Chapter 4.

Hij steekt zijn hand naar me uit. 'Jacob' Hij zet een brede glimlach op. Voor ik hem de hand schud kijk ik even aarzelend naar Edward. Hij lijkt niet al te blij, waardoor ik júist Jacob de hand schud. 'Skar Renée' Hij grinnikt even, en kijkt boos naar Edward, waarna hij weer rustig naar mij kijkt. 'Zullen we even wandelen?' Ik knik, en loop met hem mee. 'Ga je ook mee?' Edward schudt zijn hoofd. 'Ik blijf hier wel wachten.' Jacob trekt zijn wenkbrauwen op, en loopt voorop. We lopen het bos uit, naar een strand toe. De wind waait best wel hard, en de golven zijn dan ook niet erg rustig. 'Dus, wat doe jij hier in Forks?' Ik haal mijn schouders op. 'Eerlijk gezegd. Geen idee?' Steeds weer draai ik me om. Ik heb echt het gevoel dat Edward me volgt. We lopen terug het bos in. 'Je bent best een leuke meid' Ik lach even. 'En jij bent best aardig.' Ik kijk hem diep in zijn ogen. Wat een prachtige glinstering, valt me op. Mijn hart maakt even sprongetje. Hij is echt leuk, ookal is hij best wel bot tegen Edward. Ik hoor de bladeren achter me ritselen, en zodra ik me omdraai zie ik Edward weer staan. Meteen vergeet ik Jacob, en raak weer betoverd door Edward's schoonheid. 'Waarom volg je ons, Edward?!'