O29.
Ik staarde voor me uit bij de Starbucks. Al een aantal keren was ik gebeld en met de tranen in mijn ogen drukte ik ze weg. Ik verliet mijn plek en stak buiten een sigaret op. De tranen vloeide over mijn wang. ‘Waar heb ik dit aan verdient?’ Op dit moment ben ik echt radeloos. Ik kan naar huis of hier blijven. Als ik hier blijf dan zit ik opgescheept met hem, de persoon waar ik zoveel van houdt maar die mij zoveel pijn heeft gedaan of ik zit thuis zonder hem, alleen. Ik besloot om toch terug te gaan en te kijken hoe het zou lopen.Ik deed de deur open. ‘Je hebt het goed verpest, die komt niet meer terug!’ Rustig kwam ik binnen lopen. ‘Audrey je bent er weer!’ Christina kwam mijn kant op rennen. ‘Nu even niet Christina, ik moet met Bill praten.’ Ik keek ze serieus aan en nam Bill naar buiten.
‘Ga maar zitten.’ Bill ging zitten en ik stond voor zijn neus. ‘Ik wil alles weten wat er in je om gaat van het begin tot het einde.’ Ik verwachtte een heel verhaal te krijgen, maar hij staarde mij de hele tijd aan. ‘Heb je nog iets te zeggen?’ Hij bleef staren. ‘Het enige dat ik kan zeggen is dat ik van je houdt, dat je mijn ware bent, maar daar heb je blijkbaar niet genoeg aan.’ Ik stond versteld, de ware? ‘De ware? Dat heb je nooit gezegd..’ Hij knikte.
Er zijn nog geen reacties.