007

Daar is het zei ik wijdend naar een schip. Ik ging tegen een rots zitten en trok Peter naast me. Wat doe je zei hij. We slapen vannacht hier zei ik. Wat jij wil zei hij. Ik legde mijn hoofd tegen de rots en sloot mijn ogen. Een koude rilling liep over mijn rug. Ik trok mijn jas strakker om mijn lichaam. Ik opende mijn ogen en zag dat Peter al lag te slapen. Ik bleef lang naar hem staren. Hij is best schattig als hij sliep. Ik sloot mijn ogen weer en viel in slaap.
Ik opende mijn ogen en keek om me heen. Ik schoot overeind toen ik mekte dat ik op Peter schoot lag. Voorzichtig haalde ik zijn arm, die hij om me heen geslagen had, weg. Ik schoof een stukje van hem weg. Nu opende ook hij zijn ogen. Ik stonde op en klopte mijn kleren af. Langzaam stond hij ook op. Ik liep naar een boom en gooide één van mijn messen. Een tros banen viel op de grond. Ik zag dat Peter er heen liep. Hij gaf me mijn mes en een banaan. Ik sneed met mijn mes de schil eraf en at de banaan op. Ik liep langs de rots richting het schip. Ik draaide me om en zag hoe Peter naar me keek. Zachtjes liep ik over het dek. Ik opende de deur naar mijn vaders hut. Waar kom jij vandaan zei mijn vader. Heb besloten in de jungle te overnachten, kon het schip niet halen voor het donker zei ik. Mijn vader knikte. Ik ga me omkleden zei ik en liep naar mijn hut. Een teiltje water stond al klaar. Ik waste mijn gezicht en lichaam. Ik kleedde me aan en liep de hut weer uit. Ik wierp een blik op het stuk jungle waar Peter had gestaan. Tot mijn verbazing zag ik dat hij nog steedse naar me keek. Vader ik ga vers fruit halen, wacht op mij zei ik. Natuurlijk, liefje zei hij. Ik liep weer in het zachte zand richting de jungle. Waarom ben je terug zei Peter die nog steeds bij de rots stond. Waarom ben jij hier nog zei ik en trok hem mee verder het bos in. Straks zien ze je nog zei ik. Ik wacht op antwoord zei hij. Ik ging fruit halen zei ik. Hij vloog weg en kwam terug met bananen en bessen. Zo genoeg zei hij. Prima zei ik en pakte het fruit aan. Ik liep weer door het zachte zand terug naar het het schip. Nu al terug zei mijn vader. Het was niet moeilijk antwoordde ik kort. Ik legde het fruit bij al het andere voedsel.