19
Zwijgend ga ik op de bagagedrager van Luke zitten. Langzaam begint hij te fietsen. Ik heb geen flauw idee waar ik mij moet vasthouden en verlies dan ook mijn evenwicht. Luke grinnikt. ‘Pak mij gewoon om mijn middel, gek. Dat gaat toch allemaal veel makkelijker?' Zwijgend haal ik mijn schouders op. Als ik even later weer goed op de bagagedrager van Luke zit en ik mijn armen stevig om zijn middel heb geslagen, begint de blonde jongen weer met fietsen. Een warm gevoel ontstaat er in mijn buik. Hoe dichter ik tegen de jongen aan ga zitten, hoe heviger het gevoel wordt. Uiteindelijk verzamel ik genoeg moed en durf ik met mijn hoofd tegen zijn rug aan te leunen. Ik zucht zachtjes. ‘Moe?’, vraag Luke. Ik mompel iets dat op een ja moet lijken en sluit dan tevreden mijn ogen. Luke begint zachtjes te neuriën. Tevreden luister ik naar het melodietje. Het maakt me rustig en het laat mij veilig voelen. Het lijkt even alsof er niets meer op deze wereld is. Alleen Luke en ik.
Eigenlijk is Luke een vreemd figuur. Hij zegt niet veel. Hij staart me altijd aan met een bepaalde blik, maar hij is er wel altijd als hij er moet zijn. Nu, op het feestje van Jasmine en op school loopt hij ook altijd op de vreemdste plekken opeens naast me. Soms lijkt het alsof hij mij in de gaten houdt, alsof hij mij niet alleen vertrouwd. Eigenlijk lijkt het alsof hij mij ergens voor wil beschermen, maar ik heb geen idee wat. Sommige meiden zou het misschien storen dat een jongen zo vaak en zo onopvallend in hun buurt is, maar mij soort het niet. Het is eerder omgekeerd; het stoort me als hij er niet is. Dan ben ik steeds naar hem opzoek. Dan kijk ik vluchtig door de gang, opzoek naar een glim van de knappe jongen met de blonde haren. Helaas vind ik hem dan nooit en dat stoort me vreselijk. Het liefst zou ik willen dat hij er altijd was om vanaf een veilige afstand mij in te gaten te houden, maar dat gaat nou eenmaal niet. Soms moet ik het alleen doen, of ik het nou wil of niet.
‘Alice?’ Een lage stem laat mij opschrikken uit mijn gedachten. Ik kijk op, recht in de blauwe ogen van Luke. ‘We zijn er. Welkom in huize Hemmings.’ Ik grinnik en bloos. ‘Dankjewel. Echt lief van je dat je me wil helpen.’ ‘Natuurlijk wil ik je helpen, je hoort toch bij onze vriendengroep.’ ‘Echt?’ Een warm gevoel overspoelt me. Ik hoor erbij, Luke zegt het zelf. ‘Kom.’ Luke wenkt me het erf op. Nieuwsgierig loop ik achter hem aan. Luke pakt een lantaarn van het rek en steekt het aan. Zo dat is beter. Door het gele licht zie ik pas hoe groot het erf eigenlijk is. Het is enorm. Op het erf staat links een enorme schuur en rechts daarvan een mooi wit huis. Het is niet supergroot, maar het ziet er wel gezellig en toch luxe uit. ‘Laten we snel naar binnen gaan, voordat alle muggen het licht ontdekt hebben.’ Grijnst de jongen. Ik knik en volg Luke braaf naar de veranda. Daar zet Luke de lantaarn weer neer en maakt het uit. Hij steekt de sleutel in het slot en opent de deur. ‘Ben je er klaar voor’, vraagt hij grappend. Ik knik. Ik was er zeker klaar voor. Ik was in mijn leven nog nooit zo nieuwsgierig geweest. Ik wilde heel graag weten hoe Luke Hemmings woonde. ‘Na u.’ Luke houdt de deur voor mij open. Blozend stap ik over de drempel. Achter de deur is houdt een mooie ruime hal zich schuil. Alles is gemaakt van hout, van de vloer tot de muren en de trap; heel anders dan bij mij thuis. Doordat veel van hout gemaakt is, ruikt het ook lekker binnen en het brengt een hoop knusheid met zich mee. ‘Kom ik laat je de woonkeuken zien.’ Luke gaat me voor en opent een deur.
De woonkeuken is gigantisch. Het doet mij denken aan een landelijke boeren keuken, maar dan modern. Bijna alles is wit, wat een vergrotend effect heeft. De tafel in het midden is werkelijk een pronkstuk. Mooie afgewerkte witte poten heeft het voorwerp, met een ruwhout werkblad. ‘Wat vindt je ervan?’, vraagt Luke. We hebben het pas net opgeknapt. ‘Ik vind het echt super.’ Stamel ik. ‘Hebben jullie dit zelf gedaan?’ Luke knikt trots. ‘Ja, m’n pa, m’n broers en ik houden nogal van klussen.’ Even denk ik aan de droom die ik vroeger altijd had, binnenhuisarchitect worden, maar ik zet het snel uit mijn hoofd, mijn droom is nu dokter en daar blijft het bij. ‘Gaaf, ik ben jaloers.’ Ik zie dat Luke een klein verlegen lachje laat, maar hij herstelt zich snel en loopt richting de koelkast. ‘Goed warme chocolademelk met slagroom, omdat dat ook midden in de zomer moet kunnen.’
Okee, jaartje is bijna klaar. Hopelijk heb ik nu wat meer tijd voor mij hobby, namelijk schrijven. Ik heb werkelijk duizenden ideeën, maar gewoon nauwelijks tijd. Ik ga proberen meer tijd vrij te maken. Ik vind dat wel een goed voornemen.
Lots of love,
Sas
Reageer (10)
snel verder?
1 decennium geledenEcht super tof hoofdstukje Ik ben benieuwd naar je ideeën x
1 decennium geledenLeuk leuk leuk!! Snel verder!!
1 decennium geledenahwe leuk
1 decennium geledensnel verder + kudo xx
Like like like snel verder!!
1 decennium geleden