Aanval op Tiber Island
1507 Rome, Tiber Island
Ezio schrok wakker. Iemand stond op zijn slaapkamerdeur te kloppen. 'Kom binnen,' zei hij terwijl hij in zijn ogen wreef, 'Wat is er?' vroeg hij. 'Er is iemand voor u meneer.' zei hij. Ezio trok zijn een hemd aan en rende naar de deur van zijn schuilplaats. 'Wat is er?' vroeg hij, terwijl hij de doodsangst van de man zijn ogen kon aflezen. 'Enkele van uw mannen die terug kwamen van een missie zijn aangevallen de anderen worden vast gehouden in enkele steden en ze....' Ezio vroeg de man om te kalmeren, hij bracht hem een stoel en gaf hem wat water. 'Vertel.' zei Ezio vriendelijk. 'Dus ze zijn aangevallentoen ze de stad binnen reden ze worden vastgehouden, ik weet niet waar, alle andere mannen die op missie zijn worden daar vast gehouden dat bericht heeft me bereikt toen ik op weg naar hier was.' de man zei dit in een adem en hij begon vreselijk te hijgen wanneer hij klaar was vervolgens nam hij enkele grote slokken water. Ezio snelde naar de wapen kamer, hij trok zijn arm-beschermer, met daar onder zijn hiddenblade, zijn borstplaat en ijzeren laarzen aan daarna keek hij zijn magazijn werpmessen en kogels na. 'Maak alle mannen wakker' schreeuwde Ezio tegen één van zijn mannen die meteen naar de andere kamers liep om zijn mede assassin's wakker te maken. Ze verzamelde allemaal in de ceremonieruimte, waar Ezio hen op de hoogte bracht. 'Deze nacht zijn al onze troepen die buiten dit gebouw waren aangevallen, tempeliers blokkeren de wegen voor onze bontgenoten. Wij zijn de enige Assassin's die nog aanwezig zijn. Het lot van de stad hangt van ons af.' Er werden geen vragen gesteld, misschien kwam dat vooral omdat ze te moe waren, maar iedereen ging meteen zijn wapens klaarmaken. 'Kom naar de top van het gebouw, we vertrekken meteen naar de poort. Toen ze allemaal boven waren keek Ezio rond. Zeven mensen, zonder mezelf meegerekend, dacht hij terwijl hij zich aan de rand van het dak zette. 'We springen' zei hij en hij hoorde hoe een van de assassin leerlingen een klein gilletje slaakte. Als je een volleerde assassin werd werd er een ceremonie gehouden, één van de onderdelen van die ceremonie was het springen van het gebouw, maar deze assassin had haar ceremonie nog niet gehaald. 'Na vanavond zal je dit vaker doen.' zei Ezio met een vriendelijke lach, het meisje werd rood en keek naar de grond. 'Marco gaat eerst, dan ga ik dan volgen jullie op rang.' beval Ezio en Marco sprong van het dak in het donkerblauw, ijskoude water van de Tiber. Vervolgens sprong Ezio in het water en dan de rest, op rang zoals Ezio hen had gevraagd.
Toen Ezio aan de overkant weer uit het water klom zag hij dat Marco een verbaast en angstig gezicht trok. 'Wat is het probleem amico? vroeg Ezio aan hem. Marco zweeg iets had ervoor gezorgd dat hij met zijn mond vol tanden stond. Plots hief hij zijn arm op en wees in de richting van hun schuilplaats. Ezio draaide zich om en zag en van de vreselijkste schouwspelen uit heel zijn leven, buiten de terechtstelling van zijn familie en de dood van oom Mario. Hun schuilplaats stond in lichterlaaie. Het leek er op dat ze net op tijd waren vertrokken. Met een zwaar gemoed zij hij: 'We gaan verder laat de schuilplaats voor wat-ie is.' En hij en de anderen liepen zo snel ze konden door de straten van de stad romen.
Plots hield Marco hem tegen en hij drukte zijn wijsvinger tegen zijn lippen. Ezio keek in het rond de straten stonden vol met borgia wachters, Ezio had deze familie weliswaar verslagen maar hun mannen beschermde Romen nog steeds, en de nieuwe tempelier leider had hen duidelijk onder zijn hoeden genomen. Ezio keek naar de oude torens die hij had overgenomen en in brand gestoken, ze waren helemaal opnieuw opgebouwd en er stonden zelfs kanonnen op. 'Jij brengt de rest van de assassin leerlingen onder,' begon Ezio op fluistertoon. 'Maar wat ga jij dan doen?' vroeg Marco. 'Ik ga even een toren terugwinnen.'
Er zijn nog geen reacties.