Hoofdstuk 5
De Hoofdstuk 5
Ze stonden aan de oostkant van het dorp, ze wisten dat als het kasteel ingenomen was ze niet zomaar naar binnen konden stormen en iedereen overhoop slaan. Aan hun zwaarden hadden ze niet genoeg beseften ze. De smid zat hier gelukkig niet zover vandaan, de smid maakte niet alleen wapens van staal maar gelukkig had hij ook mensen die hout goed konden bewerken en daarom stond het ook vaak vol met bogen en zwaarden.
‘Ken je het paleis een beetje Garyan?’ Vroeg Rohan met een rustige ondertoon, hij wist dat zijn leerling zenuwachtig was en wilde een duidelijk plan voor hem opstellen.
‘Nauwelijks, ik ben er hooguit twee keer geweest.’ Antwoordde Garyan teleurgesteld, iets in hem vertelde hem dat dit niet zo heel handig was. Johan had hun vier uur gegeven om de poort van het paleis in te nemen, aan de hand van de sterren kon Rohan zien dat er al een half uur verstreken was. Ze moest vaart maken, en niet zo’n beetje ook.
Het enigste wat ze hoefden te doen was dit pad doorkruisen, verraders doodmaken die ze onderweg tegenkwamen en zo snel mogelijk de poort ontdoen van deze mensen. Rohan schatte in dat de weg naar de poort enorm bewaakt zou worden, en alleen dat zou al ruim een uur kosten. Waardoor ze nog maar twee en een half uur hebben, maakt het bijna onmogelijk om de poort in twee uur in te nemen.
‘We komen tijd te kort Rohan… is dit nog wel zo slim?’ Garyan twijfelde., Zijn meester was dan wel ervaren, maar of hij het zelf kon opbrengen zoiets in te schatten wist hij niet zeker. De zon stond nog hoog aan de hemel, het was een warme dag. Er was iets wat de meester niet van zijn leerling snapte, alsof hij iets verborgen hield. Het was niet aan hem te zien als je hem niet zo goed kende, jammer genoeg kende Rohan wel om te zien dat er iets met hem was.
‘Dat komen we niet, we zorgen dat we bij de smid zijn. We zorgen dat we burgers optrommelen om het dorp voor een deel vrij te maken en wij jatten wat afstandwapens om mee te spelen in het kasteel.’ Garyan stemde moeiteloos in. Zijn meester was altijd goed in het eenvoudig uitleggen van plannen, daar kwam hij nu wel achter.
Het was doodstil, je zou zelfs een veer op de grond kunnen horen vallen. Diep gebukt kropen de twee jongens vooruit, een hand aan hun schede en de andere voor zich om mensen weg te kunnen slaan mochten ze in de weg staan. Ze stonden bijna naast de ingang van de smid, de jongens vroegen zich af of er nog wel iemand binnen was. Pas nu stonden ze er eigenlijk bij stil dat veel gebouwen in de fik stonden, en dat de wapens van de smid ook wel verbrand zouden kunnen zijn. Als dat gebeurt was… was het met ze gedaan. Ze zouden geen inwoners kunnen optrommelen om te vechten, dat gaat niet zonder wapens. En als ze al bij het kasteel zouden komen, zouden ze het met de hand op moeten nemen tegen misschien wel vijftig krijgers!
‘Het baart me zorgen Garyan, dat al deze huizen die in brand staan…’ Zijn meester begon zijn geduld te verliezen besefte Garyan. Met een vlugge pas haalde hij zijn meester in en ging zo stil mogelijk het hoekje van de ingang om. Er hing een kruisboog over de haak waar hij bijna vlak onder stond, de kruisboog rustte tegen zijn schouder en Garyan merkte dat hij in de verleiding kwam om hem ook echt te pakken.
Er was niemand in de smidse, dus fluisterde Garyan snel tegen zijn meester dat hij ook binnen kon komen. In de verte – ergens achterin de smidse. Brandde een groot vuur, het was niet een vuur waar ijzer in gesmolten werd. Hier werden grote stukken hout in gegooid. Garyan hoorde stemmen nadat hij dichterbij sloop, hij stond bijna met zijn oor tegen de dikke houten deur aan.
‘’Hebben ze dat kasteel nog steeds niet ingenomen?’’ Grapte een grotere en ook dikkere man die naast het vuur stond te lachen. Zijn kameraad keek hem alleen maar verbaasd aan.
Hoe kan die gast om zijn eigen grapjes lachen… grapte de luisterende man in zichzelf. Zelfs aan zijn gezicht was te zien dat niemand het grappig vond. Even slikte de grappenmakende man, maar ging snel weer verder met stukken verbrand hout nog verder te verbranden in het vuur.
‘’Moeten we ons niet een keer bij de troepen in het kasteel aansluiten?’’ Vroeg de man die nog altijd stond te kijken naar wat zijn kameraad aan het doen was. De stapel waar hout lag werd steeds kleiner en kleiner, langzamerhand begon de stapel hout kaal te raken. Alleen de grote stukken bleven over, de mannen werden het zat om alsmaar de vervelende klusjes te krijgen, in plaats van te vechten in de frontlinie.
‘’Ik ben weg, ik ga naar het kasteel denk ik. Ik word gewoon gek hier.’’ Riep de man die ervoor grapjes stond te maken. Hij was serieus, want vlak voordat de deur openging verstopte Garyan zich nog snel. Bijna werd hij gezien toen het dikke gestalte de deur uit kwam, snel keek Garyan naar zijn meester. Al snel wisten ze wat te doen; Garyan ging achter de man die nog binnen was aan, terwijl Rohan de grote dikke man aan zou pakken.
‘Nu!’ Riep Rohan terwijl hij uit zijn schuilplaats tevoren kwam. De dikke man schrok zich kapot, voordat hij ook maar zijn zwaard uit de schede kon trekken werd hij al overmeesterd door Rohan. Immers was de timing van de twee jongens minder goed, Garyan was maar een seconde later. De man zag de aanval aankomen en dook weg, trok zijn zwaard en stond recht tegenover Garyan.
‘Zeker weten dat je dit wilt doen jochie?’ Riep de man uitdagend naar Garyan. Ergens voelde Garyan woede opkomen, hij wilde de man voor paal zetten en terug pakken. Alleen zou hij daar een tactiek voor nodig hebben, zelf was hij er niet goed in, hij liet zoiets meestal door een krijgsheer doen.
‘Dit weet ik zeker ja!’ Garyan rende met zijn zwaard achter zich naar de man en maakte een halve draai, liet zijn zwaard meedraaien en liet hem met een doffe klap tegen het zwaard van zijn tegenstander slaan. Z’n tegenstander schrok van de opeens inkomende klap, deinsde achteruit en zette zijn handen tegen de muur achter hem. Voordat de man alweer rechtop stond kwam Garyan met zijn zwaard als mes vooruit stekend op hem af rennen. De man accepteerde zijn lot en liet het zwaard maar op hem af komen. Hij keek het zwaard zelf recht in de ogen in plaats van de jongen, het glinsterende staal kwam steeds dichter bij zijn borst.
Een klein stroompje bloed stroomde uit de buik van Garyan’s tegenstander, een diepe wond in zijn buik liet hem op de grond vallen. Met grote ogen viel hij op de grond, zijn zwaard kletterde naast hem op de grond. De mahoniehouten vloer begon langzaam rood te kleuren, de plas werd steeds groter en Garyan keek de man nog even na. Meteen erna wierp hij een blik op zijn meester die bijna onthoofd werd door het zwaard van zijn eigen tegenstander. Hij won het niet zoals zijn leerling, deze man was vele malen vaardiger dan hij – waarschijnlijk in meer veldslagen meegevochten.
Rohan realiseerde zich dat de buik van zijn tegenstander begon te spiegelen, ook bood hij geen tegenstand meer toen Rohan hem bijna onthoofdde. Even klonk er een krak, maar toch werd duidelijk voor hem dat het zwaard van zijn leerling zich een baan door het lichaam van de man zocht. En er zodanig aan de voorkant met kracht uitkwam.
‘Net op tijd zie ik!’ Riep Garyan lachend naar zijn oude leraar ‘Nu op naar het kasteel! Kunnen we nog wat lol hebben voordat Johan op komt dagen.’ Grinnikte hij als laatste, ook al keek zijn meester heb net zo serieus aan als daarnet…
Er zijn nog geen reacties.