3 - Stumblin'
Ik denk niet dat jullie dit nog hadden zien aankomen, na volgensmij 8 maanden.
Des te groter de verassing
Een nieuw hoofdstuk, ik ben bang dat het weer eens is voor de volgende zes eeuwen, maar n'joy.
Niet ge-edit whatoever dus er zitten vast spel fouten in ect. en het kan dat sommige dingen niet helemaal kloppen doordat het zo lang geleden is dat ik hieraan geschreven heb.
*KRGHHH* Isolde uit *KRGHHH*
Amicitia Emma Lonwel
Om vijf uur sluit Navi de winkel af en we pakken onze fietsen. We wonen beide aan de andere kant van de stad dus moeten we nu de precies tegenovergestelde richting in. Ik geef Navi een korte knuffel als afscheid, en stap op mijn fiets. Het is misschien met de grote hoeveelheid sneeuw geen handig idee om te fietsen maar ik ben zo eigenwijs als een gestipt muilezel en ga wel gewoon fietsen.
Ik ben bijna thuis, nog een klein stukje van de brug af en ik kan de warmte binnen lopen. Ik besluit het laatste stukje met mijn fiets aan de hand te lopen om ernstige ongelukken te voorkomen. Mijn fiets glibbert over het bevroren wegdek en ik moet moeite doen om te blijven staan. Als ik mijn evenwicht gevonden heb neem ik babystapjes van de brug af.
Aan het einde staat een blonde jongen (ik denk dat hij blond is) met een muts over zijn oren en een sjaal om zich heen geslagen. Ik kan zijn kwade geschreeuw tot hier horen.
‘Godver, het boeit me niet dat er geen fotograaf is! We kunnen vast wel een andere regelen, we zijn hier helemaal heen gevlogen en het is freakin’ koud.’ Ik kan aan zijn stem horen dat hij niet vaak schreeuwt, het klinkt gewoon niet natuurlijk zoals hij daar tekeer gaat.
Doordat ik me concentreer op het telefoongesprek van de jongen struikel ik over mijn eigen voet. Mijn voet verliezen hun grip op het gladde oppervlak en ik glij onderuit. Mijn fiets maakt een enorm lawaai als hij de grond raakt. De blonde jongen draait met een ruk om, ik probeer hopeloos weer op mijn voeten te komen maar glij elke keer weer onderuit.
‘Ik bel je zo terug, dude.’ mompelt de blondine en hij haast zich naar me toe. Ik ga ondertussen gewoon door met mezelf voor schut zetten door nog een keer onderuit te glijden. Ik voel me net een pasgeboren dier dat voor de eerste keer probeert te staan, en faalt.
Mijn muts zakt over mijn gezicht heen en duw het ding omhoog terwijl ik nog een hopeloze poging doe om omhoog te komen en niet te vallen. Ik hoor voetstappen mijn kant op komen, maar door mijn muts ben ik tijdelijk verblind. In plaats van de grond te raken, zoals ik verwacht had blijf ik boven de grond hangen.
Het lukt me om ervoor te zorgen dat mijn zicht niet langer belemmert word door mijn muts en ik kijk recht in twee blauwe ogen. Een plukje blond haar steekt onder zijn muts vandaan (ik wist het, hij is blond), en zijn gezicht staat bezorgd. De jongen zet me op mijn voeten en ik voel dat ik rood word.
‘Ehhh, hoi.’ murmel ik in zijn richting, terwijl ik probeer overal te kijken behalve naar hem.
‘Hoi.’ zegt hij opgewekt terug, ik kijk hem aan en neem hem eens goed in me op. Hij is duidelijk een stuk langer dan mij, maar dat is niet zo moeilijk. Blonde plukjes haar steken onder zijn muts vandaan en doordat het opnieuw is gaan sneeuwen zitten er sneeuwvlokken op zijn donkere jas.
'Ehh... dank je voor het helpen. Ik was in een nogal benarde situatie terecht gekomen.' zeg ik terwijl ik mijn ongemakkelijkheid opzij probeer te zetten, jongens en ik dat loopt niet zo lekker; meestal eindigt het bij mijn gestotter over het weer.
'Geen probleem, ehhh...hoe heet je eigenlijk?' vraagt hij terwijl hij zijn gehandschoende hand uitsteekt, ik neem zijn hand aan en kijk hem in de ogen. Hij heeft echt heel erg blauwe ogen, oké Ami niet afgeleid raken.
'Ami, en jij?' antwoord ik, de jongen lijkt na te moeten denken over wat hij gaat zeggen.
'Niall.' mompelt hij dan, ik geef hem een brede glimlach.
'Das een coole naam, echt heel erg bedankt voor het redden. Hoe kan ik je bedanken?' voordat hij me kan onderbreken ga ik verder met mijn zin. 'Weet je wat ik trakteer je op warme chocolade melk, je hebt het vast koud!'
Voor dat hij kan protesteren trek ik hem mee aan zijn hand terwijl ik mijn fiets zoek om deze mee te slepen. Sneeuw kom in grote hoeveelheden naar beneden en bedekt de brug met een dikke laag. Ik struikel twee keer bijna door mijn enthousiasme, maar gelukkig houdt Niall me overeind. Als ik thuis aankom zet ik mijn fiets vast aan de paal en gebruik daarna mijn sleutels om de deur open te doen.
'Nou dit is mijn huis, waarschijnlijk is mijn moeder er, maar ze is aardig hoor, maak je geen zorgen.' ratel ik in het niets, Niall glimlacht alleen maar. Ik stop met praten en glimlach terug. Ik stap naar binnen en laat Niall dan ook binnen, ik maak de deur achter hem dicht en laat de warmte me overspoelen.
'Hang daar je jas maar overheen.' zeg ik terwijl ik wijs naar de verwarming. 'Dan is hij straks droog en warm als je weg moet.'
Ik hang mijn eigen jas over een andere verwarming heen en trek mijn schoenen uit, ik loop naar de keuken om de spullen voor warme chocolademelk bij elkaar te zoeken. Ik sta op mijn tenen om de mini-marshmallows te pakken als ik mijn moeder hoor schreeuwen.
'AMICITIA! WIE IS DIE JONGEN DIE HIER IN DE GANG STAAT?!'
Er zijn nog geen reacties.