Niks in dit verhaal is op waarheid gebaseerd.

"Oma, oma wil je alsjeblieft het meisje met de zwavelstokjes voorlezen, alsjeblieeft?" Er ontstaat een lach op mijn grootmoeders gezicht, "Kindje toch, dat is toch geen sprookje voor kleine meisjes." Ik zet mijn schattig oogjes op en merk dat het mijn oma toch wel beïnvloed. "Het is mijn lievelingssprookje oma, mama en papa lazen het vroeger het ook altijd voor."
Het is eigenlijk best schandalig dat ik dat vroeger als chantagemiddel gebruikte, maar elke keer als ik mama en papa zei kreeg ik alles wat ik wilde. Helaas waren mijn ouders al een paar jaar overleden en is mijn oma een jaar later overleden en kwam ik in een aantal pleeggezinnen. De meeste mensen namen mij niet in huis voor de liefde, maar voor het geld dat ze kregen en kreeg ik nauwelijks te eten. Als ze mij dan weer zat waren ging ik weer naar een ander gezin. Een gezin is er geweest waar ik me echt thuis voelde, waar ik me veilig voelde, maar daar moest ik snel weer weg want er ontstond een echt sprookjesverhaal tussen hun zoon en mij. Daarna hoefde ik nog maar een pleeggezin zien te overleven tot ik eindelijk gedag kon zeggen tegen al dat gedoe en op mijn eigen benen kon gaan staan. Was ik nou maar niet zo eigenwijs geweest om dat direct te doen, ik had gewoon nog 2 jaar rustig bij pleeggezinnen kunnen wonen. Maar nee ik moest weer alles zelfstandig doen, ik zou alles wel in mijn eentje kunnen, je snapt ook wel dat dit niet lang goed ging.
Ik had wel ergens een kamertje weten te bemachtigen voor een niet al te hoge prijs, maarja zonder baan kan je zelfs dat niet betalen. Mijn huisbaas gaf me drie opties, of weg gaan of de prostetutie in of allerlei klusjes voor hem doen. De eerste twee opties waren eigenlijk geen echte opties dus bleef de derde over, maar of dat nou zo'n geweldige optie was wist ik niet want wat valt er nou onder klusjes?
Toch koos ik voor die en al snel werd duidelijk wat voor dingen ik allemaal moest doen, het was elke dag iets anders maandags moest ik het huis schoonmaken en de financiën van mijn huisbaas, dinsdags ging ik door naar zijn vrienden en deed ik daar hetzelfde. In het begin dacht ik dat mijn baas al erg was, maar bij zijn vrienden wil je helemaal niet werken. Woensdag was een aardig rustige dag, ik moest dan de boodschappen doen voor de week en hem masseren. Pas vanaf donderdag werd het lastig, s'ochtends werd ik een soort van geveild om schoon te maken in huizen van totaal vreemden, zoals je vast al denkt wilden sommige mensen meer dan alleen schoonmaken. Gelukkig werkte ik snel door en kon ik weg voordat het te ver ging. Ook op vrijdag en zaterdag zag mijn dag er zo uit. Alleen zondags was een ander verhaal op deze dag word ik letterlijk naar buiten geschopt en mocht ik niet terugkomen voordat ik genoeg geld had opgehaald, ik mocht zelf weten hoe, maar hij had wel het zeggen over mijn kleding. Ik kreeg een oude verscheurde broek aan en een tshirt. Dat was het, maakt niet uit wat voor weer het is.

Vanavond is het weer zondag, ik zit in mijn kamertje en staar naar buiten, de hele wereld is wit. Ik krijg het al koud bij de gedachte dat ik straks weer naar buiten moet, gelukkig weet ik wel dat dit de laatste keer is. Ik kan en wil zo niet langer meer leven, er zijn nog een paar dingen die ik moet afhandelen zometeen en dan ben ik er klaar voor om herenigd te worden met mijn oma en mijn ouders. Ik heb er vrede mee, natuurlijk had ik liever een happy ending zoals elk sprookje, maar niet elk sprookje heeft een happy ending. Waarschijnlijk was het geen toeval dat ik het meisje met de zwavelstokjes het mooiste verhaaltje vond dat er bestond. Mijn blik glijd nog even rond in mijn kamer, maar blijft al snel hangen bij het stapeltje muntjes wat voor mij ligt, al een aantal maanden heb ik dit plan en leg ik elke zondag een paar euro apart die ik extra heb verdiend. "Hee jij, je weet hoe laat het is hup !" Een zucht verlaat mijn mond en mijn benen vinden de weg naar de deur, voordat ik de kamerdeur sluit kijk ik nog snel rond, dit is het dan. De laatste keer hier, de laatste keer naar de opsomming van mnr Bommel ( hij heet niet echt Bommel maar Bommegearde ofzo, alleen hij is die chique naam niet waard) luisteren. "Niet terug komen voordat je genoeg geld hebt, niet..." Bla bla bla "als je niet genoeg geld hebt voor 17.00 slaap je buiten." Bla bla bla, elke week weer hetzelfde verhaal. Het is niet alsof ik nu nog niet weet dat de deur dicht gaat om vijf uur, ik heb vaak genoeg buiten moeten slapen, het zou ook heus niet de eerste keer zijn dat ik terug kwam met te weinig geld, maarja. Na het riedeltje afgeluisterd te hebben word ik de straat opgezet.

Nog twee straten en dan ben ik er eindelijk, hoeveel stappen zou dat zijn? Stuk of 100 ofzo? "Een, twee, drie..." tellen geeft mij om een of andere reden altijd rust. Als klein kind had ik altijd een soort mobiel boven mijn bed en ik bleef maar tellen hoeveel sterretjes en maantjes er aan hingen. Ik heb zolang gevraagd of mijn plafond met sterren beschildert mocht worden dat ze na een maand toegaven, helaas is het er nooit van gekomen. Terwijl ik dit denk, merk ik dat het kruispunt waar ik moet zijn in zicht is. Mijn longen vullen zich helemaal met lucht en langzaam loop ik erop af. Wat voor soort persoon zou eigenlijk dit soort spul verkopen? Het eerste wat ik zie is dat het een jongeman in pak is, hij heeft het in ieder geval mooi voorelkaar.

"Hoi, ik ben Tessa, jullie nieuwe pleegkind." Vreemd, elke keer krijg ik het weer voor elkaar, heb ik een kans om me leuk voor te stellen doe ik het zo. Een paar ijsblauwe ogen kijken mij aan, "hallo Tessa, ik ben Alex, je nieuwe pleegbroer." Zijn mond vormt een glimlach om zijn perfecte tanden.

"Alex? Ben jij dat?" De woorden verlaten mijn mond voordat ik er erg in heb. Zijn ogen staan intens en hij kijkt moeilijk, "Alex, die naam heb ik in geen lange tijd meer gehoord, ik heet geen Alex meer ik ben Pim." Elke cel van mijn lichaam voelt zich bekeken, terwijl zijn irissen mijn lichaam scannen. "Maar jij mag mijn naam dan wel weten, maar moet ik jou kennen dan?" Even voelt het alsof mijn hart breekt, maar dat is niet mogelijk, lang geleden heb ik al gezegd dat ik niks meer zou gaan voelen. Natuurlijk weet hij niet wie ik ben, ik ben niemand die even in zijn huis heeft gewoond. Ik focus mijn blik op mijn voeten, " mag ik alsjeblieft wat van dat spul van je?" "Hoeveel moet je hebben?" Langzaam slik ik en zeg ik, net hard genoeg zodat hij het kan horen "Genoeg om dood te gaan." Mijn voeten zijn nog steeds even interessant als daarnet en ik heb er ook nog niet van weg gekeken. Toch word ik er toe gedwongen, een hand komt onder mijn kin en tilt mijn hoofd omhoog. Zijn blauwe ogen zijn nog even blauw, maar er mist iets.... "Dit meen je niet toch? Tessa?" Een traan verlaat mijn ooghoek, niet omdat ik het nou zo erg vind dat ik doodga, nee, hij weet nog wie ik ben. "Alex, het heeft geen zin, ik heb dit maanden geleden besloten."
"Dan ga ik mee! Ik laat je niet nog een keer gaan." Hoezo zou hij ook dood willen? Ik bedoel hij heeft een pak aan wat zeker 500 euro gekost moet hebben. Hij moet vast gemerkt hebben dat ik zijn pak bekeek want als snel volgde een uitleg. "Dit pak, is niet van mij, maar van Ricardo. Toen mijn ouders jou het huis uit stuurde heb ik meerdere malen geprobeerd weg te lopen, maar steeds werd ik weer terug gevonden. Tot op een dag het me lukte, maarja, waar moest ik heen gaan. Ik had geen geld, geen dak boven mijn hoofd en moest toch wat doen. Ricardo heeft mij toen geholpen in ruil voor mijn hulp, en ja toen kwam ik in dit wereldje terecht. Dat is ook de rede waarom ik deed alsof ik je niet kende Tessa. Ik wil niet dat jij ook in dit wereldje komt. Maar nu kunnen we beide aan de wereld ontsnappen. Ik wilde dit al een tijdje maar ik wachtte op een teken. Dat ben jij Tess. Als we toch beide willen... Kunnen we dan tenminste samen gaan?"

"Kunnen we dan tenminste samen gaan?" Twijfelend kijk ik naar wat mij te wachten staat, een knalgele buis vol met water die praktisch recht naar beneden gaat. "Je weet dat dit onze dood kan worden... Hè Alex?" Zelfverzekerd kijkt hij mij aan. "Ja, maar dat maakt niet uit, want dan heb ik in ieder geval jou bij me."

"Je weet dat het dit keer echt onze dood word hè?" De blik in zijn ogen is weer zoals hij vroeger was, warm,sprankelend, "ja, maar dat maakt niet uit, want dan heb ik in ieder geval jou bij me." Hij pakt twee spuitjes, "ik ben er klaar voor Tes." We plaatsen de punt in onze arm, dit was het dan. Ik zei dan wel dat niet elk sprookje een happy ending heeft, maar voor mij komt dit toch echt in de buurt, straks ben ik samen met iedereen waar ik van houd.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen