Hey Sandie,” deed ik zijn stem na. “Sander, ga iemand anders lastig vallen,” mopperde Leen en wuifde hem weg. “Oké,” zei hij en verdween in de gang. “Ik wil ook zo’n broer,” zucht ik. “Nee, geloof me, dat wil je niet!” Lachend gingen we op haar bed zitten en zij haalde enkele dvd’s boven die ze me nog wilde laten zien. Volledig op mijn gemak luisterde ik naar haar vlotte gebabbel die nooit leek te eindigen, tot ze zei: “Ze jij ook eens wat!”

Reageer (1)

  • Witchling

    Le me! :)

    Weird to read about myself ;)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen