Foto bij De Zuidelijke Waterstam - 29

“Ik heb mijn mannen erop uitgestuurd voor eten, maar de soldaten konden daar niet mee lachen en eisten telkens de helft op, zodat er nog steeds niet genoeg was voor én mijn mannen én de stam.”

“Ik stuur die commandant hier zo snel mogelijk weg”, beloofde ik. “Al moet ik eerst een paar zaken regelen.”
“Gelukkig”, verzuchtte Yue.
“Al dat overtollige belastinggeld en al het geld dat hij van ons kreeg voor de opbouw van de stam, heeft hij gebruikt voor zijn eigen comfort.”
“Dat meen je niet!”
“Het wordt een heel gedoe om uit te zoeken hoeveel er precies verdwenen is”, verzuchtte ik. “En eer hij dat geld dan allemaal bij elkaar heeft om het terug te geven…”
“Lizzie, ze hebben hier echt geld nodig”, zei Yue zacht.
“Weet ik, ik probeer zo snel mogelijk iets te regelen.”
“Bedankt.”
“Is er hier ergens een soort dorpshoofd?”
“Nou, er is de dorpsoudste… zijn zoon was vroeger stamhoofd, maar hij is gestorven tijdens de oorlog.”
“Dan zou ik graag met hem willen spreken.”

Yue ging me voor naar de iglo van de dorpsoudste. Iedereen week angstig opzij toen ze mij zagen. Tot er plots iemand op me af rende en in mijn armen viel.
“Tante Lizzie!”
“Katara.” Ik bleef even staan. “Gaat het?”
“Ik ben zo bang”, snikte ze. “Dat hele avatar-gedoe…”
“Je kan dat leren beheersen, Katara”, beloofde ik. “Maak je geen zorgen, het komt heus goed.”
“Maar wat als er zoiets gebeurd als papa en tante Yue niet in de buurt zijn?” Ik zuchtte even.
“Katara, meisje, kunnen we dat later bespreken? Vanavond of één van de komende dagen, als ik tijd heb? Ik wil je graag helpen, maar nu moet ik eerst andere dingen doen.”
“Oh, ja, natuurlijk.” Ze liet me los.
“Je mag gerust meekomen als je wilt”, zei ik vriendelijk. Ik keek naar Yue.
“Ja Katara, de dorpsoudste en zijn vrouw ken je immers al”, ging die meteen akkoord. Katara knikte aarzelend. Samen liepen we verder.

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen