Foto bij 028 Eleanor

[Sorry dat het weer even duurde, maar het is zo druk op het werk pff :s ik kan zelfs sommige stories niet verder lezen :s Ik hoop dat we snel wat personeel bij krijgen, dan kan ik meer schrijven! ]

'Je had me gezegd dat je hem met rust ging laten als ik hier bleef! Leugenaar! Bedrieger! Ik haat je!' roep ik terwijl Azog me weg brengt. Mijn vader lijkt het zich niet aan te trekken en doet alsof hij me niet hoort.
'Je zult sterven, al moet ik daar persoonlijk voor zorgen. Jij bent mijn vader niet, verrader!' roep ik verder, zelfs al zie ik hem niet meer.
Eenmaal in de kerkers worden er opnieuw slaag uitgedeeld door Azog tot ik niet meer tegen stribbel.
'Dood me, ik ben beter dood.' klinkt mijn stem rauw, maar zacht. Azog kijkt me grijnzend aan, maar stapt gewoon weg. Als ik er zeker van ben dat hij uit de buurt is, dwarrelt een nieuwe traan naar beneden. En nog een, waarna een heuse stortvloed volgt.

Mijn hofdame slentert door de kerkers, alsof ze bang heeft van de schaduwen.
'Kom de cel uit, prinses. Als je jezelf zo laat gaan, gaat Thorin hier zeker niets aan hebben. Legolas heeft hem gezien, Oakenshield leeft nog. Ik heb hem natuurlijk niet gezegd dat het voor jou was, maar voor een nichtje van graaf Almarh.' hoor ik haar zeggen, maar beweeg me niet. Ik ben sterk vermagerd, mijn haar verwildert en mijn huid ruw geworden. Niets kan me nog schelen, alles ben ik kwijt en dat omdat ik bang heb van mijn vader. Drie dagen geleden had hij me al gemeld dat Legolas zou komen, waarna ze me zouden opknappen en ik met hem moest trouwen. Nog steeds lag ik er voor dood bij, enkel het zacht briesje die door mijn neusgaten komt zorgt ervoor dat ik nog onder de levende ben.
'Eleanor, je vader wilt dat ...' begint mijn hofdame, maar ik onderbreek haar ruw.
'Ik heb geen vader. De man die zich mijn vader noemt, betekent niets voor mij en ik zal niet gehoorzamen.' zeg ik haar zo luid ik kan, maar mijn stem verspreidt slecht een fractie van wat ik wou. Ze kijkt me vol medelijden aan, alsof ik dat nodig heb.
'Laat me met rust.' fluister ik haar toe, waarna ik mijn rug naar haar toekeer. Bewegen doet pijn, maar het verdriet binnenin mij doet meer pijn.

'Je moet mee, jou toekomstige man kan hier elk moment aankomen.' klinkt de kille stem van mijn vader. Nog steeds ben ik naar de andere kant gedraaid, weigerend mijn vader aan te kijken. Ik hoor hem even zuchten, waarna een paar bewakers mijn cel inkomen en me van de stro nemen.
'Jij zult je opmaken, maar als je dat niet wilt zullen deze wachters dat wel voor je doen.' zegt hij duister, waarna hij teken doet dat ze me weg moeten brengen. Ik kan enkel voor me staren, totdat ik terug in mijn slaapkamer ben. De wachters kijken me beiden gretig aan, maar helaas heb ik slecht nieuws voor hun.
'Ik doe het heus wel zelf hoor, laat mijn hofdame maar binnen en ga jullie maar lekker buiten staan. Met betreurend gezicht, stappen ze beiden naar buiten en een paar tellen laten komt mijn hofdame binnen. Ze helpt mij met het kiezen van mooie kledij, wast mijn haar en ik de rest. Als ik me omkleed heb, voel ik me nog steeds het meisje die in elkaar is geslagen en vol met verdriet zit.
'Je mist hem nog, niet waar?' vraagt ze me voorzichtig, waarna ik haar even aan kijk.
'Ik mis hem inderdaad, ik heb spijt van mijn beslissing. Ik had moeten weten dat de koning zich niet aan zijn woord zou houden, dat doet hij bijna nooit.' tranen vullen wederom mijn ogen, waarna mijn hofdame me in haar armen houdt en zachtjes wiegt.


Alles om me heen draait, alsof ik uit deze nachtmerrie gerukt word. Eindelijk zal ik zien wat er na het leven is, ik hoop het meest op rust. Langzaam open ik mijn ogen, maar ik zie amper iets.
'Ze komt bij.' hoor ik de woorden, maar herken de stem niet. Alles lijkt grauw uit te zien, het is zo donker en mijn handen merken op dat ik op stro lig. Even heb ik het gevoel dat ik terug in de kerkers zit, maar de frisse buitenlucht laat me wel iets anders denken. Het troebele zicht wordt langzaam scherper, waardoor ik de ravage om me heen zie. Niets staat meer recht, het dorp is verwoest en zelfs een deel van het woud is zwart geblakerd. Gepraat om me heen doet me terug komen naar de plek waar ik ben, want ik herinner me waarlijk genoeg niet wat er is gebeurd.
'Eleanor..' klinkt een schorre stem. Een man met zwarte haren, kleine baard en snor komt me ergens bekend voor, maar ik kan niet plaatsen waar. Achter hem staat een andere man, met wit-blonde haren en opvallende, blauwe ogen. Als ik om me heen kijk, zie ik verschillende mensen die mij niet echt bekend voorkomen. Behalve Eliana, mijn nichtje die ik al sinds haar geboorte ken. Ik kijk haar glimlachend aan, waardoor haar bezorgd gezicht meteen omslaat en ze naar me toe stapt.
'Ell, ik was zo bang. Ik dacht dat je dood was.' zegt ze me, waarna ze begint te huilen. Ze neemt me vast in een omhelzing, waardoor ik even schrik. Ze laat me meteen los, bang dat er iets scheelt.
'Heb ik je pijn gedaan?' vraagt ze me meteen, waarbij ik mijn hoofd schud.
'Ik had het gewoon niet zien aankomen. Zijn er dorpelingen kunnen ontsnappen?' vraag ik aan haar, maar ze slaat haar ogen meteen naar de grond. De man waarbij ze stond, komt naar haar toe en neemt haar hand vast.
'Eleanor, je wou Smaug verjagen en daarbij heb je een deel van het dorp geraakt, als ook je eigen kasteel. Ik weet niet wie het overleefd heeft, het spijt me.' vertelt de man met wit-blonde haren me, waardoor ik hem verbaasd aankijk.
'En wie mag jij wel zijn? Smaug is hier helemaal niet geweest, dus moest ik me niet verdedigen. Wat probeer jij me wijs te maken, elf?' aan zijn oren en houding te zien, lijkt hij op een elf. De vrouw achter hem is er ook een, de man met de zwarte haren kijkt me raar aan. Aan zijn lichaamsbouw en baard te zien, moet hij wel een dwerg zijn.
'Eleanor ik ben het, Legolas.' vertelt de man, maar zijn naam komt me niet bekend voor. Ik zet me rechtop, maar een duizeling komt in mijn hoofd op. Ik besluit om nog even te blijven zitten, voor ik recht ga staan.
'Sorry, ik ken geen elf met de naam Legolas. Ik weet niet hoe jij me kent, maar ik hoop dat je snel vertrekt. Ik ben niet erg gesteld op elven.' vertel ik hem, waardoor hij me met grote ogen aankijkt.

Reageer (4)

  • Kauwgomjunky

    super snel verder Xx

    1 decennium geleden
  • Faelain

    Uh. Dat was onverwacht o.O

    1 decennium geleden
  • Vibes

    Ik denk mijn ogen ongeveer net zo groot zijn als die van Legolas.

    1 decennium geleden
  • Allysae

    omg
    eleanor aap dat je bent

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen