Chapter 5.
Hij aarzelt even en loopt dan naar me toe. 'Kom mee.' zegt hij bijna onverstaanbaar. Hij pakt m'n hand en trekt me mee. 'Ik zie je nog wel Skar Renée' roept Jacob me achterna. 'Ehh, ja. Ik zie je nog' roep ik naar achter. Ik probeer m'n hand los te trekken, maar Edward is te sterk. 'Laat me nou eens los!'mompel ik. Hij duwt me naar voren, en laat mijn hand eindelijk los. Ik streel mijn hand even, die nu helemaal rood geworden is. 'Wat hebben jullie toch?' Edward negeert mijn vraag weer, en loopt voor me uit. Ik leun tegen een boom aan, en sla mijn armen over elkaar. 'Ik ga niet mee tot je me vertelt waarom jullie zo gemeen tegen elkaar doen' Hij rolt met zijn ogen, en draait zijn hoofd naar me toe. 'Er zijn dingen, waar jij niks vanaf kunt én mag weten' Ik draai mijn hoofd weg van hem. 'Ik ga gewoon weer terug naar Jacob hoor als je het me niet vertelt' Hij schraapt zijn keel even, en loopt naar me toe. Voorzichtig pakt hij mijn hand beet. 'Loop maar mee, dan vertel ik het je' Ik volg hem door het bos, terwijl ik wat takken de andere kant op duw op hem te kunnen zien. Ik snel me naar hem toe, en loop uiteindelijk naast hem. 'Nou, vertel dan'
Reageer (1)
verdeer!
1 decennium geleden