18.
Dit is een lang hoofdstuk, en er zal veel drama zijn
Tom Riddle’s naam zweeft door mijn gedachte. Want meer heb ik niet, alleen zijn naam. Ik heb tot nu toe nauwelijks nagedacht over een vaderfiguur, want na twee moeders geef je het op een gegeven moment op. Maar op dit moment stel ik me een knappe man voor, anders was mijn moeder niet op hem gevallen. Ze was nou eenmaal super mooi. Een knappe man, en ik denk ook dat hij lekker rook, of ruikt? Zou hij nog leven? Ik kom aan bij de fontein. ‘Lemon drop’ zucht ik, en een trap vormt zich op de plek waar de fontein eerst stond. Ik loop naar boven en klop op de deur. Geen antwoord. Zonder verder nog te kloppen loop ik naar binnen. Hij zit niet achter zijn bureau, en ik weet niet waar ik de moed vandaan haal om eraan te gaan zitten. Een fijne zachte stoel is het. Ik stel me voor dat ik Perkamentus ben, en dagelijks tientallen leerlingen hierheen stuur om hun verleden te bespreken. Ik stel me voor dat Tom Riddle tegenover me zit.
‘Waarom ben je weggegaan?’ Vraag ik aan niemand in het algemeen. Ik laat mijn vingers over het harde eiken houten bureau gaan en staar naar de rotzooi erop. Ik bekijk een paar dingen, en besef me dat ik heel verkeerd bezig ben. Maar dan gebeurt het, het moment dat ik een brief zie. Een brief met op de i’s een klein rondje in plaats van een stipje. De krullerige R’s, en de fijne handschrift van niemand minder dan mijn moeder. Ik herinner me als de dag van gisteren hoe ze me leerde schrijven, en hoe ik haar handschrift bijna volledig heb overgenomen. Als is de mijne lang niet zo fijn, en netjes als dat van haar. Mijn ogen zijn wijd open gesperd en mijn hand raakt de brief net aan als ik voetstappen hoor. Verschrikt sta ik op, en hol naar de stoel tegenover het bureau. Ik zit net, als Perkamentus het trapje achter het bureau afwandelt. Hij glimlacht als hij mij ziet.
‘Stipt op tijd Mervouw Buckater. Daar hou ik van.’ Ik slik, en knik voorzichtig. De brief! Ik moet hem lezen! Hij moet oud zijn omdat haar dood ondertussen 10 jaar geleden was, en ik me in mijn laatste jaren bij haar niet kan herinneren dat we ooit brieven hebben ontvangen of verstuurd.
‘Je lijkt geschrokken, wil je misschien een kopje thee?’ Ik schudt mijn hoofd.
‘Professor, zou ik u iets mogen vragen?’ Hij zegt niets, en kijkt me alleen aan.
‘Wie is Tom Riddle?’ De sfeer in de kamer verandert niet. Het is nog steeds warm, en knus. En Perkamentus zijn ogen staan nog steeds kalm.
‘Daar wou ik het met je over hebben vandaag. Hoe ben je erachter gekomen?’
‘Jaarboek..’ mompel ik verlegen. Dus ik had helemaal niets hoeven doen, ik zou er toch wel achter zijn gekomen,
‘Je bent een nieuwsgierig meisje Jasmine. En in dit geval weet ik niet of dat in je voordeel of in je nadeel is.’ Er valt een dodelijke stilte.
‘Tom Riddle is inderdaad je vader. Ik ben er ook pas sinds kort achter gekomen, nadat ik wat oude brieven van je moeder heb gelezen. Ze waren geadresseerd aan mij, maar ze zijn nooit aangekomen. Iemand wou blijkbaar dat niemand er achter zou komen.’
‘Zoals hij zelf?’ Vraag ik
‘Misschien, maar dat is giswerk. We zullen het nooit zeker weten. Maar terug op haar brieven, ik zag je dat je ze al hebt gezien?’ Ik bloos.
‘Het spijt me.’
‘Het is al goed.’ Zegt hij vriendelijk, waarna hij een stapeltje enveloppen uit een la pakt. Hij legt die van zijn bureau er boven op, en geeft ze aan mij. Ik staar ernaar. En stiekem ben ik trots op mezelf dat ik zonder zijn hulp al achter veel dingen ben gekomen.
‘Open de bovenste maar eerst, dat was de eerste brief.’ Ik maak een kleine scheur boven in de hoek, haak mijn vinger erin en haal hem naar beneden zodat de zijkant open scheurt. Ik haal de brief eruit, en Perkamentus kijkt niet raar op als ik eraan ruik. Voorzichtig open ik hem, en begin te lezen.
Ik heb je brief gelezen. Maak je maar geen zorgen, het gaat goed met ons. Ik ben met Jasmine naar een wijk in Londen verhuisd, waar wel meer heksen wonen. Oh Albus, als je eens weet hoe moeilijk het is voor mij om naar haar te kijken. Om zijn ogen te zien, en zijn gelaatstrekken. Ze lijkt meer op hem dan ik had verwacht, en het doet me pijn om haar in bad te doen en alle andere dingen die er bij het moederschap bij komen kijken. Ik hou me sterk voor haar, want ze is een geweldige meid. Al bij haar geboorte had ze haar, en hoewel ze pas een maan oud is herkent ze me en lacht ze als ze me ziet. Ik weet zeker dat Tom haar vader is, en ik haat mezelf voor het feit dat ik het heb laten gebeuren. Hij zal achter ons aan komen, hij zal ons vinden, en eventueel vermoorden.
Ik slik en voel tot mijn ergernis een traan lang mijn wang glijden.
Liefs, Nisrina.
Albus,
Mijn eerste brief is al ruim een halfjaar geleden verstuurd. Bent u boos op me? Ik kan het me heel goed voorstellen, want dat ben ik zelf ook. Ik weet dat ik fouten heb gemaakt, maar ik ben maar een simpele heks. Ik hoop dat u me vergeeft en eventueel mij en mijn dochtertje zal helpen. Ik heb een foto bij de brief gedaan, zodat u kunt zien hoe groot ze als is. We zijn gelukkig mijn zijn tweeën, en ik hou met de dag meer van haar. Hopelijk antwoord u snel.
Liefs, Nisrina.
Beste Albus,
Jasmine is twee jaar oud en ik heb een vreselijke ontdekking gedaan. Het litteken waarvan is eerst dacht dat het een normale streep was, is nu gegroeid tot een halve maan. Net onder het kootje van haar duim. Zou het kunnen beteken wat ik denk dat het betekent? Kunt u me alstublieft terug schrijven? Laatst toen ik met Jasmine boodschappen ging doen waren er een paar jongeren die ons de weg versperden. Ze zeiden vulgaire dingen, en ik heb ze met moeite afgeschud zonder magie te gebruiken. Maar ik besef me meer dan ooit hoe kwetsbaar we zijn, nu is mijn toverstok niet meer heb en er misschien iemand naar ons zoekt. Een zekere Tom Riddle, die u ondertussen goed kent. Ik weet ondertussen ook dat u me niet zult helpen, en dat ik het in mijn eentje moet oplossen. Hopelijk zorgen mijn fouten er niet voor dat Jasmine nooit naar Zweinstein zal gaan. Dit is voorlopig de laatste brief die ik naar u zal sturen.
Liefs, Nisrina.
De laatste brief raakt me het meest, en ik begin te snotteren als een baby tegen het einde,
Ze hebben ons gevonden. Ik heb een nieuwe toverstok gekocht, en dat is de enige reden dat ik nog leef. Ze kwamen achter me aan, Vaalhaar en de rest. Zijn onderdanen zijn overal, en ik moet mijn buren vragen om boodschappen voor me te doen. Ik ben verhuisd trouwens, naar een slechte achterstandswijk. Maar hier zijn er in iedergeval geen heksen of tovenaars die ons kunnen verraden. Ik ben wanhopig, en gebroken. Jasmine is uitgegroeid tot een prachtig meisje, en ik denk niet dat ik het zal kunnen aanzien dat ze wordt vermoord. Ik moet een oplossing bedenken, maar het is onmogelijk. Als Jasmine door ze wordt gevangen, en ik dood ben kunne ze met haar doen wat ze willen. Ik weet ondertussen ook zeker dat ze een maanmeisje is, omdat haar litteken begon te bloedden toen ik de dooddoeners zag. Het bloedt bij gevaar toch? Dit is mijn laatste brief ooit naar u, en u zult me nooit meer zien. Jasmine zal niet naar Zweinstein gaan waar ze kwetsbaar is voor al het gevaar dat loert, en altijd zal blijven loeren. Ik heb gehoord dat Tom is komen te overlijden dankzij ene Harry Potter. Ik ben blij om dat te horen, maar ik ben bang dat ons hetzelfde lot staat te wachten. Het spijt me.
Liefs, Nisrina.
Het is stil in Perkamentus zijn kamer, en ik snik nog na terwijl ik de foto uit de tweede envelop haal. Ik en mijn moeder in een park. Ze zit op de schommel met mij op haar schoot, een klein twee jarig meisje. Lachend, en schommelend.
‘Ik heb destijds alleen de laatste brief ontvangen.’ Zegt hij droevig.
‘Je begrijpt dat het enorm veel informatie was, maar ik was bang dat jouw iets zou overkomen. Het is ondertussen ook wel duidelijk voor je dat Tom, heer Voldemort is?’ Ik zeg niks.
‘Ik heb iemand gestuurd om jullie te vinden, en je moeder tegen te houden voor wat ze wou doen. Het was nooit mijn bedoeling om haar te vermoorden. Ik wou dat ze naar Zeinstein kwam, zodat jullie veilig waren. Maar degene die ik stuurde raakte in paniek toen hij haar zag, met haar toverstok op jou gericht.’
Mijn mond hangt een beetje open, en ik staar hem aan. Dan sta ik op zonder iets te zeggen en ren zijn kantoor uit. De trap af, de gang door, de deur uit, en op het gras. Ik laat me neervallen bij een grote boom en trek met alle kracht die ik heb aan mijn haren. Ik schreeuw, ik schreeuw zo hard dat mijn longen branden. Maar nooit zal de pijn die ik voel even erg zijn als de pijn die me van binnen uit elkaar scheurt.
Reageer (2)
Ik weer zeker dat het sneep was, snel verder is echt mooi hoofdstuk!!
1 decennium geledenWie heeft Jasmines moeder vermoord?
1 decennium geleden*Rent Door Zweinstein*
*Vraagt Aan Fred Of Hij Koekjes Lust*
*Vergeet Te Vragen*
*Rent snel weer weg*