Foto bij Themawedstrijd ~ Aldea + Fawkes; (schrijf)opdracht

"I want to know, can you show me? I want to know about these strangers like me."
~~ Tarzan movie, Stranger like me.


Dit is een opdracht voor een wedstrijd waar ik aan mee doe.
Ik moet zeggen dat ik het een erg lastige opdracht vond en dat ik uiteindelijk toch nog te weinig inspiratie had. Daardoor is het niet afgemaakt. Het spijt me maar ik was inspiratieloos.
Btw ik heb mijn 3e naam gebruikt omdat ik Lenox er veelste raar in vond staan..

xoxo

Opdracht:
Disney gaat niet alleen over de ware vinden. Het leert je ook wat over het echte leven daarbuiten.
Zoals Simba, die de kwaadaardige Scar gaat geloven dat het zijn schuld is dat Mufasa dood is.
Zoals Sneeuwwitje en Assepoester, die alles verliezen aan hun gemene stiefmoeders.
Klinkt het ergens bekend in je oren? Hoe vaak hoor je zoiets niet in het dagelijkse leven?
Het leven is hard, ja. Maar op het einde maakt liefde alles beter. Of toch niet?
Herschrijf het door jou gekozen sprookje met jezelf in de hoofdrol en leef de nachtmerrie of droom van jouw gekozen Disney prins of prinses!

Hieronder vinden jullie 26, -voor jullie- nog onbekende Disneyfilms. Het is de bedoeling dat jullie één letter kiezen uit het alfabet. Hieraan zit een Disneyfilm gekoppeld waar jij je SA over moet gaan schrijven. Omdat er nog maar 20 deelnemers zijn en 26 letters, zullen er 6 overblijven. Je mag maximaal 1 keer van letter(en film) veranderen of ruilen met een andere deelnemer, alleen als de andere deelnemer het er ook mee eens is!

A. Roodkapje
B. Doornroosje xxMufasaxx
C. Assepoester Macabre
D. Bambi
E. Leeuwenkoning
F. Pinokkio
G. De gelaarsde kat
H. Alice in Wonderland
I. Peter Pan Svarog
J. Dombo Mutiny
K. 101 Dalmatiërs
L. Jungle book Yoko
M. Robin Hood Rhyme
N. Mary Poppins Junns
O. De kleine zeemeermin Mutiny
P. Sneeuwwitje Foraoise
Q. Aladdin Quies
R.Pocahontas
S. Tarzan xLenox
T. Lilo&Stitch
U. Belle en het Beest Floreale
V. Frozen
W. Rapunzel Kida
X. De prinses en de kikker
Y. Mulan OneWayllove
Z. Brave Lizor

Verwilderd probeerde ik met al mijn kracht de bamboestengels opzij te duwen. Toen ik ze eindelijk aan de kant had geschoven werd ik met een kracht naar voren gelanceerd waardoor ik voorover op de grond viel. Een lange jurk in de jungle dragen was dus toch niet zo’n geslaagd idee geweest. Met mijn paraplu probeerde ik mezelf omhoog te werken – wat niet echt lukte. Ik voelde hoe een stevig greep om mijn arm werd geplaatst en ik omhoog werd getild. “Dankjewel Clayton.” De grote man zette een charmante glimlach op. “Alles voor uw welzijn, mevrouw Porter.” Ik hoorde hoe een paar takjes kraakten en toen ging het best snel. Voordat ik iets kon doen duwde Clayton mij aan de kant. “Niet bewegen professor.” Ik zag hoe Clayton zijn geweer laadde en op vol instinkt maar in het rond begon te schieten. Ik kwam gelijk in actie, duwde tegen zijn arm waardoor Clayton boos omkeek. “Meneer Clayton, u kunt niet in het wilde weg gaan schieten! Straks is het een gorilla!” “Mevrouw Porter, ik weer zeker dat dit geen gorilla is.” Hij draaide zich weer om naar mijn vader, professor Archimedes Q. Porter, alsof het gesprek met mij van geen enkele waarde was. “Professor laten we verder gaan.” Snel stapte hij weer met grote passen verder, waar mijn vader met een soort huppel drafje achterna liep. “Kom op Noa, laten we snel verder gaan.” Ik zuchtte diep en liet ze maar even voorop lopen. Ik stond nog even stil en probeerde mijn haar te fatsoeneren. Toen ik mijn ogen weer open deed zag ik voor mij een schattig baviaantje. Het kijkt mij met grote ogen aan en ik kan deze kans niet laten ontglippen. “Wat ben jij een dotje.” Kierde ik lief naar het aapje. Ik pakt mijn schetsboek en begon snel het lieve beestje te schetsen. Toen ik weer op keek was hij er plots niet meer. “Hé, waar ben je nou?” Ik voelde iets op mijn rug en zag hoe het beestje zich in mijn nek had geplaatst. Het maakte een soort kierend geluid toen hij de schets zat. “Vind je hem mooi?” Blijkbaar wel want in een super snelle beweging pakt hij mijn schetsboek af en begon er mee rond te slingeren en dingen uit te scheuren. “Hé, geeft terug!” Boos liep ik achter het beestje aan, mijn losgescheurde tekeningen van de grond oprapend. Toen hij bij zijn tekening was stond het beestje even stil om zichzelf te bewonderen. “Kom op geef terug, die heb ik zelf gemaakt.” Het beestje keek me eigenwijs aan er ik begon nu wel boos te worden. “Dan maar op de ruwe manier.” Snel trok ik het papiertje uit zijn handjes. Fout. Plots begon het beestje erg te huilen en te wijzen naar mij. “Kom op niet zo overdrijven. Je wilt toch niet dat iemand je zo ziet?” Plots hoorde ik gekrijs achter mij. Achter mij zat in de boom een hele familie boos naar mij te krijsen. “O-o.” Snel draaide ik me om en zette het op een lopen. Ik wierp een paar blikken achterover en zag hoe de hele familie achter mij aan zat. Tot mijn ongenoegen zag ik voor mij een kloof verschijnen. Ik probeerde nog sneller te rennen, ik moest die sprong maken. Ik zette me af, op hoop van zegen dan maar. Met geknepen ogen wachtte ik af op de harde klap die ik zou maken maar die kwam niet. Ik deed mijn ogen open en zag de jungle onder mij voorbij flitsen. “I-ik vlieg.” Ik keek omhoog en schrok me de leplazers. Daar aan een liaan hing een man, een man die mij nu mee slingerde. Een schreeuw van angst kwam uit mijn keelgat terwijl hij me mee nog. Ik keek achterom en zag dat de groep bavianen nog steeds achter ons aan zat. Met snelle manoeuvres gleden we door en over de bomen. Ik klampte me vast aan zijn lichaam, wat niet echt comfortabel was volgens mij, terwijl we door een boomstam gleden. We landden op een boom terwijl er allerlei takken naar benende vielen. Snel stond deze vreemdeling tegen me aan, dicht tegen de boomstam aan. Toen het gevaar geweken was draaide hij zich langzaam om, om zich tegen de bavianen te richten. Hij maakte een soort rare aapachtige geluiden, bijna alsof hij in gesprek met deze dieren was. Vlug draaide hij zich naar mij om en pakte mijn schetsboekje van mij af. Hij gaf deze aan de bavianen en ging verder met hun ‘gesprek’. Ik moest hier weg. Snel pakte ik me vast aan een liaan die om de boom gewikkeld was en werkte me met een hoop geluk op een andere boom. Daar gekomen draaide ik een beetje door. “H-hij praat met bavianen.” Ik keek opzij en tot mijn schrik zat daar die man weer. “Wie ben jij?” vroeg ik ongelovig. Hij reageerde niet maar kwam alleen steeds dichter bij zitten. Ik drukte mezelf tegen de boomstam aan maar het mocht niet baten. Hij drukte zijn gezicht tegen mijn borstkast aan. Hij keek me verwonderd aan en pakte daarna mijn hoofd vast. Hij drukte langzaam mijn oor tegen zijn borst aan. Ik hoorde zijn hartslag in mijn oor. Ik duwde me van hem af. “Ja, je hebt een mooie hartslag.” Plots zei hij iets. Hij wees op zichzelf en zei het woord: “Tarzan.” “Tarzan?” herhaalde ik verbaasd. Hij knikte wild en wees daarna op mij. “O.. uh..” Ik wees ook mezelf en zei: “Noa.” Wild begon hij weer te springen. Deze man had geen weet van manier volgens mij. “Als je kan praten kan je me dan ook naar het kamp terug brengen?” Hij keek me niet begrijpend aan en toen ik weer mijn mond open wilde doen hoorde je in de verte een geweershot. “Clayton?” zei ik verbaasd. Wild sprong Tarzan op. “Clayton.” Zei hij blij en hij deed een imitatie van het geweerschot. “Ja, inderdaad.” Ik stond op en wees naar de richting van het geluid. “Kan je me naar Clayton brengen?” Tarzan stond snel op en pakte me bij mijn middel. “Hé, hé. Kunnen we niet lopen.” Voordat ik mijn zin helemaal had afgemaakt vlogen we al weer door de lucht op weg naar het kamp.

De dagen daarna gebeurde snel. Nadat gorilla’s het kamp hadden verwoest en ze door de Alfa weer mee waren genomen naar hun familie- inclusief Tarzan -en ik mijn papa en meneer Clayton had verteld wat er was gebeurd – die mij natuurlijk niet geloofden – en Tarzan daarna voor mij weer kwam opdagen hadden we besloten dat we Tarzan ons misschien naar de gorilla’s kon brengen. We hadden hem Engels geleerd en meerdere beschaafde dingen. Ik voelde mijn gevoelens steeds meer groeien voor deze primitieve man. Nu zaten we alleen met het probleem dat we terug moesten naar Engeland en Tarzan ons niet zijn familie kon laten zien.

“Tarzan de boot is er, we moeten weg. Terug naar Engeland.” “Noa, blijf bij mij.” Het was niet echt een vraag maar toch ontroerde het me erg. De man voor mij zat op een knie met een boeketje bloemen voor me. Er ontstonden tranen in mijn ooghoeken. “Tarzan.. i-ik kan niet blijven.” Snel draaide ik me huilend om, om snel weg te kunnen rennen. Ik kon het niet. Ik kon papa niet verlaten maar ik kon ook Tarzan niet verlaten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen