Hoofdstuk 1.3 | The Conviction
Langzaam werd Harry weer terug naar de realiteit gebracht. Hij snapte er meer van dan eerst, maar kon het zich nog steeds niet helemaal bevatten. Demonen, Engelen. Wie wist wat er zich nog meer verscholen hield? Tot voor kort had hij nog geloofd dat ze alleen in fantasieverhalen voorkwamen, maar nu bleek dat ze wel degelijk in het echt bestonden. Harry wist niet wat hij ervan moest denken. Hij keerde zich naar Louis, die rustig in het midden van de kamer stond.
"Dus als het goed begrijp heeft een demon jouw zusje, en ben ik de enige persoon die hem onschadelijk kan maken." concludeerde Harry.
"Ongeveer. Er zijn veel manieren om een demon te doden, maar dit is een van de enige manieren waarop ook al zijn bezittingen van hem worden losgemaakt." Harry nam alles in zich op. Een beangstigend gevoel bekroop hem, kort samengevat betekende alles dus dat hij zijn bloed met dat van een of ander harteloos monster moest vermengen. Hij wist niet zeker of hij daar nou zo erg naar uitkeek. Toch zat Harry verwikkeld in een ernstig dubio. Het ging allemaal om Louis’ zusje en hoewel hij zijn eigen leven niet op het spel wilde zetten, snapte hij Louis ook wel; als zijn zus nog had geleefd en in een soortgelijke situatie had verkeerd, dan zou Harry alles op alles hebben gezet om haar te redden.
“En mijn ouders?” Hij kon toch niet zomaar weggaan zonder ook maar enige uitleg? Ze zouden zonder twijfel ontzettend bezorgd zijn en hen kennende waarschijnlijk zelfs zoekacties starten.
“Om eerlijk te zijn heb ik daar geen antwoord op. Ik ben in staat om vele dingen te doen, maar liegen is één ding wat ik niet kan als Engel.” sprak Louis. Deze woorden lieten Harry flink balen, hij had echt gehoopt dat Louis iets kon doen, omdat hij zelf niet op ideeën kon komen.
“Kan je ze niet doen geloven dat ik op vakantie ben met een of andere spreuk?”
“Dat blijft liegen, schat. En daarbij ben ik een Engel, geen heksenmeester. Je kunt natuurlijk altijd nog een briefje achterlaten met de melding dat je van een brug gesprongen bent.” meldde Louis bijdehand. Harry negeerde het feit dat de Engel hem schat had genoemd en staarde hem vervolgens droog aan.
“Ik probeer hier op een serieuze oplossing te komen, ja.” Louis stak zijn handen omhoog in een verdedigend gebaar.
“Ja, ja. Ik probeer wel iets te regelen.” mompelde hij daarna. Harry knikte dankbaar. Hij had zijn beslissing gemaakt. Bepaalde woorden zijn lippen verlieten. De woorden die zijn leven voor eens en voor altijd veranderen zouden.
“Ik zal je helpen.”
“Dan beloof ik dat ik je in veiligheid zal houden. En ik ben een man van mijn woord.”
Dat hoopte Harry dan maar.
Er zijn nog geen reacties.