Foto bij 7.

Hey, sorry voor het weinig posten maar ik heb het heeeel druk met school. Er gebeurt eindelijk iets leuks tussen Draco en Jasmine, dus ik hoop dat dat het een beetje goed maakt :) Love you x

De rest van mijn eerste dag gaat redelijk rustig. Of misschien is het wel druk, ik krijg het niet echt mee. Ik blijf de paar secondes dat Draco me aanstaarde in mijn hoofd herhalen, tot ik iedere beweging uit mijn hoofd ken. Hij is zo bijzonder en anders, dan alle andere jongens die ik ken. Nou ja, ik ken er niet echt zo veel. Beauxbatons is een meisjes school, en Arielle had me verboden om een vriendje te hebben tot ik van school af ben. Die regel geld nu niet meer.
De minst leuke les is bij verre na fabeldieren. Niemand die ik ken heeft het vak ook gekozen, en de leraar is een jachtopziener die het niets uitmaakt dat onze handen eraf worden gebeten door zijn enge beesten. Hij leek mij niet echt te mogen, want toen ik vroeg of ik ergens mijn handen kon wassen zei hij boos dat ‘we midden in het bos staan’ en dat ik mijn ‘franse gewoontes achter me moet laten.’ Het kan aan mij liggen, maar je handen wassen hoort een normale gewoonte te zijn, over de hele wereld.
Dan nog iets. Ik word overal op de gangen nagefluisterd als ‘de Franse’ en verschillende leraren verwijzen ernaar als ik iets vraag. Dit en dat moet ik afleren, en tegen het einde van de dag als we huiswerk maken met alle andere 6e jaars ontploft mijn hoofd bijna van alle irritaties. Vandaar dat ik Hermelien boze blikken toewerp als ze iedereen verbetert met hun huiswerk. Op een gegeven moment ben ik er klaar mee. Ik doe mijn boeken in mijn tas en besluit ergens buiten, of in een hoekje van het kasteel te leren. Ik moet en zal dit jaar overgaan. Waar heb ik het over? Alsof overgaan het belangrijkste is in mijn leven op dit moment. En met die gedachte zwerf ik uiteindelijk rond in Zweinstein, en haar lange bijna oneindeloze gangen.
Ik kom lang de uilenvleugel. Ik besef me dat ik niemand heb om brieven naar te schrijven. Ik kom langs de ziekenzaal, en denk aan die keer dat ik mijn been gebroken had toen ik twaalf was. Ik kom langs het binnenplein, en eindig uiteindelijk bij de rand van het verboden bos, Waar ik neerval bij een grote boom. Ik vind het fijn om grote dingen om me heen te hebben, en me zo even onzichtbaar te voelen. Alle negatieve gedachtes van de eerste dag, en de afgelopen paar weken vloeien omhoog. Ze zetten zich om in tranen, en voor ik het weet ben ik aan het huilen. Gelukkig ben ik ver weg van het huisje waar de jachtopziener woont, en kan ik mijn tranen de vrije loop laten gaan. Ik zet alles op een rijtje, wat ik al een hele tijd had moeten doen.
Ten eerste is er het gedoe met dat ik het maanmeisje ben. Ik moet erachter komen hoe en wat, en wat er nou precies van mij verwacht wordt. Ook aan Perkamentus moet ik veel vragen hierover stellen.
Dan is er nog de moord op Arielle. Perkamentus zei zelf dat het niet te maken kan hebben met mij, en mijn krachten. Ik moet er zelf op de een of andere manier achter zien te komen, wie mijn lieve peetmoeder heeft vermoord.
En dan? Verder is er niet veel om op een rijtje te zetten, maar het voelt alsof ik een miljoen problemen heb. De laatste paar dagen heb ik meer dan ooit nagedacht over mijn moeder, Arielle en hun dood. Ik ben niet het type persoon die dagenlang om iets huilt. Meestal hou ik het voor mezelf.
Dankzij alle gedachtes, en emoties heb ik niet door dat er iemand naar me toe loopt.
‘Dit is mijn plekje.’ Met een schok kijk ik op. Wie zou het anders kunnen zijn? Draco’s speelse blik verandert zodra hij ziet hoe ik eraan toe ben. Hij zegt niks, maar knielt voor me neer. Ik druk mijn lippen tegen elkaar tegen de tranen. En het helpt deels. Ik wil niet dat hij me zo ziet, en probeer met mij handen mijn haren goed te doen. Hij pakt mijn polsen vast en drukt ze naar beneden.
‘Wat doe je hier?’ vraag ik met een trillende stem.
‘Dat kan ik ook aan jou vragen. Dit is niet bepaald het plekje, waar iemand naartoe komt om gezellig te zijn. Wil je me vertellen wat er aan de hand is?’ Ik frons.
‘Ik ken je nauwelijks, of eigenlijk.. ik ken je helemaal niet. Ik wil je niet lastigvallen.’ Zijn blik wordt verdrietiger.
‘Soms helpt het om te praten met een vreemde.’ Ik vraag me af waarom iedereen zegt dat hij gemeen is. Ik praat ruim een uur met hem over mijn problemen. Zo goed als het kan, probeer ik het belangrijkste geheim te houden. Ik vertel wat mij is wijsgemaakt. Dat mijn moeder is vermoord, en dat Arielle zelfmoord heeft gepleegd. In ruil hiervoor vertelt Draco me over zijn leven, zij ouders en dat zijn vader in de gevangenis zit. We vertellen elkaar veel, en uiteindelijk lig ik te lachen om zijn verhalen. Zijn vrienden en sommige dingen die op Zweinstein zijn gebeurd, zijn hi-la-risch.

Zo zitten we naast elkaar. Er valt een stilte die fijn aanvoelt.
‘Je bent zo bijzonder Jasmine, ik kan niet geloven dat ik het goed kan vinden met een Griffoendor.’
Ik kijk naar hem op en glimlach.
‘Ik mag jou ook, en ik vond het fijn om met je te praten.’ Draco glimlacht, maar als ik verschuif raken onze handen elkaar, en voel ik weer diezelfde schok door mijn lichaam gaan. Hij merkt het ook, want zijn blik gaat van mijn ogen naar mijn lippen. Hij bijt op zijn onderlip, en ik verlang er met iedere cel in mijn lichaam naar om me voorover te buigen en hem te kussen. Draco’s hand streelt over die van mij, en hij pakt hem vast. Hij kijkt weer naar me op, en ik voel hoe ik me naar hem toebuig als iemand opeens schreeuwt. Geschrokken kijken we allebei naar Hagrid de jachtopziener, die verderop boos naar ons toe komt lopen.

Reageer (3)

  • Elysian

    Hagerid is lief!! Snel verder x

    1 decennium geleden
  • CharmedPiper

    GENIAAL DAT PLAATJE! LIG DUBBEL VAN HET LACHEN!
    Hagrid de Eikel heet hij zo?
    Snel verder!

    1 decennium geleden
  • Katalante

    Hagrid, verpester!
    Wat ben je hier toch een eikel.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen