1.
Ik trek een vies gezicht als ik midden in een plas sta bij het uitstappen. ‘Wil je dat ik je koffer naar boven draag?’ Ik kijk verward naar de chauffeur die de hele weg niets tegen me heeft gezegd. ‘Eh, ja graag.’ Met mijn vingers om de paraplu heen geklemd, sta ik in de stromende regen toe te kijken hoe de chauffeur mijn enorme hutkoffer uit de auto sleept, en treuzelt terwijl hij de trap oploopt. Eenmaal boven geef ik hem het geld dat ik hem verschuldigd ben, en glimlach lief als hij weggaat. Ik klap de paraplu dicht, haak hem aan mijn koffer en weet het enorme ding mee te trekken als ik me door de menigte duw. Duwend en hijgend heb ik niet door dat ik van alle kanten bekeken wordt. Ouders, en leerlingen staren me aan alsof ik een exotisch dier ben. Ligt het aan mijn kleding? Ik had geprobeerd wat warmere kleding te kopen omdat ik wist hoe koud het kon zijn in Engeland, maar ik heb niet veel. Ik ben nu gekleed in een zwart leren jasje, een simpele skinny jeans en zwarte hakken, met een dikke sjaal rond mijn nek geslagen. Het is pas september maar ik ben gewend geraakt aan de warmte van Frankrijk. Aan mijn kleding ligt het dus niet. Waarom blijft iedereen me dan aanstaren? Ook als ik me probeer te verstoppen achter een grote groep leerlingen, die elkaar knuffelen omdat ze na een lange vakantie weer herenigd zijn. Ik slaak een diepe zucht als ik de Hogwarts express zie aankomen. Een zachte tik op mijn schouder verplaatst mijn aandacht naar een jongen met een lief gezicht. ‘Hey, volgens mij heb ik jou hier niet eerder gezien?’ Ik knipper snel en wil eerst in het Frans antwoorden als ik me besef dat ik niet in Parijs ben. Wachtend op de mooie koetsen die mij en mijn vriendinnen komen ophalen. ‘Nee, ik ben nieuw.’ Het verbaast me hoe zacht mijn stem klinkt, na een hele zomervakantie niet te hebben gepraat. ‘Ik ben Jasmine’ zeg ik iets harder ‘ Ik ben verplaatst vanuit Frankrijk.’ De jongen lacht even alsof ik een grapje maak maar beseft zich al snel dat dit niet het geval is. ‘Oh, ik ben Cameron. Ik zit in het 7e jaar.’ Hij glimlacht lief en net als ik hem wil vragen in welke afdeling hij zit, hoor ik vanachter hem een zacht gelach. Verbaasd kijk ik naar het groepje jongens dat ons aan zit te staren, en dan naar Cameron die ze wanhopig stil probeert te krijgen met handgebaren die ik niet snap. ‘Leuk je ontmoet te hebben.’ Zeg ik snel als hij me weer aankijkt, en negeer dat hij mijn naam nog roept als ik mijn hutkoffer naar de trein sleep. ‘Hulp nodig?’ Hoor ik als ik hem bijna boven heb gekregen. Mijn mond spreekt voordat ik goed heb uitgedacht wat ik wil gaan zeggen. ‘Nee, ik kan best wel mijn eigen koffer meeslepen.’ Ik werp een snelle blik op een jongen met groene ogen, en trek met mijn laatste kracht de veel te zware koffer in de trein. Ik hijg nog na als ik een lege cabine in loop, en neerplof op het bankje. Ik trek mijn jasje uit, en ril van de plotselinge kou. Uit het niets herinner ik me opeens Nadia. Het meisje waarmee ik vaak speelde toen ik nog in Londen woonde. Onze moeders waren beiden heksen, maar ik weet niet of Nadia ook krachten had. Misschien had ze die, maar ging ze niet eens naar Hogwarts. Ik besef me weer eens hoe eenzaam ik ben, als ik mensen langs de cabine zie lopen nadat ze een snelle blik naar binnen werpen. Moet ik echt de hele reis alleen zitten? Net als de trein begint te rijden, hoor ik getik op het raampje van de deur, waarna hij open wordt geschoven. Een meisje met grote donkere ogen en wild krullend haar kijkt naar me en glimlacht. ‘Hallo, ik ben Regina. Ik hoorde dat we een nieuwe leerling hebben en omdat ik hoofdmonitor ben moet ik je een beetje helpen met het wennen aan Hogwarts.’ Ze zegt dit allemaal een beetje snel, waardoor ik haar even dom aanstaar voordat ik iets zeg. ‘Oh.’ Regina behoud haar glimlach ‘Waarom kom je niet bij ons zitten? Dan ontmoet je wat nieuwe mensen.’ Dan kijk ik even rond in de cabine en besef me wat ze wel niet van me moet denken. Een nieuw meisje, helemaal uit haar isolement, in haar eentje. ‘Ja, dat lijkt me leuk’ Ik zet mijn meest geloofwaardige glimlach op, en sta op om achter haar aan te lopen. ‘Iedereen doet eerst wat vreemd tegen nieuwelingen omdat we die niet vaak krijgen, maar als je jezelf even voorstelt doen ze wel normaal.’ Ze trekt een deur open en ik word verwelkomd door drie meisjes, die zich omstebeurt voorstellen. Het eerste meisje dat zich aan me voorstelt heet Jade. Ze heeft lang steil blond haar, en haar ogen hebben een hele donkere kleur blauw. Jade praat daarna ook het meest met me. De andere twee meiden heten Megan en Jessica. Van hun allemaal mag ik Megan het minst. Behalve af en toe een minachtend lachje als ik praat over Beauxbatons, of Frankrijk in het algemeen, zegt ze verder helemaal niets. Haar lichtbruine ogen en haren laten haar er heel onschuldig uitzien, maar schijn bedriegt blijkbaar. Jessica daarentegen is weer heel lief en blijft vragen stellen over mijn leven, waarna ze verhalen vertelt over dat van haar. Haar donkere haren en groene ogen maken haar het mooiste van ons allemaal, en ik luister een beetje afwezig naar al hun verhalen als ze begint over haar vriendje. ‘Hij zit in Ravenklauw’ ze glimlacht dromerig ‘Zijn naam is Cameron.’ Ik frons even maar besef me dat het vast een andere Cameron moet zijn. ‘Zijn er nog mensen voor wie ik moet oppassen? Of mensen die bijzonder zijn?’ Ze kijken elkaar allemaal eerst aan voordat Regina me vertelt over Zwadderich, en hoe sommigen aardig zijn, maar de meesten zo giftig als een slang. En dat mensen uit Ravenklauw wel eens schijnheilig kunnen zijn. We praten de hele reis door, en ik heb eindelijk een keer plezier als de trein tot stilstand komt en ik doorheb dat het al donker is. We zijn op onze bestemming aangekomen.
Reageer (4)
@bloodrider Inderdaad ik probeer er op te letten, thanks
1 decennium geledenHet is mooi geschreven, maar ik geef je een tip.
Als je elke keer dat iemand iets zegt, een nieuwe zin begint, ziet het er overzichtelijker uit en niet zo'n lap tekst
Een zachte tik op mijn schouder verplaatst mijn aandacht naar een jongen met een lief gezicht.
‘Hey, volgens mij heb ik jou hier niet eerder gezien?’ Ik knipper snel en wil eerst in het Frans antwoorden als ik me besef dat ik niet in Parijs ben. Wachtend op de mooie koetsen die mij en mijn vriendinnen komen ophalen.
‘Nee, ik ben nieuw.’ Het verbaast me hoe zacht mijn stem klinkt, na een hele zomervakantie niet te hebben gepraat.
‘Ik ben Jasmine’ zeg ik iets harder ‘Ik ben verplaatst vanuit Frankrijk.’ De jongen lacht even alsof ik een grapje maak maar beseft zich al snel dat dit niet het geval is.
‘Oh, ik ben Cameron. Ik zit in het 7e jaar.’ Hij glimlacht lief en net als ik hem wil vragen in welke afdeling hij zit, hoor ik vanachter hem een zacht gelach. Verbaasd kijk ik naar het groepje jongens dat ons aan zit te staren, en dan naar Cameron die ze wanhopig stil probeert te krijgen met handgebaren die ik niet snap.
‘Leuk je ontmoet te hebben.’ Zeg ik snel als hij me weer aankijkt, en negeer dat hij mijn naam nog roept als ik mijn hutkoffer naar de trein sleep.
Tingting!
1 decennium geledenNieuw hoofdstukje!
Snel verder!
Dan heeft ze al een scheinhijlige ontmoet!! Snel verder ben nieuwschierig naar haar verhaal xx
1 decennium geleden