Z&S 8
Tansy haastte zich de hut weer in. Ze boog zich over Sybelle heen en maakte de boeien los. Sybelle snakte naar adem en begon te huilen. Tansy trok haar tegen zich aan.
“Nooit meer”, snikte Sybelle. “Alsjeblieft.”
“Rustig maar”, fluisterde Tansy. Ze liet Sybelle even bekomen. “Wat was er eigenlijk aan de hand?”
“Bewusteloos, zei je”, snikte Sybelle. “Het is een marteling, Tansy! Alsof, alsof ik uit elkaar gerukt werd, gesneden, gestoken, in brand stond!” Tansy verbleekte.
“Ik… dat wist ik niet”, fluisterde ze. “Echt, Sybelle, ik zweer het, ik…”
“Ik weet het”, fluisterde Sybelle. “Waar zijn we?”
“Nog gewoon in het bos”, zei Tansy. “Ik voelde het meteen, ik wist dat er iets mis was. Alleen… Ik wist ook niet meteen wat doen.” Ze keek Sybelle aan. “Maar nu wel.”
“Laat, laat je me vrij?”
“Nee”, zei Tansy. “Dat kan ik niet. Maar die handboeien doe ik je niet meer om, dat beloof ik.”
“Tansy, hoe…” Tansy glimlachte.
“Het is heel zeldzaam, Sybelle”, zei ze zacht. “Ik dacht altijd dat het alleen kon tussen elfen van één rijk, omdat in elk rijk de magie anders werkt. Maar ik weet het zeker nu. Het was mijn favoriete verhaal toen ik klein was, ik heb ontzettend vaak gewenst dat het mij ook zou overkomen.” Ze glimlachte. “Moeder heeft het me zo vaak verteld. Het verhaal van jongens die elkaars leven gered hebben. Jongens die vrienden werden, die elkaar nooit konden beliegen of bedriegen, die elkaar geen kwaad konden doen, die het wisten als de ander in de problemen zat. Jongens die de ander blind konden vertrouwen.” Ze keek Sybelle recht aan. “Het is het verhaal van de zielsgenoten, Sybelle. En als je kijkt naar wat er allemaal gebeurd is… Het kan niet anders.”
“Zielsgenoten”, fluisterde Sybelle. “Ik, ik…” Een traan rolde over haar wang. “Geweldig.”
Er zijn nog geen reacties.