W33
“Hier!”, klonk een gedempte schreeuw. Bloom keek om zich en zag een rotsspleet waar nog twee jongens zaten. Ze wilde de jongen naar de spleet brengen, maar meteen dook een groep monsters op. Stella, Tecna en Flora vormden een cirkel om Bloom heen, maar die zette meteen een grote koepel over zichzelf.
“Haal die andere jongens!” Ze legde de gewonde jongen op de grond, hij was volledig bewusteloos en heel even vreesde Bloom dat ze te laat waren, maar toen zag ze zijn borst op en neer gaan. Moeizaam, langzaam, maar hij ademde. Ze vloog de koepel uit en hielp de andere twee jongens de oversteek maken.
“Is hij…”, vroeg één van hen geschrokken, toen ze veilig waren.
“Hij leeft nog, maar…” Flora boog zich meteen over de jongen heen.
“Hij heeft onmiddellijk verzorging nodig, Bloom.”
“Goed, zoeken jullie de anderen, ik breng deze drie naar Red Fountain. Ik ben zo snel mogelijk terug. En probeer zo dicht mogelijk bij beschutting te blijven.”
“Doen we, maak je om ons geen zorgen, Bloom”, zei Stella. Bloom knikte, nam de bewusteloze jongen in haar armen en keek de andere twee aan.
“Hoe wilde u ons naar school brengen?”, vroeg één van de twee aarzelend.
“Met mijn krachten”, zei Bloom. Meteen deinsde hij achteruit.
“U bent die Almightixfee!”
“Ja, en ik ben nu de enige hoop voor jullie vriend.” Bloom haalde diep adem. “Kom dichterbij me staan.” Stapje voor stapje liepen de jongens naar haar toe. In principe maakte het weinig uit hoe dichtbij of veraf ze stonden, maar ze kende de ziekenboeg van Red Fountain onvoldoende. “Weten jullie in welke richting we de anderen moeten zoeken?”
“Nee, we, we dachten dat ze achter ons aan kwamen”, mompelde één van de jongens beschaamd.
“Goed, we vinden hen wel. Niet verschieten.”
“Wow”, mompelde één van de jongens, toen hij de ziekenboeg van Red Fountain herkende.
“Jij, haal Saladin”, wees Bloom één van hen aan. De jongen holde meteen weg. “En jij slaag dat bed open, zodat ik hem erin kan leggen.”
“Bloom! Wat is er gebeurd?”
Er zijn nog geen reacties.