Chapter 5 - Snow Abigail White
Meteen sprint Niall naar boven en vragend kijk ik hem na.
"Wat gaat hij doen?" vraag ik.
Nog voor ik een antwoord krijg staat Niall terug beneden met een kindje in zijn armen.
Mijn mond valt bijna open.
"Ik wist niet dat jij een zoon had" zeg ik zacht waardoor Niall en de anderen grinniken.
"Nee hoor, dit is Theo. Mijn neefje" zegt Niall.
Ik ga meteen naar hem toe en kijk ik Theo aan. Hij is zo schattig en zo'n prachtig heldere oogjes!
"Niall, Greg komt Theo straks toch ophalen hoop ik, want wij gaan uit deze avond. Ik wilde clubs hier wel eens zien!" Zegt Louis. Ik zie hoe Niall op zijn lip bijt en naar zijn neefje kijkt.
"Wel euhm.. door het slechte weer kunnen ze niet overvliegen vandaag.." mompelt Niall.
"Ni, dat meen je niet!?"
Ik bijt kort op mijn wang langs de binnenkant en kijk Louis aan.
"Ik euh.. ik wil wel op Theo passen. Ik hou niet echt van clubs en zo.."
Alle vijf kijken ze elkaar aan.
"Heb je ooit al voor een kind gezorgd ?" vraagt Niall me plots. Ik haal mijn schouders op. Zo moeilijk kan het toch niet zijn?
"Jullie zijn toch maar een paar uur weg?"
"Ni, ze heeft gelijk. Jij hebt ook dringend nood aan wat ontspanning!" zegt Louis overtuigd.
"Dat is ook waar.." zegt Niall, "Goed, je mag op hem passen, maar alleen als je heel lief met hem bent"
"Tuurlijk. 'Lief' is het enigste woord in mijn woordenboek" zeg ik, met een glimlach.
"Echt?" vraagt Niall verwonderd waardoor ik moet grinniken.
De anderen zuchten. Behalve Harry. Hij kijkt gefascineerd naar hoe de kleine Theo zijn armpjes uitstrekt naar hem.
Harry neemt Theo over van Niall waardoor de kleine jongen begint te lachen. Hij gaat in de zetel zitten terwijl de anderen besluiten om FIFA te gaan spelen boven.
De brief brand in mijn handen en opnieuw vouw ik hem open. Ik laat mijn blik nogmaals over de letters glijden en voel hoe tranen opwellen. Een zachte snik verlaat min mond, waardoor Harry plots opkijkt.
“Gaat het wel?” vraagt hij. Ik haal mijn schouders op en veeg de traan op mijn wang weg.
“Het gaat wel”
Hoofdschuddend staat hij op en zet Theo in zijn parkje.
“Snow, ik ben misschien niet van de slimste, maar ik zie wel dat er iets scheelt.” Zegt hij.
“Wat moet ik doen, Harry?” hij komt naast me zitten en werpt een korte blik op Theo waarna hij me terug aankijkt.
“Mijn moeder wilt me dood, en ik leef nog. Waar kan ik heen? Ik kan niet voor eeuwig hier blijven. Ik heb niets en.. en..” tranen beginnen over mijn wangen te rollen en een luide snik verlaat nogmaals mijn mond.
Wat onhandig slaagt hij zijn arm rond mijn schouder en voorzichtig leg ik mijn hoofd op zijn schouder.
“Het komt wel goed” fluistert hij. Ik schud zacht mijn hoofd en begin terug te huilen. Harry’s vingers strelen over mijn arm en hij sust me waardoor ik langzaam stop met huilen. Hierdoor voel ik mijn ogen dichtzakken en voor ik het besef lig ik in dromenland.
Er zijn nog geen reacties.